In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 januari 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind 1] en [naam kind 2]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 6 februari 2022, en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft verzocht om deze verlenging met een jaar. De ouders van de kinderen zijn betrokken bij de procedure, waarbij de moeder en vader hun standpunten hebben gepresenteerd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de kinderen nog steeds ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de conflicten tussen de ouders. De ouders zijn niet in staat om op een voor de kinderen niet-belastende manier met elkaar te communiceren, wat schadelijk is voor de kinderen. De kinderrechter heeft daarom besloten de ondertoezichtstelling te verlengen voor de duur van twaalf maanden, om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen en de nodige specialistische hulpverlening te kunnen inzetten. Daarnaast heeft de kinderrechter het verzoek van de GI tot bekrachtiging van een schriftelijke aanwijzing aan de vader afgewezen, omdat deze aanwijzing niet duidelijk genoeg was en daardoor rechtsonzekerheid bij de vader heeft veroorzaakt. De kinderrechter benadrukt dat de GI de regie heeft in de uitvoering van de ondertoezichtstelling en dat de belangen van de kinderen voorop moeten staan.