Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
Beschikking verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
[naam moeder],
[naam kind],
[naam vader],
Het procesverloop
mr. A.J.C. Nuijten van 19 juli 2021;
- [naam kind], die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- de moeder, bijgestaan door mr. A.J.C. Nuijten;
- [naam] namens de GI.
De feiten
- eens in de veertien dagen van vrijdagavond tot zaterdagavond, waarbij er op zaterdag gedurende twee uur begeleiding van Agathos of een soortgelijke organisatie in de thuissituatie van de moeder aanwezig zal zijn;
- iedere dinsdag en donderdag na het avondeten gedurende maximaal 20 minuten via de telefoon en op initiatief van [naam kind] en op zaterdag (als [naam kind] op zaterdag niet bij de moeder is) rond 16:00 uur/16:30 uur via de telefoon en op initiatief van de moeder.
- de omgang tussen [naam kind] en de moeder in het weekend (van vrijdag en zaterdag) om de week en de vakantieweken vervallen en in plaats daarvan zal een begeleid contact van anderhalf uur per week plaats vinden;
- de belcontacten vervallen en zullen in plaats daarvan eenmaal per week plaats vinden begeleid door de hulpverlening vanuit Agathos voor de duur van maximaal vijftien minuten, op een dag in overleg met de moeder, de vader, [naam kind] en de hulpverlening te bepalen.
Het standpunt en het verzoek van de GI
22 april 2021 haar hoofdverblijf in de regio Rotterdam. De rechtbank Rotterdam is dus bevoegd en om die reden is het verzoek ingediend bij de rechtbank Rotterdam. Er vindt op 24 augustus 2021 een overdracht plaats aan het Leger des Heils regio Rotterdam.
Het standpunt en de zelfstandige verzoeken van de moeder
Het standpunt van de vader
24 augustus 2021 een nieuwe jeugdbeschermer van het Leger des Heils regio Rotterdam toegewezen krijgen.
De mening van [naam kind]
De beoordeling
De definitieve beslissing op het verzoek tot wijziging van de zorgregeling is door de rechtbank Zeeland-West-Brabant - mede in afwachting van de resultaten van de begeleide contactmomenten - aangehouden. Ter zitting heeft de kinderrechter begrepen dat er door de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 oktober 2021 een nieuwe zittingsdatum is gepland.
Uit hetgeen de GI heeft aangevoerd blijkt dat de zorgen rondom [naam kind] onveranderd zijn sinds de mondelinge behandeling in april 2021. De gewijzigde omstandigheden zijn volgens de GI voornamelijk gelegen in het feit dat de moeder de afgelopen twee maanden niet althans onvoldoende zou hebben meegewerkt aan de hulpverlening en dat de hulpverlening niet op gang is gekomen. Deze stellingen maken naar het oordeel van de kinderrechter evenwel op dit moment nog niet dat er sprake is van een zodanige wijziging van omstandigheden dat de reeds geplande zittingsdatum bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant niet kan worden afgewacht en dat met een spoedbeschikking de contacten tussen de moeder en [naam kind] tot een minimum moeten worden beperkt (zoals thans verzocht door de GI). Van een acuut gevaar voor [naam kind] is de kinderrechter niet gebleken. Dit betekent dat de kinderrechter het spoedverzoek van de GI daarom alsnog zal afwijzen, waardoor de beschikkingen van 22 april 2022 en de daarin opgenomen zorgregeling zullen herleven.
De hulpverlening loopt kennelijk op dit moment niet zoals dat zou moeten. Mocht de moeder hieraan onvoldoende medewerking verlenen, dan ligt het op de weg van de GI om de moeder een schriftelijke aanwijzing te geven alvorens daar verdere consequenties aan te verbinden.