ECLI:NL:RBROT:2022:10616
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling met betrekking tot kwade trouw en belastingschuld
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die in loondienst werkt en een beschermingsbewindvoerder heeft, heeft een verzoekschrift ingediend omdat hij in financiële problemen verkeert. Tijdens de zitting op 6 oktober 2022 is de verzoeker gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in de afgelopen vijf jaar niet te goeder trouw is geweest met betrekking tot het ontstaan van zijn schulden, met name de schuld aan de Belastingdienst. Ondanks deze kwade trouw heeft de rechtbank geoordeeld dat de omstandigheden van de verzoeker zodanig zijn veranderd dat hij nu in staat is om zijn verplichtingen na te komen. De rechtbank heeft daarbij gekeken naar het feit dat de verzoeker zijn onderneming heeft gestaakt, geen nieuwe schulden maakt en hulp krijgt van zijn bewindvoerder. De rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan worden toegewezen, ondanks de eerdere kwade trouw, omdat de verzoeker zijn situatie heeft gestabiliseerd. De rechtbank heeft mr. M. Aukema benoemd tot rechter-commissaris en heeft een voorschot op de vergoeding van de bewindvoerder toegekend. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. N.A. Masrom.