ECLI:NL:RBROT:2021:9284

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 september 2021
Publicatiedatum
28 september 2021
Zaaknummer
ROT 20/6744
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • G.C.W. van der Feltz
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven en beoordeling van letselcategorieën

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 24 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die slachtoffer is geworden van mishandeling en andere geweldsmisdrijven, en de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven, na te zijn geconfronteerd met lichamelijke en geestelijke klachten als gevolg van het geweld. In het primaire besluit van 14 juli 2020 werd haar een uitkering van € 2.500,- toegewezen, gebaseerd op letselcategorie 2 van de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven. Eiseres ging tegen dit besluit in beroep, omdat zij vond dat haar letsel ernstiger was en dat zij in letselcategorie 3 geplaatst moest worden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in de periode van 2009 tot en met 2013 slachtoffer was van stelselmatig huiselijk geweld, wat leidde tot lichamelijk letsel, waaronder een gebroken neus. Eiseres voerde aan dat verweerster ten onrechte geen rekening had gehouden met haar psychische klachten en de blijvende hinder die zij ondervond van haar letsel. De rechtbank oordeelde dat verweerster in redelijkheid tot de conclusie kon komen dat de toekenning van de uitkering in letselcategorie 2 gerechtvaardigd was. De rechtbank benadrukte dat de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg) beoogt een tegemoetkoming in de schade te bieden, maar geen volledige compensatie. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 20/6744

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 24 september 2021 in de zaak tussen

[naam eiseres], te [woonplaats eiseres], eiseres,

(gemachtigde: mr. I. van Baaren),
en

de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, verweerster.

Procesverloop

In het besluit van 14 juli 2020 (primair besluit) heeft verweerster eiseres een uitkering van € 2.500,- toegewezen uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven.
In het besluit van 16 november 2020 (bestreden besluit) heeft verweerster het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.
Omdat eiseres, nadat zij is gewezen op haar recht ter zitting te worden gehoord, niet heeft verklaard dat zij gebruik wil maken van dit recht en verweerster toestemming heeft gegeven om de zaak zonder zitting af te doen, heeft de rechtbank bepaald dat het onderzoek ter zitting verder achterwege blijft. Vervolgens is het onderzoek gesloten.

