ECLI:NL:RBROT:2022:11439

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 juni 2022
Publicatiedatum
29 december 2022
Zaaknummer
9802461 / VV EXPL 22-158
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over exclusief gebruiksrecht van wapenkamer in schietcomplex tussen schietvereniging en stichting

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de Contact Oud Mariniers Schietvereniging-Rotterdam (COMSV-R) en de Stichting tot instandhouding van schietbanen te Rotterdam (SISR). COMSV-R vorderde onder andere het exclusieve gebruik van wapenkamer 7A in het schietcomplex van SISR, waar zij haar wapenkluizen had geplaatst. SISR betwistte dat er een exclusief gebruiksrecht was overeengekomen en stelde dat COMSV-R slechts gebruik mocht maken van de wapenkamer zonder exclusiviteit. De kantonrechter oordeelde dat COMSV-R onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat zij recht had op exclusief gebruik van wapenkamer 7A. De rechter wees de vorderingen van COMSV-R af en veroordeelde haar in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke afspraken in huurovereenkomsten en de noodzaak om het gebruik van gemeenschappelijke ruimtes goed te regelen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9802461 / VV EXPL 22-158
datum uitspraak: 7 juni 2022
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
Contact Oud Mariniers Schietvereniging-Rotterdam,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. J.P.H. Jacobs (Bosselaar/Strengers legal partners) te Utrecht,
tegen
de stichting
Stichting tot instandhouding van schietbanen te Rotterdam,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagde,
gemachtigde: mr. W. Lie, advocaat te Rotterdam.
Partijen worden hierna ‘COMSV-R’ en ‘SISR’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 april, met producties 1 tot en met 9;
  • de e-mail van 28 april 2022 van SISR, met producties A tot en met F;
  • de brief van 29 april 2022 van COMSV-R, met productie 10.
1.2.
Op 4 mei 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Ter zitting zijn aan de kant van COMSV-R verschenen de heren [naam01] (vicevoorzitter), [naam02] , (secretaris) en [naam03] (penningmeester), bijgestaan door de advocaat
mr. J.P.H. Jacobs. Aan de kant van SISR zijn verschenen de heren [naam04] (voorzitter), [naam05] (penningmeester) en [naam06] (bestuurslid veiligheidszaken), bijgestaan door de advocaat mr. W. Lie.
Van het ter zitting verhandelde heeft de griffier aantekening gehouden.
1.3.
De procedure is aangehouden tot 25 mei 2022 voor schikkingsonderhandelingen. Bij brief van 25 mei 2022 heeft COMSV-R laten weten dat het partijen niet is gelukt om tot een minnelijke regeling te komen. Daarbij heeft COMSV-R ook een akte overlegging aanvullende producties ingediend. Vervolgens heeft SISR een antwoord akte ingediend.
1.4.
De uitspraak van het vonnis is vervolgens door de kantonrechter op heden bepaald.

2..De feiten

2.1.
SISR is sinds 1948 eigenaresse van het schietbanencomplex aan de [adres01] te [plaats01] (hierna: het schietcomplex).
2.2.
Sinds juni 1992 bestaat tussen SISR (als verhuurster) en COMSV-R (als huurster) een huurovereenkomst met betrekking tot het gebruik van een aantal onderdelen van het schietcomplex. De laatste huurovereenkomst is ingegaan op 1 januari 2012 en is aangegaan voor de duur van één jaar, die vervolgens stilzwijgend is voortgezet. In die laatste huurovereenkomst is – voor zover van belang – het volgende opgenomen:
“(…) die bij deze verklaart aan Verhuurder in huur aan te nemen:
een schietcomplex gelegen aan de [adres01] te Rotterdam, waaronder wordt verstaan:
-
1 schietkoker met 4 schietpunten deel uitmakend van de 100 meter-banen
-
25-meter pistoolbanen
-
10 meter-luchtbanen
-
50 meter-geweerbanen
-
een verblijfsgebouw, bestaande uit sociëteitsruimte, buffet, victualiënruimte, bestuurskamer,instructiekameren kluizen
-
een parkeerterrein
onder de navolgende voorwaarden en bedingen.
Artikel 1. Huurtijd
(…)
2.
Huurder mag op de volgende tijden gebruik maken van de accommodatie:
de tweede en vierde dinsdag van de maand,
van 19:00 tot 13:00 uur
Direct aansluitend op – dat wil zeggen: voor en na – de gebruikstijden mag Huurder gedurende in totaal anderhalf uur in het gebouw aanwezig zijn voor voorbereiding van activiteiten en ten behoeve van opruimwerkzaamheden. (…)
Artikel 2. Huurprijs
1.
De huurprijs bedraagt € 1.728 per kalenderkwartaal (€ 6.912 per kalenderjaar) voor de vaste gebruikstijden van de accommodatie.
(…)”
2.3.
Op grond van de huurovereenkomst maakt COMSV-R gebruik van onder meer een wapenkamer in het schietcomplex, waarin COMSV-R kluizen heeft geplaatst voor het opslaan van wapens en munitie (in overeenstemming met productie A van SISR wordt de wapenkamer hierna wapenkamer 7B genoemd). Wapenkamer 7B werd gebruikt door in totaal vijf schietverenigingen. COMSV-R gebruikte de wapenkamer op dezelfde tijd als schietvereniging Unilever. De andere verenigingen gebruikten de wapenkamer op andere tijden.
2.4.
In maart en april 2021 heeft SISR de binnenruimte van het schietcomplex verbouwd, waarbij een kamer, die voorheen gebruikt werd als drank- en voedselopslag, vrij is gekomen. In een e-mail van 4 maart 2021 heeft SISR aan COMSV-R toegezegd dat
“De te creëren kluisruimte achter de Bar is voor de COMSV-R”. COMSV-R heeft vervolgens in die nieuwe ruimte haar wapenkluizen neergezet (in overeenstemming met productie A van SISR wordt de (nieuwe) wapenkamer hierna wapenkamer 7A genoemd).
2.5.
Bij e-mail van 23 februari 2022 heeft COMSV-R aan SISR – voor zover van belang – het volgende bericht:
“(…)
Onlangs is gebleken dat u, al dan niet in de functie van bestuurder van SISR, zich op het standpunt stelt dat u te allen tijde iedere ruimte van het schietcomplex op de Lucie Vuylstekeweg zou mogen betreden. Dat standpunt is niet houdbaar.
(…) De door COMSV-RSV-R gehuurde ruimte (wapenkluis) kan alleen met instemming van het bestuur van COMSV-RSV-R worden betreden. (…)”

