Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam01],
1.De procedure
- de inleidende dagvaarding van 7 maart 2022, met bijlagen;
- het verstekvonnis van 29 maart 2022;
- de verzetdagvaarding van 30 mei 2022, met bijlagen;
- de brief van 28 juni 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
2.De feiten
3.Het geschil
- [bedrijf02] te veroordelen aan haar te betalen € 3.743,59 aan hoofdsom, te vermeerderen met wettelijke rente;
- [bedrijf02] te veroordelen aan haar te betalen € 499,37 aan buitengerechtelijke incassokosten;
- [bedrijf02] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- voor recht te verklaren dat [bedrijf01] ten onrechte de op haar rustende verplichting tot afgifte van de auto, beide motoren met toebehoren en onderdelen, heeft opgeschort en daarmee richting [bedrijf02] onrechtmatig heeft gehandeld;
- voor recht te verklaren dat [bedrijf01] op grond van deze onrechtmatige daad aansprakelijk is tot vergoeding van de door [bedrijf02] daardoor geleden en nog te lijden schade;
- [bedrijf01] te veroordelen tot afgifte van de auto inclusief beide motoren met toebehoren en onderdelen, op straffe van het verbeuren van een dwangsom van € 250,00 per dag dat [bedrijf01] daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 7.500,00;
- [bedrijf01] te veroordelen om aan [bedrijf02] te betalen de door [bedrijf02] geleden en nog te lijden schade op te maken bij staat, met veroordeling van [bedrijf01] om aan [bedrijf02] bij wijze van voorschot op deze schade te voldoen een bedrag van € 5.000,00;
- [bedrijf01] te veroordelen in de proceskosten van het geding in voorwaardelijke reconventie.
4.De beoordeling
Nietigheid dagvaarding
€ 60,00 is overeengekomen, draagt [bedrijf01] op grond van artikel 150 Rv de bewijslast van die stellingen. [bedrijf01] heeft aangeboden dit bewijs te leveren; de kantonrechter zal haar daartoe de gelegenheid bieden.
nietslaagt in haar bewijsopdracht, dan zal haar vordering alsnog worden afgewezen en wordt aan een beoordeling van de eis in reconventie toegekomen.
5.De beslissing
- [bedrijf02] aan [bedrijf01] opdracht heeft gegeven om de werkzaamheden die in de factuur van
- die werkzaamheden door [bedrijf01] zijn uitgevoerd;
- voor deze werkzaamheden een uurtarief van € 60,00 is overeengekomen;
- [bedrijf01] zich ter rolzitting van
- indien zij dat wil doen door schriftelijke bewijsstukken, zij die dan dadelijk bij die akte in het geding moet brengen;
- indien zij getuigen wenst voor te brengen, zij in die akte opgave moet doen van naam en woonplaats van de door haar voor te brengen getuigen alsook van de verhinderdata van beide partijen en de getuigen voor de daaropvolgende vier maanden; [bedrijf01] zal te zijner tijd zelf zorg hebben te dragen voor behoorlijke oproeping van de getuigen;