ECLI:NL:RBROT:2022:11015
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om schadevergoeding en ontslag curator in faillissement Van Beers Trucking B.V.
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 9 december 2022 uitspraak gedaan in het faillissement van de besloten vennootschap Van Beers Trucking B.V. De schuldeiser, Van Beers Services B.V., heeft een verzoek ingediend op grond van artikel 69 van de Faillissementswet, waarin zij schadevergoeding eist van de curator. De schuldeiser stelt schade te hebben geleden door een gebrek aan voortvarendheid in de afwikkeling van het faillissement, onvoldoende informatie van de curator en het verstrijken van bezwaartermijnen met betrekking tot een vordering van het UWV. Daarnaast verzoekt de schuldeiser om het ontslag van de curator op dezelfde gronden.
De rechter-commissaris, mr. C.G.E. Prenger, heeft de verzoeken beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster ontvankelijk is, aangezien zij een schuldeiser van de gefailleerde is. Echter, het primaire verzoek om een boedelvordering te gelde te maken, kan niet via een verzoek ex artikel 69 Fw worden ingediend. Dit artikel is bedoeld om invloed uit te oefenen op het beheer van de failliete boedel en niet om individuele vorderingen te realiseren. De rechter-commissaris heeft ook opgemerkt dat het verzoek om de curator te ontslaan niet wordt ondersteund, omdat er geen zwaarwegende omstandigheden zijn aangetoond die een ontslag rechtvaardigen.
De rechter-commissaris heeft uiteindelijk de verzoeken afgewezen, waarbij zij heeft benadrukt dat de verzoekster de mogelijkheid heeft om een verzoek tot ontslag van de curator rechtstreeks bij de rechtbank in te dienen. De beslissing is genomen met inachtneming van de belangen van de schuldeisers en de noodzaak van terughoudendheid bij het ontslag van een curator.