ECLI:NL:RBROT:2022:11318

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
23 december 2022
Zaaknummer
ROT 22/6079
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tijdelijke ontheffing sluitingstijd voor horecagelegenheid tijdens kerstdagen

Op 23 december 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen een verzoeker en de burgemeester van de gemeente Gorinchem. De zaak betreft een aanvraag voor een tijdelijke ontheffing van de sluitingstijd van een horecagelegenheid, die op zondag 25 en maandag 26 december 2022 tot 03:00 uur open wilde zijn. De burgemeester had deze aanvraag op 7 december 2022 toegewezen, waarna de verzoeker bezwaar maakte en een verzoek om voorlopige voorziening indiende. De voorzieningenrechter heeft de zaak op 21 december 2022 behandeld.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de procedure die de burgemeester volgde om de ontheffing te verlenen zorgvuldig was. De burgemeester had advies ingewonnen bij de politie, die positief adviseerde over de aanvraag. De voorzieningenrechter stelde vast dat de verzoeker, die binnen 50 meter van de horecagelegenheid woont, als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechter concludeerde dat de burgemeester de ontheffing op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) had mogen verlenen, en dat er geen sprake was van strijd met de Zondagswet.

De voorzieningenrechter wees het verzoek om voorlopige voorziening af, waardoor de horecagelegenheid op de kerstdagen tot 03:00 uur open mocht zijn. De rechter oordeelde dat de door de verzoeker aangevoerde bezwaren niet voldoende onderbouwd waren en dat de burgemeester de belangen van de omwonenden voldoende had afgewogen. De uitspraak werd gedaan door mr. E.J. Rutten, in aanwezigheid van mr. M.L.F. de Leeuw, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/6079

uitspraak van de voorzieningenrechter van 23 december 2022 in de zaak tussen

[naam verzoeker] , uit [plaats] , verzoeker,

en

de burgemeester van de gemeente Gorinchem (verweerder)

(gemachtigde: [naam gemachtigde] ).
Als
derde-partijis uitgenodigd om aan de zaak deel te nemen: [naam horecagelegenheid] ., gevestigd aan de [adres] te Gorinchem (de inrichting).

Inleiding

De inrichting heeft op 22 november 2022 een aanvraag gedaan voor een tijdelijke ontheffing van de sluitingstijd in verband met de opening op zondag 25 en maandag 26 december 2022 (een verruiming van de sluitingstijd tot 03:00 uur).
Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit (bestreden besluit) van 7 december 2022 toegewezen. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt en een verzoek om voorlopige voorziening ingediend.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 21 december 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigde van verweerder en namens de inrichting de heer [naam persoon] .

Beoordeling door de voorzieningenrechter

Inleiding
1. De inrichting baat een discotheek uit aan de [adres] te Gorinchem en heeft een exploitatievergunning Horeca. Uit deze exploitatievergunning blijkt dat de exploitatietijden van de inrichting volgens artikel 2:29, eerste lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Gorinchem (APV) als volgt zijn vastgesteld: maandag tot en met zondag van 10:00 uur tot 02:00 uur. Verder heeft verweerder aan de inrichting een ontheffing van de sluitingstijd verleend volgens artikel 2:29, vierde lid, van de APV, en de sluitingstijd verlengd: op vrijdag van 02:00 uur tot 03:00 uur en op zaterdag en zondag van 02:00 uur tot 04:00 uur.
2. De inrichting heeft op 22 november 2022 een tijdelijke ontheffing sluitingstijd bij verweerder aangevraagd om op zondag 25 december 2022 en op maandag 26 december 2022 tot 03.00 uur open te mogen zijn, dat wil zeggen een verruiming van de openingstijd met één uur.
Verweerder heeft op 28 november 2022 de politie verzocht te adviseren over deze aanvraag extra openstelling tijdens de kerstdagen.
Op 6 december 2022 heeft de politie positief geadviseerd.
Met het besluit van 7 december 2022 heeft verweerder deze aanvraag van de inrichting toegewezen, in die zin dat aan de inrichting op grond van artikel 2:29, vierde lid, van de APV een incidentele ontheffing van de openings- en sluitingstijd wordt verleend op de volgende data en tijdstippen:
- zondag 25 december 2022 (zondag- op maandagnacht) van 15:00 uur tot 03:00 uur en
- maandag 26 december 2022 (maandag- op dinsdagnacht) van 15:00 uur tot 03:00 uur.
3. Verzoeker is het hier niet mee eens en heeft bezwaar gemaakt tegen het bestreden besluit. Gelet op de korte termijn tot aan de kerstdagen heeft verzoeker de voorzieningenrechter gevraagd een voorlopige voorziening te treffen in de zin dat het bestreden besluit wordt vernietigd.
Regelgeving
4. Het verlenen van ontheffing van de sluitingstijd is gebaseerd op artikel 2.29, vierde lid van de APV.
Dit artikel luidt als volgt:
1. Openbare inrichtingen zijn gesloten op tussen 02.00 uur en 06.00 uur (sluitingstijd).
2. Het is verboden een openbare inrichting voor bezoekers geopend te hebben, of bezoekers
in deze inrichting te laten verblijven na sluitingstijd.
3. De burgemeester kan door middel van een vergunningvoorschrift of beperking andere
sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijke openbare inrichting en/of een daarbij
behorende terras.
4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van de sluitingstijd van een openbare inrichting.
5. De burgemeester kan voor bepaalde categorieën openbare inrichtingen vrijstelling
verlenen van de sluitingstijd.
6. Op de aanvraag om een ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet
bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
Verder is van belang artikel 1.8 van de APV. Dit artikel luidt als volgt:
1. De vergunning of ontheffing kan in ieder geval geweigerd worden in het belang van:
a. de openbare orde;
b. de openbare veiligheid;
c. de volksgezondheid;
d. de bescherming van het milieu.
2. Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan 3 weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.
Beoordeling
Spoedeisend belang
5. Verzoeker voert ter onderbouwing van het spoedeisend belang aan dat het spoedeisend karakter evident is en een voorlopige voorziening om de ontheffing ongedaan te maken voor de omwonenden noodzakelijk is. Verweerder heeft het spoedeisend belang niet betwist. De voorzieningenrechter neemt een spoedeisend belang aan, nu de tijdelijke ontheffing van de sluitingstijden voor de kerstdagen is verleend.
Belanghebbende
6. Niet is in geschil dat verzoeker binnen 50 meter van de inrichting, waarop het besluit ziet, woont, zodat de voorzieningenrechter verzoeker als belanghebbende bij het besluit zal aanmerken.
Inhoudelijk
6. De beoordeling van dit geschil ziet op de vraag of verweerder de inrichting heeft mogen toestaan om op Eerste en Tweede kerstdag één uur langer open te zijn dan haar op grond van de exploitatievergunning was toegestaan.
De voorzieningenrechter stelt voorop dat het verlenen van een tijdelijke ontheffing van de sluitingstijden een discretionaire bevoegdheid van verweerder betreft.
De voorzieningenrechter dient het bestreden besluit daarom terughoudend te toetsen.
6.1.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de inrichting over een exploitatievergunning beschikt die het mogelijk maakt om op zondagen tot 04.00 uur en op maandagen tot 02.00 uur open te zijn.
6.2
Op de zitting is door verweerder en namens de inrichting toegelicht dat de reden voor het indienen van de aanvraag tijdelijke ontheffing sluitingstijd door de inrichting is gelegen in een verzoek van verweerder om, in het geval dat een horecaondernemer op zondag 25 december 2022 en/of maandag 26 december 2022 open wil zijn, een aanvraag tijdelijke ontheffing sluitingstijd in te dienen. Dit verzoek van verweerder is begin november 2022 tijdens een overleg tussen verweerder (waaronder Team Veiligheid en Toezicht) en alle horecaondernemers in de gemeente besproken. Op die manier kon verweerder een goed beeld krijgen van de horecagelegenheden die open willen zijn tijdens de kerstdagen en de eventueel benodigde politie- en handhavingsinzet afstemmen met de ketenpartners.
6.3
Op de zitting is namens de inrichting verder aangegeven dat, in afwijking van het bestreden besluit, de inrichting op beide kerstdagen pas vanaf 23:00 uur open zal gaan.
7. Verzoeker heeft ter zitting vervolgens zijn gronden nader toegelicht. Hij stelt, kort samengevat, dat:
- het bestreden besluit in strijd is met de Zondagswet;
- de weigeringsgronden van artikel 1.8 van de APV niet of onvoldoende zijn getoetst, terwijl er sprake is van terugkerende wekelijkse overlast op straat en tijdens de kerstdagen specifieke risico verhogende omstandigheden bestaan die niet of niet voldoende zijn meegewogen, waaronder alcoholmisbruik door jongeren op straat en brandgevaar door kerstverlichting en/of vuurwerk, waardoor er een gevaar is voor de openbare orde en veiligheid en de volksgezondheid. Daarbij is sprake van een ernstig risico voor de veiligheid van personen, nu verweerder op geen enkele wijze laat blijken extra maatregelen in de vorm van extra toezicht of extra politie-inzet te treffen;
- de belangen van de omwonenden door verweerder niet of niet voldoende zijn afgewogen;
- het besluit onvoldoende is gemotiveerd en onzorgvuldig tot stand is gekomen, waarbij verweerder de ernst van de overlast bagatelliseert, het vertrouwensbeginsel wordt geschonden en, gelet op de kerstdagen, met het bestreden besluit wordt ingegrepen in de persoonlijke levenssfeer.
7.1.
Verzoekers betoog dat het bestreden besluit in strijd is met de Zondagswet volgt de voorzieningenrechter niet. Uit artikel 3, derde lid, van de Zondagswet blijkt dat de burgemeester ontheffing kan verlenen van het verbod om op zondag zonder noodzaak gerucht te verwekken. Deze ontheffing heeft verweerder met het afgeven van de exploitatievergunning (en de daarin opgenomen verruimde sluitingstijden op vrijdagen, zaterdagen en zondagen) verleend. Het bestreden besluit brengt hier geen verandering in. Daarnaast ziet de verruiming van de sluitingstijd met één uur alleen op de verruiming van de sluitingstijden in de nacht van zondag op maandag en maandag op dinsdag.
7.2
Met betrekking tot de stelling van verzoeker dat niet is gebleken dat verweerder zelfstandig heeft getoetst aan de weigeringsgronden van artikel 1.8 van de APV, oordeelt de voorzieningenrechter als volgt.
Uit de overgelegde stukken en de gegeven toelichting van verweerder ter zitting blijkt dat verweerder de aanvraag om de tijdelijke ontheffing van de inrichting in het wekelijks overleg met de politie en handhaving heeft besproken om te kunnen beoordelen of het verlenen van de ontheffing problemen met de openbare orde of de openbare veiligheid zou kunnen opleveren. Het korte e-mailbericht van de politie (Taakaccenthouder Horeca, Basisteam Lek en Merwede) van 6 december 2022 met het daarin opgenomen positieve advies is daarvan het vervolg.
Volgens verweerder kijkt de politie in het dossier van de aanvrager om te zien of er overlastmeldingen zijn en wat de eigen capaciteit is. Daarop wordt het advies gebaseerd.
Volgens verweerder blijkt uit het politiedossier dat er geen recente meldingen zijn en dat er in de afgelopen vijf jaar acht overlastmeldingen over mogelijke overlast in de [naam locatie] zijn binnengekomen. Deze meldingen zijn afkomstig van één melder en deze melder is recent een mediationtraject gestart met de exploitant van de inrichting. De politie heeft verder geen klachten ontvangen over de inrichting en heeft tot op heden geen overlast geconstateerd vanuit de inrichting aan de [naam locatie] .
Ter zitting heeft [naam persoon] namens de inrichting toegelicht dat de wijkagent al eerder (begin november 2022) bij de inrichting en andere horecagelegenheden had geïnformeerd of zij met de kerstdagen geopend wilden zijn en het bevestigende antwoord is meegenomen in het overleg van de politie met verweerder. [naam persoon] voert verder aan dat hij geen klachten van omwonenden heeft ontvangen. Pas na ontvangst van de ingezonden bezwaarschriften is hij op de hoogte geraakt van de klachten van omwonenden en heeft hij aangeboden dat de inrichting een aantal maatregelen zal nemen om eventuele overlast te beperken. Zo zal er tijdens het komend weekend een afgezette rookzone komen voor het pand van de inrichting en zullen bezoekers die buiten willen roken na 02.00 uur niet meer in het pand worden toegelaten en worden verzocht naar huis te gaan.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de door verzoeker ervaren overlastklachten niet nader zijn onderbouwd met stukken (gedateerde specifieke meldingen/aangiften/klachten).
Ook valt niet met zekerheid vast te stellen dat de door verzoeker ervaren overlastklachten worden veroorzaakt door bezoekers van de inrichting, nu niet in geschil is dat er ook passanten zijn van andere clubs/horecagelegenheden die in dezelfde straat dan wel in de nabijheid van de inrichting zijn gevestigd. De woning van verzoeker is namelijk gelegen in een horeca- en uitgaansgebied in het centrum van Gorinchem. Voor zover er al sprake zou zijn van mogelijke overlast, valt verder niet in te zien dat deze verband houdt met de door verweerder verleende tijdelijke verruiming van de sluitingstijd van de inrichting met de kerstdagen.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat de door verweerder gevolgde procedure om te kunnen beoordelen of het verlenen van de ontheffing problemen met de openbare orde of de openbare veiligheid zou kunnen opleveren voldoende zorgvuldig heeft plaatsgevonden en dat verweerder zijn besluit kon baseren op het positieve advies van de politie.
7.3
De vrees van verzoeker, dat de politie tijdens de kerstdagen en meer specifiek tijdens de verruimde openstelling niet adequaat kan optreden tegen openbare dronkenschap, wildplassen, vechtpartijen en het afstreken van vuurwerk is niet nader toegelicht.
Voor zover deze overlast zich daadwerkelijk voordoet, is niet aannemelijk dat de politie hiertegen niet of onvoldoende kan optreden. Niet is weersproken dat de politie bij het beoordelen van de aanvraag heeft bekeken of er voldoende politiecapaciteit is om, indien nodig, in actie te kunnen komen om de rust en de openbare orde te bewaken.
7.4
Ten aanzien van de weigeringsgronden in artikel 1.8, eerste lid onder c en d, van de APV overweegt de voorzieningenrechter dat hetgeen verzoeker heeft aangevoerd niet specifiek ziet op de incidentele ontheffing van de sluitingstijden maar op de verleende exploitatievergunning. Deze vergunning staat in deze procedure niet ter toetsing.
De voorzieningenrechter zal deze gronden daarom niet inhoudelijk bespreken.
7.5
Tot slot overweegt de voorzieningenrechter dat de APV geen ruimte laat om een andere belangenafweging te maken dan die inherent is aan de weigeringsgronden van artikel 1.8 van de APV. Verweerder was daarom niet gehouden om de geloofsovertuiging van de omwonenden en de manier waarop zij daar uitging aan geven, mee te nemen in de besluitvorming.
8. In hetgeen verzoeker overigens heeft aangevoerd ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor een ander oordeel.

Conclusie en gevolgen

9. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de inrichting op zondag 25 december 2022 en op maandag 26 december 2022 tot 03.00 uur open mag zijn.
10. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Rutten, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr.M.L.F. de Leeuw, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 23 december 2022.
de griffier is verhinderd om de uitspraak
te ondertekenen
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.