ECLI:NL:RBROT:2022:10062

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 november 2022
Publicatiedatum
21 november 2022
Zaaknummer
C/10/636757 / JE RK 22-874
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 7 november 2022 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, betreffende de minderjarige [naam kind01]. De kinderrechter heeft een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend, die ingaat op 27 november 2022 en geldig is tot 27 februari 2023. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om [naam kind01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te plaatsen, vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die zijn ontwikkeling belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind01] al enige tijd klaar is voor een open vervolgplek, maar dat bureaucratische obstakels de procedure vertragen. De moeder en de GI hebben hun zorgen geuit over de situatie van [naam kind01], die zich wil ontwikkelen maar vastzit in de huidige gesloten plaatsing. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk twee weken voor de volgende zitting op 26 januari 2023 te rapporteren over de stand van zaken en om contactgegevens van de Zorgbemiddeling Rotterdam te verstrekken. De kinderrechter benadrukt dat [naam kind01] niet de dupe mag worden van het systeem en dat er gezocht moet worden naar een passende vervolgplek in de regio.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens : C/10/636757 / JE RK 22-874
datum uitspraak: 7 november 2022

beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende
[naam kind01], geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,
Advocaat: mr. E.J.M. Daalhuizen.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van deze rechtbank van 11 augustus 2022 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- de briefrapportage van de GI van 25 oktober 2022, inclusief bijlage, ingekomen bij de griffie op 17 oktober 2022;
- de instemmende verklaring van 4 november 2022 van de gekwalificeerde
gedragswetenschapper, ingekomen bij de griffie op 7 november 2022.
Op 7 november 2022 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- [naam kind01] , die tevens voorafgaand aan de mondelinge behandeling apart is gehoord, bijgestaan door zijn advocaat,
- de moeder,
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam02] .
De kinderrechter heeft bijzondere toegang tot de zitting verleend aan:
- de grootmoeder moederszijde, [naam03] ;
- de partner van de moeder, [naam04] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind01] verblijft op een gesloten groep van [naam instelling01].
De kinderrechter heeft [naam kind01] bij beschikking van 27 mei 2021 onder toezicht gesteld. Deze maatregel is nadien verlengd, voor het laatst tot 27 mei 2023. Bij beschikkingen van 17 mei 2022 en 11 augustus 2022 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend, voor het laatst tot 27 november 2022. Het verzoek voor het overige deel, te weten tot 27 mei 2023, is aanhouden tot deze zitting.

Het aangehouden verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [naam kind01] in een gesloten accommodatie voor
jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van twaalf maanden.
De kinderrechter moet nu nog beslissen op de periode tot 27 mei 2023.
De GI heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht. De GI is van mening dat [naam kind01] toe is aan een open vervolgplek, maar is in afwachting van ’s Heerenloo en Pameijer voor deze plek. Vanuit Zorgbemiddeling Rotterdam ligt er druk bij deze partijen, omdat zij ingekocht zijn. De GI heeft geen toestemming gekregen om buiten regionaal te zoeken in verband met de financiering. De GI heeft verzocht de gesloten machtiging voor de duur van drie maanden te verlengen en voor het overige aan te houden.

Het standpunt van belanghebbenden

De moeder heeft naar voren gebracht dat de moed bij [naam kind01] in zijn schoenen zakt. Hij is 17 jaar en hij wil zich graag ontwikkelen, maar hij zit vast.
Namens en door [naam kind01] is aangevoerd dat [naam kind01] klaar is voor de vervolgstap naar open, maar het is de financiering voor deze vervolgplek die de procedure vertraagd. Wellicht is het een optie om spoedig een vervolgzitting te plannen, waarbij ook de Zorgbemiddeling Rotterdam wordt uitgenodigd. De individuele aanpak is heel belangrijk voor [naam kind01] .

