In deze zaak heeft de kinderrechter op 5 oktober 2021 een beschikking gegeven over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van twee minderjarige kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De ouders van de kinderen zijn in juli 2021 uit elkaar gegaan en de kinderen zijn op 14 september 2021 onder toezicht gesteld. De Raad voor de Kinderbescherming heeft zorgen geuit over de hygiëne en veiligheid in de thuissituatie van de moeder, wat heeft geleid tot een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing. De kinderen verblijven momenteel bij de vader, waar zij volgens de Raad beter aan hun behoeften kunnen voldoen. De moeder heeft verweer gevoerd tegen de uithuisplaatsing en stelt dat de situatie in haar woning inmiddels is verbeterd. De kinderrechter heeft echter geconcludeerd dat de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen en de thuissituatie bij de moeder nog steeds ernstig zijn. De kinderrechter heeft besloten de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 14 december 2021, zodat de Raad verder onderzoek kan doen naar de situatie van de kinderen en de ouders. De kinderrechter benadrukt het belang van een goede omgang tussen de moeder en de kinderen, en dat de mogelijkheden daartoe onderzocht moeten worden.