Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde 1] v.m.h.o.d.n. [naam bedrijf],
[naam gedaagde 3],
[naam gedaagde 4],
1..Het (verdere) verloop van de procedure
- het vonnis van 13 januari 2021 en de daaraan ten grondslag liggende processtukken;
- het proces-verbaal van de op 6 april 2021 aan de zijde van Royaume gehouden enquête (waarna [gedaagden] hebben afgezien van het houden van contra-enquête);
- de conclusie na enquête, met producties, van [gedaagden] ;
- de akte na enquête van Royaume.
2..De nadere beoordeling
Wel weet ik dat [naam gedaagde 3] telefonisch contact gehad heeft met bijna alle personeelsleden van Royaume met de vraag of zij bij hem wilden komen werken. Ik weet dat een paar personeelsleden van Royaume zijn overgestapt naar het nieuwe bedrijf van [naam gedaagde 3]”. Uit zijn verklaring blijkt echter niet concreet hoe hij die wetenschap heeft verkregen en of het, met het oog op artikel 163 Rv, daarbij gaat om hem uit eigen waarneming bekende feiten. Voorts valt op dat volgens deze verklaring [naam 1] (en niet [naam gedaagde 3] ) vanaf circa het tweede kwartaal 2019 tot aan medio 2020 voorman ten behoeve van die McDonald’s franchises is geweest, en hij dit dus al circa een half jaar deed voordat [naam 5], supervisor van de McDonald’s franchises, de overeenkomsten met Royaume opzegde: