In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2022 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind1] en [naam kind2], geboren in 2008 en 2010. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 3 november 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om de ondertoezichtstelling van de kinderen voor een periode van twaalf maanden. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de kinderen als de ouders zijn gehoord. De Raad heeft aangegeven dat er sprake is van een zorgelijke en complexe situatie, waarbij de ouders kampen met psychische problemen, wat leidt tot een bedreiging van de ontwikkeling van de kinderen. De GI heeft de zorgen van de Raad bevestigd en benadrukt dat er veel hulpverlening is ingezet, maar dat de betrokkenheid van een regievoerder noodzakelijk is om de belangen van de kinderen te behartigen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de opvoedingsomgeving van [naam kind1] en [naam kind2] ernstig bedreigend is voor hun ontwikkeling. De ouders zijn niet in staat om de ontwikkelingsbedreiging onder controle te krijgen, ondanks een voorzichtige positieve lijn in de thuissituatie. De kinderrechter heeft daarom besloten om de kinderen onder toezicht te stellen van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, met ingang van 29 november 2022 tot 29 november 2023. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden na de uitspraak worden ingesteld door de verzoekers of andere belanghebbenden.