ECLI:NL:RBROT:2021:9973

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 oktober 2021
Publicatiedatum
13 oktober 2021
Zaaknummer
C/10/624730 / HA RK 21-1017
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap op verzoek van de wettelijk vertegenwoordiger van de erfgenamen

Op 5 oktober 2021 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van [naam erflater], die op 9 januari 2021 is overleden. Het verzoek tot benoeming is ingediend door [naam verzoekster 1] en [naam verzoekster 2], waarbij [naam verzoekster 2] optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige erfgenamen [naam verzoekster 3] en [naam verzoekster 4]. De rechtbank heeft vastgesteld dat erflater geen testament heeft achtergelaten en dat hij ongehuwd was ten tijde van zijn overlijden. De erfgenamen hebben gezamenlijk een woning geërfd, die belast is met een hypotheekschuld, en er zijn ook andere gezamenlijke schulden. De rechtbank heeft besloten om zonder mondelinge behandeling uitspraak te doen, aangezien er geen andere belanghebbenden bekend zijn.

De rechtbank heeft het verzoek om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:203 BW beoordeeld. Het verzoeksters hebben aangegeven dat zij belang hebben bij de benoeming van een vereffenaar, omdat zij de onverdeeldheid van de nalatenschap willen opheffen en de gezamenlijke schulden willen afwikkelen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er voldoende redenen zijn om een vereffenaar te benoemen, gezien de belangen van de erfgenamen en de noodzaak om de nalatenschap professioneel te laten vereffenen. De besloten vennootschap [naam bedrijf] is benoemd tot vereffenaar, en de griffier is verzocht om deze benoeming in te schrijven in het boedelregister.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de rechtbank heeft de vereffenaar opgedragen om zijn benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant. Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Zittingsplaats Rotterdam
zaaknummer / rekestnummer: C/10/624730 / HA RK 21-1017
Beschikking van 5 oktober 2021
in de zaak van

1..[naam verzoekster 1] ,

wonende te [woonplaats verzoekster] ,
2.
[naam verzoekster 2], in haar hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordiger van:
a.
[naam verzoekster 3],
b.
[naam verzoekster 4],
wonende te [woonplaats] ,
verzoeksters,
advocaat mr. A.C. de Bakker te Hendrik-Ido-Ambacht.

1..Het procesverloop

1.1.
Op 17 augustus 2021 is ter griffie ingekomen het verzoekschrift om een vereffenaar te benoemen op grond van artikel 4:203 BW, met producties.
1.2.
Omdat er geen andere belanghebbenden dan verzoeksters bekend zijn, heeft de rechtbank besloten om zonder een mondelinge behandeling uitspraak te doen.

2..De vaststaande feiten

2.1.
Op 9 januari 2021 is te [plaatsnaam] overleden [naam erflater] , geboren op [geboortedatum erflater] te [geboorteplaats erflater] , laatstelijk wonende op het adres [adres erflater] (hierna: erflater).
2.2.
Uit het uittreksel uit het Centraal Testamentenregister blijkt dat erflater geen testament heeft opgesteld. Erflater was ten tijde van zijn overlijden ongehuwd en niet geregistreerd als partner.
2.3.
Erflater had samen met [naam verzoekster 2] (verzoekster 2, hierna: [naam verzoekster 2] ) twee kinderen, namelijk [naam verzoekster 3] (geboren op [geboortedatum verzoekster 3] 2011) en [naam verzoekster 4] (geboren op [geboortedatum verzoekster 4] 2013) (hierna: [naam verzoekster 3] en [naam verzoekster 4] ). [naam verzoekster 2] is de wettelijk vertegenwoordiger van [naam verzoekster 3] en [naam verzoekster 4] .
2.4.
[naam verzoekster 3] en [naam verzoekster 4] zijn op grond van het versterferfrecht de erfgenamen van erflater.
2.5.
[naam verzoekster 1] (verzoekster 1, hierna: [naam verzoekster 1] ) had een affectieve relatie met erflater tot de dag van zijn overlijden. [naam verzoekster 1] en erflater waren gezamenlijk eigenaar van de woning aan het [adres erflater] (hierna: de woning). Deze woning is belast met een hypotheekschuld. Ook hadden erflater en [naam verzoekster 1] andere gezamenlijke schuldeisers.
2.6.
De kantonrechter heeft bij beschikking van 22 juli 2021 [naam verzoekster 2] gemachtigd om namens [naam verzoekster 3] en [naam verzoekster 4] een gerechtelijke procedure te starten voor de benoeming van een vereffenaar in de nalatenschap van erflater.

3..Het verzoek en de beoordeling daarvan

3.1.
Het verzoek strekt tot de benoeming van de besloten vennootschap [naam bedrijf], gevestigd en kantoorhoudende te [adres], dan wel mr. A.C. de Bakker, verbonden aan de voornoemde vennootschap, tot vereffenaar van de nalatenschap van erflater, met een opdracht aan de griffier om de benoeming in te schrijven in het boedelregister.
3.2.
Erflater woonde op het moment dat hij overleed in [plaatsnaam] , zodat de rechtbank Rotterdam, op grond van artikel 268 lid 1 Rv, bevoegd is van de zaak kennis te nemen.
3.3.
Verzoeksters hebben verzocht op grond van artikel 4:203 lid 1 onder aanhef en onder a en b BW een vereffenaar te benoemen in de nalatenschap van erflater. Als de nalatenschap beneficiair is aanvaard, kan een erfgenaam, een belanghebbende of het Openbaar Ministerie op grond van artikel 4:203 BW verzoeken een vereffenaar te benoemen. In dit geval is sprake van een beneficiair aanvaarde nalatenschap, omdat [naam verzoekster 2] niet binnen drie maanden na het overlijden van erflater de keuze heeft gemaakt tussen (beneficiair) aanvaarden of verwerpen van de nalatenschap van erflater. Op grond van artikel 4:193 leden 1 en 2 BW geldt daarom de nalatenschap als door de erfgenamen beneficiair aanvaard.
3.4.
[naam verzoekster 1] heeft gesteld dat zij belang heeft bij de vereffening van de nalatenschap, omdat zij wenst dat de onverdeeldheid wordt opgeheven. Zij wil dat het onverdeelde aandeel van erflater in de woning aan haar wordt overgedragen en dat de nalatenschap wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de hypothecaire schuld. [naam verzoekster 2] heeft gesteld dat het haar aan kennis en kunde ontbreekt om de nalatenschap zelf ordelijk te kunnen afwikkelen en dat zij daartoe ook niet de financiële middelen heeft. [naam verzoekster 2] wil daarom graag dat de rechtbank een vereffenaar benoemt om de nalatenschap van erflater te vereffenen.
3.5.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op het voorgaande er voldoende reden is om een vereffenaar te benoemen, omdat de erfgenamen en [naam verzoekster 1] – die doordat zij mede- eigenaar is van de woning en gezamenlijke schulden heeft met erflater als belanghebbende kan worden aangemerkt – voldoende hebben onderbouwd dat zij een belang hebben bij de benoeming van een vereffenaar. Tot de nalatenschap behoort immers de onverdeelde woning van erflater en [naam verzoekster 1] en tevens zijn er gezamenlijke schulden. Het is onbekend of erflater daarnaast nog andere schuldeisers had, hetgeen een vereffenaar moet uitzoeken. Nu [naam verzoekster 2] heeft aangegeven dat zij zelf niet in staat is om de nalatenschap te vereffenen, hebben [naam verzoekster 2] en [naam verzoekster 1] er belang bij dat dit door een professionele vereffenaar gebeurt.
3.6.
De rechtbank zal de besloten vennootschap [naam bedrijf] tot vereffenaar te benoemen, die zich daartoe ook bereid heeft verklaard. De vereffenaar dient deze benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant. De griffier zal deze benoeming in het boedelregister inschrijven.

4..De beslissing

De rechtbank
benoemt de besloten vennootschap [naam bedrijf], gevestigd te Nieuw-Lekkerland (kantooradres: [adres] ) tot vereffenaar in de nalatenschap van:
[naam erflater] ,
geboren op [geboortedatum erflater] te [geboorteplaats erflater] ,
laatstelijk wonende aan het [adres erflater] ,
overleden op 9 januari 2021 is te [plaatsnaam] ,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
verzoekt de griffier de benoeming onverwijld in te schrijven in het boedelregister van de rechtbank op voet van het bepaalde in artikel 4:206 lid 6 BW;
verzoekt de griffier de kantonrechter te Rotterdam, locatie Rotterdam, op de hoogte te stellen van deze benoeming;
draagt de vereffenaar op zijn benoeming bekend te maken in de (digitale) Staatscourant.
Deze beschikking is gegeven door mr. G.A.F.M. Wouters en in het openbaar uitgesproken op 5 oktober 2021. [1]
3120

Voetnoten

1.Tegen deze beschikking kan - voor zover er definitief is beslist - door tussenkomst van een advocaat hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag. De verzoekende partij en verschenen belanghebbenden dienen het hoger beroep binnen de termijn van drie maanden na de dag van de uitspraak in te stellen. Andere belanghebbenden dienen het beroep in te stellen binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.