ECLI:NL:RBROT:2021:9499

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 augustus 2021
Publicatiedatum
4 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/622241 / JE RK 21-1949
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter op 31 augustus 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de vader, de stiefmoeder en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de vader en dat [naam kind] momenteel verblijft in een gesloten groep bij Horizon Rijnhove. De kinderrechter heeft eerder een ondertoezichtstelling en een machtiging gesloten jeugdhulp verleend, maar de situatie is complex door wachtlijsten en financieringsproblemen voor de benodigde hulpverlening.

De GI heeft verzocht om een verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp, omdat er een plan is om [naam kind] op korte termijn naar huis te laten gaan, mits er een vangnet van hulpverlening is opgebouwd. De vader en stiefmoeder steunen dit plan, maar zijn ontevreden over de communicatie en de gang van zaken in de afgelopen maanden. De kinderrechter heeft de noodzaak van de machtiging gesloten jeugdhulp beoordeeld aan de hand van de Jeugdwet en geconcludeerd dat, hoewel niet aan alle wettelijke vereisten is voldaan, het in het belang van [naam kind] is om de machtiging voor een korte periode toe te wijzen. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de duur van zeven weken, tot 28 oktober 2021, en heeft de GI verzocht om een rapportage over de voortgang van de hulpverlening.

De kinderrechter heeft benadrukt dat praktische problemen zoals wachtlijsten en financieringsproblemen geen grond mogen zijn voor de vrijheidsbeneming van een kind. De zaak zal op 13 oktober 2021 opnieuw worden behandeld, waarbij de kinderrechter verwacht dat de benodigde hulpverlening voor [naam kind] is geregeld.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/622241 / JE RK 21-1949
datum uitspraak: 31 augustus 2021

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2006 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam vader],

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats vader],

[naam stiefmoeder],

hierna te noemen de stiefmoeder, wonende te [woonplaats stiefmoeder].

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 15 juli 2021, ingekomen bij de griffie op 16 juli 2021;
- de verklaring d.d. 16 juli 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 5 augustus 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 31 augustus 2021 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [naam kind], bijgestaan door mr. R.H.P. Feiner, die tevens voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de vader,
- de stiefmoeder,
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam].

De feitenHet ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de vader.

[naam kind] verblijft op een gesloten groep bij Horizon Rijnhove.
Bij beschikking van 10 mei 2021 is de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengd tot 4 december 2021. Bij beschikking van 10 juni 2021 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 10 juni 2021 tot 10 september 2021.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. Het is van belang dat [naam kind] op korte termijn naar huis kan, mits er een vangnet is opgebouwd. Het initiële plan was om voor [naam kind] een GZ-psycholoog in te zetten gevolgd door een FACT-traject. Dit kon snel starten, maar nadien bleek dat dit financieel niet geregeld kon worden. Daarnaast heeft Youz een opnamestop. Het nieuwe plan is om voor [naam kind] een jongerencoach in de vorm van een Pedagogisch Medewerker (hierna PM’er) in te zetten en daarnaast een systeemtherapeut in te zetten. Als beide hulpverleners zijn ingezet, kan gewerkt worden aan een thuisplaatsing. Er is al een PM’er in zicht vanuit de groep waar [naam kind] nu verblijft en een goede klik mee heeft. Deze PM’er kan ook ambulant worden ingezet, zodat hij ook na de geslotenheid bij [naam kind] betrokken kan blijven. Ook is de verwachting dat er vanuit Rijnhove op korte termijn een systeemtherapeut ingezet kan worden. Gelet op deze ontwikkelingen zal een machtiging gesloten jeugdhulp waarschijnlijk niet tot december nodig zijn.