Overwegingen

1. Eiseres heeft op 11 maart 2020 een aanvraag ingediend voor een uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven, omdat zij slachtoffer is geworden van mishandeling, bedreiging met geweld en belaging/stalking. Als gevolg hiervan ervaart zij lichamelijke en geestelijke klachten.
2. Verweerster legt aan het bestreden besluit ten grondslag dat de toegekende uitkering van € 2.500,- is gebaseerd op letselcategorie 2 van de Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven. Hierbij heeft verweerster in aanmerking genomen dat eiseres in de periode van 2009 tot en met 2013 in Dordrecht slachtoffer werd van huiselijk geweld en door dit geweldsmisdrijf ernstig letsel op liep, eiseres is mishandeld toen zij acht of negen weken zwanger was en dat zij door de mishandelingen een gebroken neus op heeft gelopen waaraan ze pas veel later geopereerd is. Verweerster heeft geen rekening gehouden met het psychisch letsel, omdat dit onvoldoende kan worden beoordeeld. Verweerster ziet geen aanleiding om een uitkering uit een hogere letselcategorie toe te kennen.
3. Het wettelijk kader wordt gevormd door de Wet schadefonds geweldsmisdrijven (Wsg) en het daarop gebaseerde beleid. De belangrijkste toepasselijke bepalingen zijn opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
4.1
Eiseres voert aan dat zij ten minste in letselcategorie 3 zou moeten worden geplaatst. Haar letsel is erger dan verweerster aanneemt, en verweerster heeft ten onrechte geen rekening gehouden met de psychische klachten en de blijvende hinderlijke beperkingen ten aanzien van het letsel aan de neus.
4.2
De rechtbank stelt voorop dat verweerster bij het besluit over de (hoogte van de) uitkering beslissingsruimte heeft. De rechtbank moet dat besluit terughoudend toetsen. Dat betekent dat de rechtbank beoordeelt of het besluit van verweerster om een uitkering in letselcategorie 2 te verlenen, redelijkerwijze niet zo had mogen uitvallen. Volgens vaste rechtspraak zijn de beleidsregels die verweerster daarbij hanteert in ieder geval niet onredelijk. Verweerster mag daar dus van uitgaan (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 21 februari 2018, ECLI:NL:RVS:2018:568).
4.3
Eiseres heeft ter onderbouwing van haar betoog dat sprake is van psychische klachten onder andere een verklaring overgelegd van GZ-psycholoog M. de Vries. Hieruit blijkt dat eiseres vanaf mei 2017 tot en met juli 2019 in behandeling is geweest bij GGZ-instelling Perspectief in verband met klachten van oververmoeidheid, stress en depressieve klachten, die trauma-gerelateerd zijn. Er hebben in totaal 33 sessies plaatsgevonden. Er is een posttraumatische stress stoornis (PTSS) vastgesteld bij eiseres, waaraan gebeurtenissen in het gezin van herkomst en de fysieke en psychische mishandeling door haar ex-vriend ten grondslag liggen.
4.3
De rechtbank is van oordeel dat verweerster in redelijkheid een bedrag van € 2.500,- heeft kunnen toekennen als uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Daarbij betrekt de rechtbank allereerst dat de Wsg beoogt een tegemoetkoming in de schade te verstrekken en niet een volledige compensatie. De beoordeling is gedaan op basis van de door eiseres ingebrachte informatie van de behandelende sector. Niet is gebleken dat dit onderzoek onzorgvuldig zou zijn geschied of zou zijn gebaseerd op onvolledige medische informatie.
Er was sprake van stelselmatig huiselijk geweld als omschreven bij letselcategorie 2, maar in het geval van eiseres waren de aard en gevolgen niet ernstiger zoals bedoeld in letselcategorie 3. Hiervoor is van belang dat hoewel de rechtbank begrijpt dat eiseres in haar dagelijks leven hinder ondervindt van het letsel aan haar neus, niet is gebleken dat deze hinder plaatsvindt in de uitoefening van haar beroep of werk en daarom valt dit volgens het beleid van verweerster niet onder letselcategorie 3. Daarnaast blijkt uit de verklaring van de GZ-psycholoog dat de psychische problemen van eiseres hun herkomst vinden in zowel haar gezin van herkomst als de mishandelingen. Gelet hierop is sprake van multicausaliteit. Verweerster heeft aangegeven in die situatie niet te kunnen beoordelen in welke mate de psychische klachten zijn toe te rekenen aan het huiselijk geweld waar de uitkering op ziet. Gelet daarop en op de frequentie en ernst van het huiselijk geweld waar eiseres blijkens de stukken aan is blootgesteld, kon verweerster redelijkerwijs oordelen, dat ook de psychische klachten van eiseres moeten worden geplaatst in letselcategorie 2.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. G.C.W. van der Feltz rechter, in aanwezigheid van mr. F. van Ommeren, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 24 september 2021.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Bijlage: juridisch kader

