ECLI:NL:RBROT:2021:9480
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van ongeldigverklaring rijbewijs op verzoek van de houder na aanhouding voor alcoholgebruik
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 4 oktober 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker, die zijn rijbewijs ongeldig verklaard zag door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) op basis van een psychiater's rapport, heeft bezwaar gemaakt tegen deze ongeldigverklaring. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het CBR onzorgvuldig heeft gehandeld, omdat er geen proces-verbaal van aanhouding beschikbaar was en verzoeker niet duidelijk is gemaakt of hij gebruik heeft kunnen maken van zijn inzagerecht. De voorzieningenrechter heeft het belang van verzoeker om zijn rijbewijs te behouden zwaarder laten wegen dan het belang van het CBR bij de ongeldigverklaring. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten het bestreden besluit te schorsen tot zes weken na de beslissing op het bezwaar van verzoeker, waardoor verzoeker zijn rijbewijs weer mag gebruiken tot die datum. Tevens is het CBR veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker.