Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[naam01] ,
[naam02],
[naam03],
1.De procedure
- de dagvaardingen van 3 mei 2022, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, hebben drie werknemers van Linde Gas Benelux B.V. (hierna: Linde Gas) een vordering ingesteld tegen hun werkgever. De werknemers, aangeduid als [naam01], [naam02] en [naam03], stelden dat Linde Gas een onkostenvergoeding had gewijzigd zonder zwaarwichtige redenen. Voorheen ontvingen zij een vaste onkostenvergoeding, maar Linde Gas had deze regeling veranderd naar een declaratiesysteem. De werknemers vorderden betaling van de onkostenvergoeding volgens de oude regeling, met rente en kosten.
De kantonrechter heeft op 16 december 2022 uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat de wijziging van de onkostenvergoeding geen wijziging van de arbeidsvoorwaarde inhield, maar slechts een wijziging in de uitvoering daarvan. De kantonrechter stelde vast dat de werknemers, zowel onder het oude als het nieuwe systeem, een vergoeding voor hun gemaakte onkosten ontvingen. De wijziging was gerechtvaardigd, gezien de veranderde omstandigheden door de coronacrisis en de digitalisering van klantcontacten, waardoor minder onkosten werden gemaakt.
De kantonrechter concludeerde dat de vorderingen van de werknemers niet toewijsbaar waren en dat Linde Gas de wijziging van de onkostenvergoeding mocht doorvoeren. De werknemers werden veroordeeld in de proceskosten, die door Linde Gas waren gemaakt. De totale proceskosten werden vastgesteld op € 996,00, vermeerderd met nakosten van € 124,00, en de uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.