In deze zaak, die op 24 augustus 2021 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, heeft eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Soytekin, een kort geding aangespannen tegen gedaagden, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Aksü. De procedure volgde op eerdere vonnissen waarbij contact- en straatverboden waren opgelegd aan gedaagden en eiseres. De partijen hebben in het verleden meldingen en aangiften gedaan bij de politie, waaronder bedreiging en openlijke geweldpleging. De vriendschap tussen eiseres en gedaagde 1 is in 2016 verbroken, waarna er regelmatig conflicten zijn ontstaan.
In het kort geding heeft eiseres gevorderd om de eerder opgelegde verboden te verlengen, nu de termijn van de eerdere verboden was verstreken en er opnieuw problemen waren ontstaan. Gedaagden hebben ingestemd met de verlenging van de verboden. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de onderlinge verhoudingen tussen partijen nog steeds ernstig verstoord zijn en dat de eerder opgelegde verboden in de praktijk geen problemen hebben opgeleverd. Daarom zijn de vorderingen van beide partijen toegewezen, waarbij de verboden voor een periode van twee jaar zijn verlengd.
De voorzieningenrechter heeft ook dwangsommen opgelegd voor het overtreden van de verboden en de proceskosten gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 24 augustus 2021.