De Wet schadefonds geweldsmisdrijven luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
Artikel 3
1. Uitkering kan worden gedaan
a. aan een ieder die ten gevolge van een in Nederland opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf ernstig lichamelijk of geestelijk letsel heeft bekomen;
(…)
Artikel 4
1. De uitkering wordt naar redelijkheid en billijkheid bepaald. Zij beloopt ten hoogste het bedrag van de door het letsel of overlijden veroorzaakte schade, daaronder begrepen immateriële schade van nabestaanden.
2. Bij ministeriële regeling wordt bepaald welke bedragen ten hoogste kunnen worden uitgekeerd.
De Beleidsbundel Schadefonds Geweldsmisdrijven van 1 juli 2019 luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
Inleiding
(…)
Wat is het doel van de financiële tegemoetkoming?
De uitkering is een maatschappelijke uiting van solidariteit en een blijk van erkenning van het onrecht en leed dat een slachtoffer, nabestaande of naaste is overkomen, vanuit de overheid gegeven namens de samenleving. Deze uitkering wordt betaald uit belastinggeld en heeft niet tot doel alle schade te dekken. De tegemoetkoming is bedoeld om het geschade vertrouwen enigszins te herstellen en het slachtoffer, de nabestaande of de naaste (financieel) vooruit te helpen, zodat de blik weer op de toekomst kan worden gericht. De ontvanger is vrij in de besteding ervan. De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 35.000.
(…)
1. Slachtoffers van opzettelijk gepleegde geweldsmisdrijven
(…)
1.2.3 Vooronderstellen van ernstig letsel
(…)
Stelselmatig huiselijk geweld
Als in de relationele sfeer frequent en langdurig fysiek geweld is gebruikt of met geweld is gedreigd, merkt het Schadefonds dit aan als stelselmatig huiselijk geweld. Bij stelselmatig huiselijk geweld wordt ernstig psychisch letsel altijd voorondersteld. Als het huiselijk geweld niet stelselmatig is, wordt ernstig psychisch letsel niet voorondersteld. Toch kan dit wel een geweldsmisdrijf opleveren. In dat geval onderzoekt het Schadefonds of door het geweld ernstig letsel is opgelopen.
(…)
De Letsellijst Schadefonds Geweldsmisdrijven van 1 juli 2019 luidt – voor zover hier van belang – als volgt:
(…)
Hoe wordt de uitkering voor slachtoffers bepaald?
Het Schadefonds gebruikt zes letselcategorieën, waaraan zes vaste bedragen zijn gekoppeld. De ernst van het opgelopen letsel en de omstandigheden waaronder het geweldsmisdrijf is gepleegd bepalen welke letselcategorie van toepassing is. Het vaste bedrag dat bij die letselcategorie hoort is dan de uitkering die het Schadefonds aan het slachtoffer verstrekt. Hierbij geldt: hoe ernstiger het letsel, hoe hoger de letselcategorie en de bijbehorende uitkering.
De letselcategorieën en bijbehorende uitkeringen
Categorie 1 > € 1.000,-
Categorie 2 > € 2.500,-
Categorie 3 > € 5.000,-
Categorie 4 > € 10.000,-
Categorie 5 > € 20.000,-
Categorie 6 > € 35.000,-
Hoe wordt de letselcategorie bepaald?
De letsellijst bestaat uit twee delen: (1) fysiek letsel en (2) psychisch letsel. Om te bepalen welke letselcategorie bij het letsel past, worden deze twee delen doorlopen.
 In deel 1A staan richtlijnen voor de indeling van fysiek letsel in letselcategorieën. In deel 1B staat een lijst met fysieke letsels en de bijbehorende letselcategorieën. Als bij het geweldsmisdrijf geen fysiek letsel is opgelopen, wordt deel 1 van de letsellijst overgeslagen.
 In deel 2A is aangegeven in welke gevallen ernstig psychisch letsel wordt voorondersteld. In deel 2B is aangegeven hoe het Schadefonds psychisch letsel beoordeelt en wanneer psychisch letsel als ernstig wordt beschouwd.
(…)
1. Fysiek letsel
(…)
Letselcategorie 2
 Fysiek letsel waarbij behandeling nodig is, met tijdelijke beperkingen en afhankelijkheid, die naar de aard en gevolgen ernstiger zijn dan letselcategorie 1.
 Fysiek letsel waarbij behandeling nodig is, met blijvende niet-hinderlijke beperkingen.
 Fysiek letsel waarbij een operatieve ingreep noodzakelijk is, tenzij anders vermeld in deel 1B van de letsellijst.
Letselcategorie 3
 Fysiek letsel met blijvende hinderlijke beperkingen in het dagelijks beroeps- of bedrijfsmatig functioneren (of een daaraan gelijk te stellen activiteit).
 Fysiek letsel waarbij een operatieve ingreep, ter afwending van direct levensgevaar, noodzakelijk is.
(…)
1B. Lijst met fysieke letsels en bijbehorende letselcategorieën
(…)
Aangezichtsschedel
(…)
1. Blijvende en objectiveerbare (duidelijk zichtbare) scheefstand van de neus of aanhoudende klachten ten gevolge van een fractuur van de neus.
1. Fractuur van de neus (inwendig of uitwendig), met operatieve behandeling.
(…)
2. Psychisch letsel
(…)
Letselcategorie 2
(…)
- Huiselijk geweld, waarbij over een langere periode sprake is van frequent fysiek geweld of bedreigingen met geweld (hierna: stelselmatig huiselijk geweld).
(…)
Letselcategorie 3
(…)
 Stelselmatig huiselijk geweld naar de aard en gevolgen ernstiger dan categorie 2. Bijvoorbeeld met ernstig geweld, seksueel geweld, zeer lange duur of hoge frequentie.
(…)
2B. Beoordeling van psychisch letsel op basis van medische informatie
Voor de beoordeling van psychisch letsel in alle overige gevallen heeft het Schadefonds medische informatie nodig. Het is dan belangrijk dat er een diagnose is gesteld door een hulpverlener. Deze hulpverlener kan met toestemming van het slachtoffer medische informatie over het psychisch letsel aan het Schadefonds geven. Aan de hand van deze informatie bepaalt het Schadefonds of het opgelopen psychisch letsel voldoende ernstig is om voor een uitkering in aanmerking te komen en welke letselcategorie hierbij past
(…)