In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 31 augustus 2021 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden, omdat de communicatie tussen de ouders ernstig problematisch is. De ouders hebben een jeugdbeschermer nodig om hen te ondersteunen in hun communicatie en om de opvoedsituatie van [naam kind] te verbeteren. Tijdens de zitting zijn zowel de moeder als de vader gehoord, waarbij de moeder zich verzet tegen de ondertoezichtstelling en de vader het verzoek van de Raad steunt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders al jarenlang niet in staat zijn om op een constructieve manier met elkaar te communiceren, wat leidt tot spanningen die [naam kind] ernstig in zijn ontwikkeling bedreigen. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de hulpverlening in het vrijwillig kader niet voldoende is gebleken en dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is om de situatie van [naam kind] te verbeteren. De kinderrechter heeft [naam kind] onder toezicht gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 31 augustus 2021 tot 28 februari 2022. Tevens is er een pro forma datum vastgesteld voor 1 februari 2022, waarop de voortgang van de situatie zal worden beoordeeld.