De standpunten

De vader en stiefmoeder zijn het eens met het nieuwe plan om een PM’er en gezinstherapeut in te zetten. Zij zijn echter niet te spreken over hoe de afgelopen maanden zijn verlopen, onder andere door gebrekkige communicatie en het verdraaien van de feiten. Rijnhove had verbetering ten opzichte van Schakenbosch beloofd, maar die is niet gekomen. De vader en stiefmoeder willen [naam kind], mits er hulp is ingezet, zo snel mogelijk weer thuis hebben.
Door en namens [naam kind] is verweer gevoerd tegen de duur van de machtiging gesloten jeugdhulp. Op de vorige zitting is door de kinderrechter al aangegeven dat er snel hulpverlening ingezet moest worden zodat [naam kind] naar huis kon. Vanwege financiën is dit niet gelukt, waardoor nu een verlenging van de geslotenheid nodig is. [naam kind] kan hier niks aan doen. Hij heeft zich de afgelopen tijd voorbeeldig gedragen op de groep. Zowel [naam kind] als de ouders zien in dat [naam kind] in de thuissituatie hulp nodig heeft, maar niemand neemt die verantwoordelijkheid. Hoewel iedereen bij een thuisplaatsing huiverig is voor een terugval bij [naam kind], heeft er de afgelopen drie maanden geen behandeling of therapie plaatsgevonden. [naam kind] heeft een jongerencoach nodig die ook na het traject bij Horizon betrokken kan blijven. Aangezien er nu (nog steeds) geen hulp is, is een directe thuisplaatsing niet mogelijk. Tegelijkertijd wordt niet meer aan de wettelijke vereisten voor een machtiging gesloten jeugdhulp voldaan. Namens [naam kind] wordt verzocht de machtiging gesloten jeugdhulp voor een beperkte duur, te weten één of twee maanden, af te geven zodat een concreet plan kan worden opgesteld en hulp wordt ingezet. Financiën zijn geen reden om een kind langer gesloten te plaatsen.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter oordeelt daarover als volgt.
[naam kind] is op 4 juni 2021, na een terugval in de thuissituatie, opnieuw gesloten geplaatst vanwege wegloopgedrag waarbij hij zichzelf in gevaar bracht. De thuisplaatsing was mislukt doordat er onvoldoende was ingezet op het natraject, waardoor [naam kind] in oud gedrag is teruggevallen. Ondanks dat de kinderrechter eerder bij beschikking d.d. 10 juni 2021 heeft overwogen dat er dit keer zo spoedig mogelijk passende hulpverlening in de thuissituatie ingezet dient te worden, is dit tot op heden niet gebeurd. Alle betrokkenen zijn van oordeel dat een langere gesloten plaatsing niet in het belang van [naam kind] is. Hij gedraagt zich goed op de groep en ontwikkelt zich positief. Het is positief dat [naam kind] – ook vanuit de geslotenheid – op dit moment al weer naar een reguliere school gaat. [naam kind] is klaar voor thuisplaatsing. Gelet op de eerdere ook voor [naam kind] teleurstellende ervaring, kan dit echter niet zonder de inzet van passende hulpverlening. Het is van groot belang dat voor [naam kind] een stabiele constructie aan hulpverlening is ingezet, voordat hij terug naar huis gaat, zodat het een succeservaring wordt.
Hoewel de GI zich zichtbaar heeft ingezet om passende hulpverlening te vinden, wordt de inzet daarvan bemoeilijkt, en tot op heden zelfs onmogelijk gemaakt, door wachtlijsten en financieringsproblemen. Het initiële plan, de inzet van een GZ-psycholoog, gevolgd door een FACT-traject, is hierdoor in het water gevallen. Het nieuwe plan, de inzet van een PM’er en een systeemtherapeut staat nog in de kinderschoenen.
Uit het voorgaande volgt dat – ondanks dat niet aan de wettelijke vereisten is voldaan – het niet verlengen van de machtiging gesloten jeugdhulp geen optie is. De kinderrechter kan op dit moment in het belang van [naam kind] en met instemming van zijn advocaat en de ouders niet anders dan het verzoek voor een korte periode toewijzen, om te verzekeren dat de veiligheid van [naam kind] wordt gewaarborgd en hij niet (opnieuw) vervalt in negatief gedrag.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de periode van 7 weken en het verzoek voor het overige aanhouden. Gedurende deze periode zal alles op alles moeten worden gesteld om de inzet van de PM’er en de systeemtherapeut te voltooien. Ter zitting is gebleken dat de verwachting is dat beide hulpverleners op korte termijn, binnen enkele weken, kunnen starten. Zodra dit is geregeld, kan [naam kind] naar huis. De kinderrechter vertrouwt erop dat de machtiging niet langer dan strikt noodzakelijk zal worden gebruikt.
De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk één week voor de hierna te noemen datum een rapportage te doen toekomen omtrent de dan actuele stand van zaken en daarbij te vermelden of het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd. Indien het resterende deel van het verzoek wordt gehandhaafd verzoekt de kinderrechter de GI een nieuwe instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper te overleggen. De kinderrechter merkt daarbij op dat een nieuwe verlenging van de geslotenheid in beginsel niet zal worden toegewezen wanneer hier enkel praktische redenen, waaronder wachtlijsten en financieringsproblemen, aan ten grondslag liggen. Praktische problemen zijn immers geen grond voor de vrijheidsbeneming van een kind.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 10 september 2021 tot 28 oktober 2021 betreffende de minderjarige [naam kind];

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de belanghebbenden, [naam kind] en mr. Feiner in deze zaak zal plaatsvinden op
13 oktober 2021 te 15.00 uurin het
gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de belanghebbenden, [naam kind] en mr. R.H.P. Feiner;
verzoekt de GI uiterlijk één week voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de belanghebbenden en mr. Feiner) de verzochte rapportage en een nieuwe instemmingsverklaring te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 augustus 2021 door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 16 september 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.