Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Beschikking afwijzing ondertoezichtstelling
de Raad voor de Kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht,
[naam kind],
[naam moeder],
Het procesverloop
16 juni 2021;
-[naam 1] namens de Raad;
-[naam 2] namens de GI.
De feiten
Het verzoek
De moeder zou rondom haar 18e verjaardag bevallen en stond vanaf juli 2017 tot haar meerderjarigheid (21 april 2021) onder toezicht. Zij is uit huis geplaatst bij haar oma (waar zij op dit moment ook met [naam kind] woont). Een dag vóór haar 18e verjaardag is de moeder bevallen van [naam kind]. De moeder staat afhoudend tegenover de hulpverlening en het is niet bekend of de moeder afspraken met de hulpverlening nakomt. Er is weinig zicht op de opvoedvaardigheden van de moeder. De moeder wil aankomend schooljaar een opleiding gaan volgen en heeft opvang voor [naam kind] geregeld. Er zijn op dit moment geen signalen van een ontwikkelingsbedreiging van [naam kind]. Er is echter weinig zicht op hoe het met hem gaat. Een ondertoezichtstelling is noodzakelijk om hulpverlening zoals Voorzorg op gang te krijgen.