Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- de gemeente Rotterdam;
- de heer [persoon A] , vertegenwoordigd door Advocatenkantoor Van Ommeren
- verzoekster;
- mevrouw [persoon B] , werkzaam bij de [naam bank]
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft verzoekster op 14 april 2021 een verzoek ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, samen met een verzoek om een aantal schuldeisers te bevelen in te stemmen met een aangeboden schuldregeling. De schuldeisers, waaronder de gemeente Rotterdam en Uitvaartcentrum Zuid, weigerden echter mee te werken aan deze regeling. Tijdens de zitting op 20 augustus 2021 zijn de betrokken partijen gehoord, maar de schuldeisers hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om hun standpunten toe te lichten. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster dertien schuldeisers heeft, met een totale schuld van € 35.797,95, en dat negen van de twaalf schuldeisers akkoord zijn gegaan met de aangeboden regeling. De rechtbank heeft de aangeboden regeling beoordeeld en geconcludeerd dat deze goed gedocumenteerd is en het uiterste is wat verzoekster kan bieden, gezien haar financiële situatie en gezondheidsproblemen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van verzoekster en de schuldeisers die instemden met de regeling zwaarder wegen dan die van de schuldeisers die weigerden. Daarom heeft de rechtbank besloten om de gemeente Rotterdam, [persoon A] en Uitvaartcentrum Zuid te bevelen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens zijn deze partijen veroordeeld in de kosten van de procedure, die op nihil zijn begroot, aangezien verzoekster niet door een advocaat is bijgestaan. Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling is afgewezen, en de rechtbank heeft bepaald dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is.