Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- [schuldenaar01] , schuldenaar;
- J.M. van der Linden, advocaat;
- V. Wennekers, beschermingsbewindvoerder;
- M.A.T. Noordzij, bewindvoerder;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 september 2022 uitspraak gedaan in het kader van een schuldsaneringsregeling. De schuldenaar, die onder bewind stond, had in 2018 de schuldsaneringsregeling aangevraagd. De looptijd van deze regeling was vastgesteld op vier jaar, tot 6 april 2022. Gedurende deze periode diende de schuldenaar zich te houden aan verschillende verplichtingen, waaronder het informeren van de bewindvoerder over zijn financiële situatie en het afdragen van zijn inkomen boven een vrij te laten bedrag aan de boedel.
Tijdens de procedure is gebleken dat de schuldenaar tekort is geschoten in zijn informatieplicht. De bewindvoerder heeft vastgesteld dat de schuldenaar diverse transacties op zijn bankrekening niet heeft gemeld, waaronder een bedrag van € 10.000,-- dat hij had ontvangen en dat volgens de bewindvoerder aan de boedel toekwam. Ook andere bedragen, zoals een smartengelduitkering en opbrengsten van de verkoop van inboedelgoederen, zijn niet correct gerapporteerd. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar niet voldoende had aangetoond dat deze bedragen niet aan de boedel toebehoorden en dat hij zijn verplichtingen niet was nagekomen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de tekortkomingen van de schuldenaar, ondanks zijn argumenten dat hij onder beschermingsbewind stond, niet te verontschuldigen waren. De rechtbank heeft daarom besloten de schone lei te weigeren, wat betekent dat de schuldenaar niet in aanmerking komt voor kwijtschelding van zijn schulden. De rechtbank heeft ook het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en bepaald dat de schuldsaneringsregeling eindigt op het moment dat de slotuitdelingslijst verbindend is geworden, maar dat de verplichtingen van de schuldenaar zijn geëindigd op 6 april 2022.