Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 december 2022 in de zaken tussen
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. J.J. van Giezen-Groenewoud, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op
6 december 2022.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 6 december 2022 uitspraak gedaan in een aantal zaken betreffende bezwaarschriften tegen aanslagen lokale belastingen voor het jaar 2021. De eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. D.A.N. Bartels, hebben bezwaar gemaakt tegen de besluiten van de heffingsambtenaar van het Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling, die de bezwaren niet-ontvankelijk heeft verklaard vanwege het ontbreken van een schriftelijke machtiging. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers herhaaldelijk in de gelegenheid zijn gesteld om de ontbrekende machtigingen over te leggen, maar dat zij dit niet tijdig hebben gedaan. Tijdens de zitting op 5 december 2022 heeft de gemachtigde van eisers enkel zonder onderbouwing gesteld dat de machtigingen tijdig waren overgelegd, wat door de rechtbank niet werd erkend. De rechtbank oordeelde dat het beroep ongegrond was, omdat de eisers niet voldaan hadden aan de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) met betrekking tot het indienen van een machtiging. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor het toekennen van een vergoeding voor immateriële schade of voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Den Haag.