In boetezaak 201901170 schrijven de toezichthouder in het rapport van bevindingen van 21 september 2018 onder meer het volgende.
“
Datum en tijdstip van de bevinding: woensdag 12 september 2018 omstreeks 23:45 uur (toezichthouder 36694) en 13 september 2018 omstreeks 04:45 uur (toezichthouder 37445).
Het is vastgesteld bij [eiseres] dat de laatste container met levende vleeskuikens om 23:45 uur op de band geplaatst mag worden voor slachten. Dit is bepaald om uitloop te voorkomen en om genoeg tijd voor de schoonmaak te hebben tussen twee opeenvolgende slachtdagen.
Bevindingen 12 september 2018 omstreeks 23:45 uur:
Ik, toezichthouder met nummer 36694, hield regulier toezicht op woensdag 12 september 2018 tijdens de tweede shift van de dag. Tijdens mijn toezicht bevond ik mij in de aanvoerhal van [eiseres] Er was mij gedurende de dienst al meegedeeld dat, door een aantal storingen tijdens de slachtdag, mogelijk niet alle kuikens op tijd gedood zouden kunnen worden. Omdat er tijdens de avond nog een storing van circa tien minuten plaatsvond, werd duidelijk dat niet alle kuikens voor humane consumptie geslacht kondenworden.
Daarom ben ik rond 23:45 uur gaan kijken hoeveel containers er nog stonden in de aanvoerhal, welke de volgende slachtdag pas geslacht zouden gaan worden. Ik zag daar dat 17 containers (zelf geteld en meegedeeld door de chef van de aanvoerhal) vol met levende vleeskuikens van koppel [pluimveehouder] stal 2 (chauffeur [naam] ) in de aanvoerhal stonden (zie bijlage: planning).
Volgens planning zou dit het één na laatste te slachten koppel van de dag zijn. Wegens de storingen tijdens de slachtdag, waardoor bij de verantwoordelijke medewerkers van [eiseres] inzichtelijk werd dat mogelijk niet alle kuikens op tijd geslacht zouden kunnen worden, werd omstreeks 20:30 uur gestart met de slacht van het laatst geplande koppel ( [pluimveehouder] , stal 1, zie planning). Dit koppel was Salmonella positief en dient logistiek (als laatste) geslacht te worden, om besmetting via de slachtlijn van salmonella negatieve koppels tevoorkomen.
Ik informeerde toen mijn collega toezichthouder die de volgende ochtend toezicht bij [eiseres] zou komen houden via een schriftelijke notitie dat er 17 containers vol met levende vleeskuikens bleven staan in de aanvoerhal.
Bevindingen 13 september 2018 omstreeks 04:45 uur
Ik, toezichthouder met nummer 37445, hield regulier toezicht op donderdag 13 september 2018 tijdens de eerste shift van de dag. Mijn collega toezichthouder die op 12 september 2018 toezicht hield tijdens de laatste shift van de dag, had mij (via een schriftelijke notitie door haar geschreven op 12 september 2018 aan het eind van haar dienst en door mij gelezen op 13 september 2018 bij aanvang van mijn dienst) op de hoogte gesteld van het gegeven dat 17 containers met vleeskuikens niet conform de dagplanning (zie bijlage) zouden worden geslacht. Tijdens mijn toezicht bevond ik mij in de aanvoerhal van [eiseres] Ik zag in de aanvoerhal 17 containers met vleeskuikens van koppel [pluimveehouder] stal 2 staan welke conform dagplanning (zie bijlage) niet waren geslacht op 12 september 2018.
Op 14 september 2018 heb ik de laadbon en de weegbon van de chauffeur van de 17 containers opgevraagd (zie bijlagen laadbon & weegbon). Hieruit bleek dat de start van de laadtijd van de kuikens bij de mester op 12 september 2018 omstreeks 09:15 uur was (zie bijlage laadbon) De kuikens arriveerden op het slachthuis op 12 september 2018 omstreeks 17:20 uur (zie bijlage weegbon). De kuikens werden op 13 september tussen 04:45 uur& 05:11 uur geslacht.
De vleeskuikens werden, tijdens het verblijf in de containers van omstreeks 09:15 uur op 12 september 2018 tot omstreeks 05:11 uur op 13 september 2018 (tijdens laden, transport en wachtperiode op het slachthuis), van zorg onthouden.
Ik stelde vast dat de dieren langer dan 12 uur van drinkwater onthouden waren, hierbij is de laadperiode op de pluimveehouderij en de lostijd op het slachthuis meegerekend.
De dieren zijn op de pluimveehouderij, voordat het transport aanving, reeds nuchter gezet. Op basis van mijn deskundigheid als dierenarts mag gesteld worden dat deze kuikens een toenemend honger- en dorstgevoel hebben gehad, wat gelijk staat aan vermijdbare stress en lijden. De exploitant is tekortgeschoten in de zorg voor deze dieren door ze drinkwater teonthouden.”