ECLI:NL:RBROT:2022:11095
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Klacht over onvrijwillige zorg en schadevergoeding in de context van de Wet zorg en dwang
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 december 2022 een beschikking gegeven in een klachtprocedure die betrekking heeft op onvrijwillige zorg zoals bedoeld in de Wet zorg en dwang (Wzd). Verzoeker, die sinds 2010 bij ASVZ is opgenomen, heeft een klacht ingediend over het niet opnemen van onvrijwillige zorg in zijn behandelplan. Hij stelt dat de zorgaanbieder, Stichting ASVZ, de eisen van de Wzd niet heeft nageleefd, wat heeft geleid tot een ernstige inbreuk op zijn leven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de onvrijwillige zorg, waaronder de meldingsplicht en het niet zelfstandig naar buiten mogen, niet volgens de procedure van het stappenplan van de Wzd zijn opgenomen in het behandelplan. Dit heeft geleid tot veel onduidelijkheid en stress voor verzoeker.
De rechtbank heeft de klacht van verzoeker gegrond verklaard en een schadevergoeding van € 875,- toegewezen, berekend op basis van € 5,- per dag voor de periode waarin de Wzd niet in acht is genomen. Daarnaast heeft de rechtbank geoordeeld dat de fixatiemaatregelen niet correct zijn geëvalueerd, omdat er geen externe deskundige aanwezig was bij de evaluatie op 14 april 2022. De overige klachten van verzoeker, zoals toezicht bij douchen en ongevraagd binnenkomen van begeleiders, zijn ongegrond verklaard, omdat deze niet als onvrijwillige zorg zijn aangemerkt. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard ten aanzien van deze klachten.
De uitspraak benadrukt het belang van het volgen van de juiste procedures bij het toepassen van onvrijwillige zorg en de noodzaak om de rechten van cliënten te waarborgen.