In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 september 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind], geboren in 2005. De kinderrechter heeft de minderjarige onder voogdij gesteld van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de moeder en een vertegenwoordigster van de GI aanwezig waren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige in een gesloten instelling verblijft en dat er een machtiging gesloten jeugdhulp is verleend tot 10 september 2021. De GI heeft verzocht om een verlenging van deze machtiging voor de duur van negen maanden, maar de kinderrechter heeft de beslissing op het overige verzochte aangehouden.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de noodzaak van de gesloten jeugdhulp in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de plaatsing van de minderjarige bij Veerkracht noodzakelijk is om verdere ontwikkeling te waarborgen en om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de jeugdhulp onttrekt. De kinderrechter heeft de machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de periode van één maand, met de verwachting dat de GI voor 1 oktober 2021 de nodige zaken regelt voor de plaatsing bij Veerkracht.
De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk een week voor de volgende zittingsdatum te rapporteren over de voortgang van de zaken en heeft de beslissing op het overige verzochte aangehouden tot de zitting op 30 september 2021. De beschikking is mondeling gegeven door de kinderrechter in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.