3..Het geschil

3.1.
COMSV-R vordert – na wijziging van eis – uitvoerbaar bij voorraad:
I. SISR te gebieden alle bij de bestuursleden van SISR in het bezit zijnde sleutels van de wapenkamer die door COMSV-R is gehuurd, binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis af te geven tegen behoorlijk bewijs van kwijting van afgifte aan de beheerder van het schietcomplex, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 ineens, te vermeerderen met een dwangsom van € 2.500,00 per dag dat hieraan niet, althans niet volledig wordt voldaan met een maximum van € 100.000,00 indien hier door SISR niet aan wordt voldaan;
II. SISR te verbieden om de door COMSV-R gehuurde wapenkamer te betreden zonder toestemming van COMSV-R, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per overtreding met een maximum van € 50.000,00;
III. SISR te verbieden de door COMSV-R geplaatste bewakingscamera in de gehuurde wapenkamer te verwijderen dan wel buiten gebruik te stellen, een en ander op straffe van een dwangsom van € 25.000,00 ineens, te vermeerderen met een dwangsom van € 2.500,00 per dag dat de overtreding voortduurt, met een maximum van € 60.000,00;
IV. SISR te gebieden de extra geplaatste kluis ten behoeve van derden uit de gehuurde wapenkamer van COMSV-R te verwijderen en verwijderd te houden, een en ander op straffe van een dwangsom van € 50.000,00 ineens, te vermeerderen met een dwangsom van € 5.000,00 per dag dat de overtreding voortduurt met een maximum van € 80.000,00 indien hier door SISR niet aan wordt voldaan;
V. SISR te veroordelen tot betaling aan COMSV-R van de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente alsmede de nakosten.
3.2.
COMSV-R baseert de vorderingen op het volgende.
COMSV-R heeft het recht op het exclusieve gebruik van wapenkamer 7A. SISR heeft zonder toestemming van COMSV-R wapenkamer 7A betreden. Hiertoe is zij niet gerechtigd. In het kader van de geldende wet- en regelgeving omtrent het gebruik en de opslag van wapens en munitie, is het absoluut onwenselijk dat ieder bestuurslid van SISR de mogelijkheid heeft de wapenkamer te betreden. In het kader van de veiligheid heeft COMSV-R een bewakingscamera geplaatst in wapenkamer 7A. COMSV-R wenst toezicht te houden op deze kamer en de wapenkluizen. COMSV-R heeft voor het plaatsen geen toestemming van SISR nodig, nu de bewakingscamera’s bij het eindigen van de huur makkelijk verwijderd kunnen worden. Daarnaast maakt COMSV-R een inbreuk op de huurrechten van SISR, door het verhuren dan wel ter beschikking stellen van wapenkamer 7A aan derden. In wapenkamer 7A is een extra kluis geplaatst. De extra geplaatste kluis dient dan ook verwijderd te worden. De handelingen van SISR zijn in strijd met het goed verhuurderschap. COMSV-R heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, nu de door haar gevraagde voorzieningen ertoe strekken een einde te maken aan stelselmatige inbreuk van haar recht.
3.3.
SISR is het niet eens met de vorderingen en voert het volgende aan.
COMSV-R huurt het gebruik van de wapenkamer, maar huurt niet de wapenkamer zelf. COMSV-R maakt weliswaar met toestemming van SISR gebruik van wapenkamer 7A, maar er is nooit toegezegd of overeengekomen dat deze ruimte exclusief door COMSV-R gebruikt mocht worden. Er is ook geen nieuwe huurovereenkomst gesloten. Dat er een andere wapenkluis in wapenkamer 7A is gezet, is dan ook geen inbreuk op het huurrecht van COMSV-R. Immers staat de rest van de ruimte tot de vrije beschikking van SISR. De sleutel die SISR in haar bezit heeft, is een zogenoemde ‘master key’ die toegang geeft tot alle ruimten binnen het schietcomplex. Deze kan alleen daarom al niet worden teruggegeven. In de huurovereenkomst is bovendien bepaald dat in ieder geval de beheerder te allen tijde toegang heeft tot het gehuurde. Verder kan SISR niet toestaan dat COMSV-R camera’s op hangt en beeldmateriaal maakt, nu SISR zich moet houden aan de AVG-regelgeving.