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De kinderrechter overweegt dat [naam kind01] al enige tijd klaar is voor een open vervolgplek in zijn eigen regio. [naam kind01] heeft sinds 17 mei 2022 laten zien dat hij zich kan houden aan de afspraken. [naam kind01] reist in de verlofweekenden zelfstandig met het openbaar vervoer naar Rotterdam en laat zien dat hij zorg wil en kan dragen voor zijn zoontje. De jeugdbeschermer zet zich in voor een open vervolgplek en heeft regelmatig contact met de Zorgbemiddeling Rotterdam, maar bureaucratische aspecten lijken op dit moment de procedure te vertragen. De kinderrechter acht dit niet in het belang van [naam kind01] , aangezien een minderjarige niet langer dan noodzakelijk op een gesloten plek dient te verblijven.
Tegelijkertijd ziet de kinderrechter op dit moment geen andere mogelijkheid dan het verzoek van de GI wederom voor korte duur toe te wijzen. [naam kind01] is van maart 2021 tot november 2021 ook gesloten geplaatst geweest. Mede in verband met een steekincident is [naam kind01] toen thuisgeplaatst. De zorgen om [naam kind01] zijn daarna toegenomen, omdat de hulpverlening onvoldoende intensief was en [naam kind01] zich aan de wel aanwezige hulpverlening onttrok. Een thuisplaatsing op dit moment is daarom niet aan de orde.
Dit is anders voor een open vervolgplek in de regio, zo volgt ook uit de recente verklaring van de gedragswetenschapper. [naam kind01] is gestabiliseerd. Zijn gedrag is van een andere orde dan een aantal maanden terug. Wel is van belang dat de woon- en opvoedingssituatie voor [naam kind01] voldoet aan veel structuur, duidelijkheid en nabijheid van volwassenen / begeleiding. Een plaatsing in de omgeving van Rotterdam is op dit moment in zijn belang, zodat hij minder reistijd heeft en zich kan richten op zijn toekomst met zijn zoontje en op zijn toekomst wat betreft opleiding / werk en vrije tijdsbesteding. Gedacht wordt aan een setting met verstandelijk beperkten, waarbij ook rekening wordt gehouden met mogelijk achterliggende ADHD. Hierbij zou moeten worden gekeken naar een langere termijn, zodat hij niet steeds van plek naar plek hoeft te gaan. De kinderrechter benadrukt nogmaals (zie ook de beschikking van 11 augustus 2022) dat [naam kind01] niet de dupe mag worden van het systeem, waarbij uitsluitend wordt gekeken naar ingekochte zorgaanbieders.
De kinderrechter zal wederom een machtiging voor de duur van drie maanden verlenen en het verzoek voor het overige aanhouden. De kinderrechter verzoekt de GI uiterlijk twee weken voor de genoemde zittingsdatum te rapporteren over de stand van zaken en aan te geven of het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd. Indien er een andere passende plek is gevonden, zal de GI daarvoor tijdig een passend verzoek moeten indienen. Indien er tegen die tijd nog geen passende plek is gevonden, verzoekt de kinderrechter de GI om de contactgegevens van de Zorgbemiddeling Rotterdam te overleggen. De kinderrechter zal Zorgbemiddeling Rotterdam dan als informant oproepen, opdat zij rechtstreeks informatie kunnen verstrekken waarom er nog geen passende vervolgplek voor [naam kind01] is gevonden.
De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van drie maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 27 november 2022 tot uiterlijk 27 februari 2023;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing op het resterend deel van het verzoek aan en bepaalt dat het verdere verhoor van de GI, de moeder, [naam kind01] en mr. E.J.M. van Daalhuizen zal plaatsvinden op
26 januari 2023 te 10:30 uurin het gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de moeder, en mr. E.J.M. van Daalhuizen;
gelast de oproeping van [naam kind01] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
verzoekt de GI
uiterlijk twee wekenvoor de genoemde datum de kinderrechter de verzochte rapportage te doen toekomen;
verzoekt de GI de contactgegevens van de Zorgbemiddeling Rotterdam te doen toekomen voor de oproeping van Zorgbemiddeling Rotterdam als informant voor voormelde zitting (indien het verzoek blijft gehandhaafd).
Deze beschikking is gegeven door mr. K.J. van den Herik, kinderrechter, in tegenwoordigheid van J.A. van Soest als griffier en in het openbaar uitgesproken op 7 november 2022.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 21 november 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.