ECLI:NL:RBROT:2021:9523

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 juli 2021
Publicatiedatum
4 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/620116 / JE RK 21-1593
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met complexe gedragsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter op 2 juli 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, aangeduid als [naam kind]. De zaak is behandeld in het kader van jeugdhulp, waarbij de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering het verzoek heeft ingediend. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] ernstige gedrags- en ontwikkelingsproblematiek vertoont, waaronder ASS, ADHD, zwakbegaafdheid en hechtingsproblematiek. Deze problematiek heeft geleid tot de noodzaak van 24-uurs begeleiding, die alleen kan worden geboden in een gesloten accommodatie.

De ouders van [naam kind] hebben ingestemd met het verzoek van de GI en benadrukken het belang van gespecialiseerde hulp, zoals logopedie. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat [naam kind] vooruitgang heeft geboekt in de gesloten jeugdhulp, maar dat een plaatsing in een open groep of thuis momenteel niet mogelijk is. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen en heeft de machtiging verleend voor een periode van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de kinderrechter heeft de betrokken partijen geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep. De kinderrechter heeft de beschikking schriftelijk vastgesteld op 16 juli 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/620116 / JE RK 21-1593
Datum uitspraak: 2 juli 2021

Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2021 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind],
advocaat: mr. R.A.A.H. van Leur, te Dordrecht.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder],

[naam vader],

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats vader].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 10 juni 2021, ingekomen bij de griffie op 11 juni 2021;
- de verklaring d.d. 19 januari 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmende verklaring d.d. 23 juni 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 29 juni 2021 heeft de kinderrechter de zaak mondeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- mr. R.A.A.H. van Leur, de advocaat van [naam kind];
- de moeder;
- de vader;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam 1].
[naam kind] is op 29 juni 2021, in het bijzijn van haar advocaat, haar moeder en haar begeleiders [naam 2], [naam 3] en [naam 4], gehoord bij het Bergse Bos.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind] verblijft in gesloten op Bergse Bos.
Bij beschikking van 7 januari 2021 is [naam kind] voorlopig onder toezicht gesteld tot 7 april 2021. Bij die beschikking is ook een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 7 januari 2021 tot 7 april 2021. Bij beschikking van 25 maart 2021 is [naam kind] onder toezicht gesteld tot 25 maart 2022. Bij die beschikking is ook een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 7 april tot 7 juli 2021.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI handhaaft het verzoek en licht het als volgt toe. [naam kind] heeft nog steeds 24 uurs twee-op-een-begeleiding nodig. Dit is alleen maar mogelijk binnen een de gesloten jeugdhulp. De zorg die [naam kind] nodig heeft, bestaat niet, die moet gecreëerd worden. Het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) adviseert om op korte termijn een woning te regelen waarin [naam kind] kan verblijven met haar ‘[naam kind]-team’ van vaste begeleiders, dat wordt aangevuld met specialisten. Als dit niet mogelijk is bij een instelling, dan gaat de gemeente onderzoeken of het mogelijk is in een particuliere woning in Zwijndrecht.

De standpunten

De ouders stemmen in met het verzoek van de GI en sluiten zich aan bij de advocaat van [naam kind]. De ouders achten het van belang dat er meer gespecialiseerde hulp voor [naam kind] betrokken wordt, zoals een logopedist.
Namens [naam kind] is ter zitting het volgende naar voren gebracht. De ontwikkeling die [naam kind] doormaakt op Bergse Bos is enorm. Hoewel [naam kind] graag naar huis wil, is het in haar belang om, totdat er een betere plek voor [naam kind] wordt gevonden, bij Bergse Bos te blijven. Daarnaast is het van belang dat er aanvullende therapieën zoals logopedie en paardentherapie voor [naam kind] worden geregeld.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend als naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Uit de stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er bij [naam kind] sprake is van forse gedrags- en ontwikkelingsproblematiek. Er is sprake van ASS, ADHD, zwakbegaafdheid en hechtingsproblematiek. Daarbij ervaart [naam kind] veel angst, raakt zij gemakkelijk overprikkeld en laat zij agressief en seksueel grensoverschrijdend gedrag zien. Sinds [naam kind] in een maatwerkvoorziening in Bergse Bos verblijft, is zij gestabiliseerd. [naam kind] reageert goed op de structuur en kaders die het vaste team van begeleiders haar in Bergse Bos biedt. Zij eet beter en kan steeds meer dingen zelf. Ook is de motoriek van [naam kind] verbeterd en is zij beter verstaanbaar. Daarnaast accepteert [naam kind] nu beter gezag van haar moeder en begeleiders. De ouders spannen zich in om te leren hoe zij op een passende manier op [naam kind] kunnen reageren en zijn beter in staat [naam kind] te corrigeren in haar gedrag.
Ondanks deze grote vooruitgang is het de komende tijd nog niet mogelijk om [naam kind] in een open groep of thuis te plaatsen. [naam kind] heeft op elk moment twee begeleiders nodig en vertoont nog steeds regelmatig extreem gedrag. Daarnaast is het voor [naam kind] erg lastig om te wennen aan nieuwe gezichten, waardoor het noodzakelijk is om vaste begeleiders te hebben en plaatsing in een groep onmogelijk is. De gedragswetenschapper stelt dat [naam kind] de zorg die zij in Bergse Bos ontvangt, voor een veel langere tijd nodig heeft om tot het gewenste resultaat te komen. Nu de plaatsing bij Bergse Bos een tijdelijke oplossing is, is er de afgelopen periode gezocht naar een passende vervolgplek voor [naam kind]. Gelet op de complexiteit van haar hulpvraag, bestaat er op dit moment geen passende vervolgplek voor [naam kind]. Dit betekent dat er een maatwerkoplossing gecreëerd moet worden. Het is van belang dat [naam kind] begeleid wordt door een team aan vaste begeleiders. Tegelijkertijd moet [naam kind] gediagnosticeerd worden en aanvullende specialistische hulpverlening ontvangen. De kinderrechter stelt vast dat alle bij de zorg voor [naam kind] betrokken partijen welwillend zijn, maar dat de uitzonderlijke situatie van [naam kind] enorme praktische belemmeringen oplevert. Het is een opgave om daar mee om te gaan, maar dat mag niet in het nadeel van [naam kind] uitwerken.
Aangezien de begeleiding die [naam kind] nodig heeft, op dit moment alleen in Bergse Bos geboden kan worden, is het voortzetten van de plaatsing totdat er een maatwerkplek is gemaakt, van belang. Met het gebrek aan een passende vervolgplek is de kinderrechter van oordeel dat het verlengen van de gesloten plaatsing van [naam kind] op dit moment noodzakelijk is om de veiligheid van [naam kind] te waarborgen. De kinderrechter zal de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 7 juli 2021 tot 7 januari 2021;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2021 door
mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van S. de Leeuw, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 16 juli 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.