ECLI:NL:RBROT:2022:10019

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 oktober 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
C/10/645733 / JE RK 22-2330
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking ondertoezichtstelling van een minderjarige met ernstige ontwikkelingsbedreigingen

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2022 een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 4 oktober 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin zorgen worden geuit over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige]. De minderjarige, geboren in 2005 in Spanje, woont bij zijn moeder, die het ouderlijk gezag uitoefent. Er zijn zorgen over zijn stemming, schoolverzuim en gedragsproblemen, die zijn ontstaan na een periode van financiële problemen in het gezin. De Raad verzoekt om de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot aan zijn meerderjarigheid, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

Tijdens de mondelinge behandeling op 28 oktober 2022 zijn zowel [voornaam minderjarige] als zijn moeder gehoord, bijgestaan door een tolk en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instellingen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging, zoals bedoeld in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De moeder heeft moeite om [voornaam minderjarige] te begeleiden en te motiveren, wat leidt tot een stagnatie in zijn ontwikkeling. Ondanks eerdere hulpverlening is er geen blijvende positieve verandering opgetreden.

De kinderrechter heeft besloten om [voornaam minderjarige] onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, met ingang van 28 oktober 2022 tot 9 juni 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De kinderrechter benadrukt het belang van voortvarendheid in de begeleiding van [voornaam minderjarige] naar zijn meerderjarigheid, waarbij aandacht moet zijn voor zijn stemmingsproblemen, schoolgang en de ouder-kindrelatie. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door belanghebbenden binnen drie maanden na betekening.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaaknummer: C/10/645733 / JE RK 22-2330
datum uitspraak: 28 oktober 2022

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam minderjarige] , geboren op [geboortedatum minderjarige] 2005 te [geboorteplaats minderjarige] (Spanje),

hierna te noemen: [voornaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 4 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op 7 oktober 2022;
- de brief van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering (hierna te noemen: de GI LJ&R) van 11 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op 17 oktober 2022;
- het gewijzigde verzoekschrift van de Raad van 18 oktober 2022, ingekomen bij de griffie op 18 oktober 2022.
Op 28 oktober 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige] , die apart is gehoord;
- de moeder, bijgestaan door mw. [naam tolk] , tolk in de Spaanse taal;
- mw. [naam persoon 1] , namens de Raad;
- mw. [naam persoon 2] en mw. [naam persoon 3] , namens de GI LJ&R;
- dhr. [naam persoon 4] , namens de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (hierna te noemen: de GI JBRR);
- mw. [naam persoon 5] , de persoonlijk begeleider van de moeder vanuit Leger des Heils.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige] woont bij de moeder.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige] tot aan de datum van meerderjarigheid, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

De standpunten

De Raad heeft het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. Er zijn zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] . Hij heeft veel meegemaakt in zijn leven. De financiële problemen in het gezin hebben geleid tot wisselingen in verblijfplek. Op 11-jarige leeftijd is er een gedragsverandering ontstaan bij [voornaam minderjarige] . Er bestaan zorgen over zijn stemming en er is al langere tijd sprake van schoolverzuim. De kans bestaat dat [voornaam minderjarige] geen startkwalificatie zal behalen. De moeder heeft moeite om [voornaam minderjarige] te begrenzen. Het is belangrijk dat de moeder binnen het kader van de ondertoezichtstelling vaardigheden krijg aangeleerd om [voornaam minderjarige] aan te sturen en te begeleiden naar volwassenheid. Ook de band tussen [voornaam minderjarige] en de moeder dient te worden hersteld. Omdat het gezin niet binnen de doelgroep van de GI LJ&R valt, verzoekt de Raad om de GI JBRR als uitvoerende instantie te benoemen.
De GI LJ&R heeft medegedeeld dat er in deze casus sprake is van gedragsproblemen en ouder-kind relatieproblemen. Deze problematiek valt niet binnen de doelgroep van de GI LJ&R. Bij brief van 11 oktober 2022 is daarom verzocht om de GI JBRR met de uitvoering van de kinderbeschermingsmaatregel te belasten.
De GI JBRR heeft medegedeeld dat onbekend is of er een vaste jeugdbeschermer beschikbaar is om de zaak op te pakken. Wel zullen er gesprekken met [voornaam minderjarige] en de moeder plaatsvinden en zal er een teamtafel worden gepland, zodat bekeken kan worden welke vorm van hulpverlening nodig is en ingezet zal worden. Het is belangrijk dat er meer zicht komt op de thuissituatie. De GI JBRR onderschrijft de noodzaak van een ondertoezichtstelling en is bereid om de maatregel uit te voeren.
De moeder heeft medegedeeld dat zij al langere tijd om hulp vraagt, omdat zij niet veel controle heeft over [voornaam minderjarige] . Hij luistert niet naar haar. De moeder vindt het heel zorgelijk dat [voornaam minderjarige] niet naar school wil gaan. Zij wil hier graag hulp bij krijgen.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. Er is sprake van een ernstige ontwikkelingsbedreiging. [voornaam minderjarige] vertoont zelfbepalend gedrag en er bestaan zorgen over zijn stemming, middelengebruik en verstoorde dag- en nachtritme. Ook is er al langere tijd sprake van fors schoolverzuim. Hierdoor stagneert de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] en bestaat er een reële kans dat hij geen diploma en startkwalificatie zal behalen. De moeder heeft geen grip op [voornaam minderjarige] en is onvoldoende in staat om hem te motiveren in zijn schoolgang. Het lukt haar niet om aan te sluiten bij de ontwikkelingsbehoeften van [voornaam minderjarige] en hem te begeleiden naar volwassenheid.
Er zijn verschillende vormen van hulpverlening ingezet in het vrijwillige kader, maar dit heeft niet tot een blijvende positieve verandering geleid. Hoewel de moeder bereid is om hulpverlening te ontvangen, lukt het haar niet om zelfstandig de zorgen omtrent de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] weg te nemen. De kinderrechter is daarom van oordeel dat het gedwongen kader van een ondertoezichtstelling noodzakelijk is, zodat een jeugdbeschermer in samenspraak met de moeder en [voornaam minderjarige] kan bekijken welke vorm van hulpverlening nodig is en deze hulp vervolgens kan organiseren. Er dient onder meer aandacht te zijn voor de stemmingsproblemen en schoolgang van [voornaam minderjarige] alsmede de ouder-kindrelatie. Ook kan bekeken worden of er een mogelijkheid is voor een plaatsing van [voornaam minderjarige] bij een kamertrainingscentrum (KTC), nu [voornaam minderjarige] binnen afzienbare tijd de leeftijd van achttien jaar zal bereiken. Het is van belang dat er binnen de ondertoezichtstelling voortvarend te werk wordt gegaan, zodat [voornaam minderjarige] adequaat kan worden begeleid naar zijn meerderjarigheid, waarbij meer zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van hem zal worden gevraagd. De kinderrechter zal [voornaam minderjarige] onder toezicht stellen tot aan zijn meerderjarigheid, te weten tot
9 juni 2023.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [voornaam minderjarige] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 28 oktober 2022 tot 9 juni 2023;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2022 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Spaans, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 10 november 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.