Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1] ,
[naam eiser 2],
[naam eiser 3],
1..De procedure
- de dagvaarding van 11 december 2020, met producties 1 tot en met 8,
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 14,
- de brief van de rechtbank van 15 april 2021 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- de spreekaantekeningen van [eisers]
- de spreekaantekeningen van Gemeente,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 14 juli 2021.
2..De feiten
“Bent u de afgelopen vijf jaar als verdachte aangemerkt?”het antwoord
“Nee”aangekruist.
3..Het geschil
4..De beoordeling
Bent u de afgelopen vijf jaar als verdachte aangemerkt?” ten onrechte met “nee” heeft beantwoord. [eisers] stellen echter dat dat geen grond is voor een negatief Bibob-advies en daarmee voor ontbinding door de Gemeente, omdat [naam eiser 3] zich er nooit van bewust is geweest dat hij als verdachte was aangemerkt. De Gemeente heeft haar verweer onderbouwd met het politierapport en correspondentie tussen [naam eiser 3] en de politie, waaronder een volgens de politie in persoon aan [naam eiser 3] overhandigde oproep voor verhoor. Uit deze stukken blijkt duidelijk dat [naam eiser 3] destijds als verdachte is aangemerkt en in het kader van het strafrechtelijk onderzoek, nota bene in het bijzijn van een door hem zelf in de arm genomen advocaat, is verhoord, waarbij hem als verdachte de cautie is gegeven. In het licht hiervan is de rechtbank van oordeel dat de stelling dat [naam eiser 3] ten tijde van het invullen van het Bibob-formulier niet wist dat hij destijds in 2017 als verdachte is aangemerkt geloofwaardigheid ontbeert. Dat [naam eiser 3] ook nu bij de mondelinge behandeling in strijd met het op ambtseed door de politie opgestelde proces-verbaal ontkent dat hij op zijn rechten als verdachte is gewezen, alsmede dat de oproep voor verhoor hem in persoon is overhandigd, draagt naar het oordeel van de rechtbank niet bij aan de geloofwaardigheid van de verklaring van [naam eiser 3] . [naam eiser 3] heeft dan ook naar het oordeel van de rechtbank vragen op het Bibob-vragenformulier in strijd met waarheid beantwoord wat het standupunt van de Gemeente dat hij onvoldoende medewerking heeft verleend aan het Bibob-onderzoek rechtvaardigt.
1.126,00(2 punten × tarief II à € 563,00)