ECLI:NL:RBROT:2022:11213
Rechtbank Rotterdam
- Bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Herroeping van bestuurlijke boete opgelegd aan administratiekantoor wegens overtreding van de Wwft
Op 21 december 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen [eiseres], een administratiekantoor, en het Bureau Financieel Toezicht (BFT). Het BFT had op 7 september 2021 een bestuurlijke boete van € 13.000 opgelegd aan [eiseres] wegens overtredingen van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Het BFT stelde dat [eiseres] niet had voldaan aan de verplichtingen van de Wwft, met name in verband met een verhoogd risico op witwassen bij haar cliënten, waaronder [De Stichting]. Na een bezwaarprocedure verklaarde DNB het bezwaar van [eiseres] ongegrond, waarna [eiseres] beroep instelde bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 30 september 2022 heeft de rechtbank de argumenten van beide partijen gehoord. [Eiseres] betwistte de overtredingen en stelde dat zij niet op de hoogte was van negatieve publiciteit over [De Stichting], die door het BFT als reden voor de boete werd aangevoerd. De rechtbank oordeelde dat het BFT niet voldoende had aangetoond dat [eiseres] op de hoogte was van de relevante informatie die een verhoogd risico op witwassen zou rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat het BFT de opgelegde boete niet buiten redelijke twijfel had aangetoond.
De rechtbank verklaarde het beroep van [eiseres] gegrond, vernietigde het bestreden besluit van het BFT en herroept de oorspronkelijke boete. Tevens werd bepaald dat het BFT het door [eiseres] betaalde griffierecht dient te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.