4.2.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair en 3 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1. primair
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in de periode van 18 juni 2012 tot en met 1 maart 2013 te 's-Gravenhage, één of meerdere geschriften, te weten:
- een aanvraag WW d.d. 19 januari 2013 en
- een Uitzendovereenkomst Fase A met uitzendbeding tussen [bedrijf01] (werkgever) en [naam02] (werknemer) d.d. 18 juni 2012
(elk) zijnde een geschrift die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft opgemaakt of heeft doen of laten opmaken, zulks (telkens) met het oogmerk om die geschriften als echt en onvervalst te gebruiken en (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van die valse geschriften als ware die geschriften echt en onvervalst bestaande die valsheden uit:
- het - in strijd met de waarheid - op de aanvraag WW vermelden dat [bedrijf01] de werkgever van verdachte betreft en
- het - in strijd met de waarheid - binnen die uitzendovereenkomst vermelden dat verdachte als werknemer bij [bedrijf01] (werkgever) werkzaam is en
bestaande dat gebruikmaken uit:
- het ter verkrijging van een WW-uitkering verstrekken van die valse geschriften aan de UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen);
2. primair
hij op één of meerdere tijdstip(pen) in de periode van 1 december 2013 tot en met 24 december 2013 te 's-Gravenhage, een geschrift, te weten:
- een aanvraag WW d.d. 14 december 2013 (blz 61)
zijnde een geschrift die bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen valselijk heeft opgemaakt of heeft doen of laten opmaken, zulks (telkens) met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van dat valse geschrift als ware dat geschrift echt en onvervalst bestaande die valsheid uit:
- het - in strijd met de waarheid - op de aanvraag WW vermelden dat [bedrijf01] de werkgever van verdachte betreft en
bestaande dat gebruikmaken uit:
- het ter verkrijging van een WW-uitkering verstrekken van dat valse geschrift aan de UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen);
3.
hij in de periode van 27 januari 2014 tot en met 27 februari 2015 te 's-Gravenhage, in strijd met een bij of krachtens wettelijk voorschrift (te weten artikel 49 Ziektewet) opgelegde verplichting, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens te verstrekken aan de UWV (Uitvoeringsinstituut
Werknemersverzekeringen), immers heeft hij verdachte (in die periode), niet aan het UWV medegedeeld of kenbaar gemaakt dat hij:
- in die periode (tegen betaling) werkzaam is geweest bij [bedrijf01]
zijnde een gegeven waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit gegeven van belang was voor de vaststelling van het recht op een verstrekking of tegemoetkoming – namelijk een uitkering krachtens de Ziektewet – dan wel voor de hoogte of de duur van voornoemde verstrekking of tegemoetkoming, zulks terwijl dit feit kon strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.