4..De beoordeling

4.1.
SISR heeft bezwaar gemaakt tegen de akte met aanvullende producties die COMSV-R bij brief van 25 mei 2022 in het geding heeft gebracht. Ten aanzien van dat bezwaar overweegt de kantonrechter het volgende.
Aan het slot van de zitting op 4 mei 2022 is de procedure op verzoek van partijen aangehouden om hen in staat te stellen overleg te plegen over een eventuele minnelijke regeling. Het is vervolgens niet de bedoeling dat een van partijen het inhoudelijke debat, dat afdoende is gevoerd en aan het slot van de zitting door de kantonrechter is afgesloten, weer heropent en nieuwe stukken in het geding brengt. Aan de andere kant geldt dat SISR in de gelegenheid is gesteld zich over de nieuwe stellingen en producties van COMSV-R uit te laten en zij ook van die gelegenheid gebruik heeft gemaakt. Onder die omstandigheden bestaat er naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende aanleiding om bedoelde akte van COMSV-R buiten beschouwing te laten en zal de kantonrechter de nadere stellingen van partijen na afloop van de mondelinge behandeling in zijn overwegingen betrekken.
4.2.
Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat hij de uitkomst van een gewone procedure niet kan afwachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de vordering in een gewone procedure zal worden toegewezen. Verder moet het belang van COMSV-R bij toewijzing van de vordering worden meegewogen en de gevolgen van toewijzing van de vordering voor SISR als deze uitspraak later wordt teruggedraaid. Als partijen een gewone procedure starten, is de rechter in die procedure niet gebonden aan deze uitspraak.
4.3.
Kern van het geschil is of wapenkamer 7A in het schietcomplex van SISR exclusief ter beschikking is gesteld aan COMSV-R.
4.4.
De kantonrechter is voorshands van oordeel dat COMSV-R onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij recht heeft op het exclusieve gebruik van wapenkamer 7A en daartoe wordt het volgende overwogen.
4.5.
Voordat COMSV-R gebruik ging maken van wapenkamer 7A, maakte COMSV-R gebruik van wapenkamer 7B. Vast staat dat zij niet het exclusieve gebruik had van wapenkamer 7B. Zij deelde deze kamer immers met vier andere verenigingen, waarbij met één vereniging op dezelfde tijden. In de huurovereenkomst is ook niets over een exclusief gebruiksrecht op deze wapenkamer opgenomen. Door de verbouwing van het schietcomplex is er uiteindelijk een ruimte vrij gekomen. Vanwege de drukte in wapenkamer 7A en omdat COMSV-R (al dan niet) de grootste schietvereniging binnen het schietcomplex was, is deze nieuwe ruimte op verzoek van COMSV-R per augustus 2021 door SISR aan haar toebedeeld. COMSV-R heeft in die ruimte onder meer haar wapenkluizen en een bureau neergezet. Niet is echter gebleken dat tussen partijen is overeengekomen dat COMSV-R ook het exclusieve gebruiksrecht op deze ruimte zou krijgen. Dat tussen partijen niet expliciet is gesproken over een exclusief recht, is door [naam01] (vicevoorzitter COMSV-R) ter zitting met zoveel woorden erkend. Volgens COMSV-R kan uit de e-mail van 4 maart 2021, waarin door SISR wordt gezegd dat de te creëren kluisruimte voor de COMSV-R is, worden afgeleid dat zij recht heeft op het exclusieve gebruik van die ruimte. Het enkele feit dat de ruimte aan COMSV-R wordt toebedeeld, betekent echter nog niet dat daarmee ook is bedoeld haar het
exclusieve rechtvan gebruik te geven. Als COMSV-R het exclusieve gebruik van de wapenkamer zou hebben gekregen, dan zou een huurverhoging ook voor de hand hebben gelegen. COMSV-R maakt immers gebruik van een grotere ruimte.
4.6.
Ook hetgeen COMSV-R heeft gesteld in de hiervoor bedoelde akte van 25 mei 2022 rechtvaardigt voorshands niet de conclusie dat haar het exclusieve recht van de wapenkamer is verleend. In dat kader is niet alleen van belang dat de e-mailwisseling die COMSV-R bij bedoelde akte in het geding heeft gebracht gevoerd is tussen de bestuursleden onderling van SISR zodat niet duidelijk is welke rechten COMSV-R daaraan kan ontlenen, maar bovendien geldt dat die e-mailwisseling dateert van juli 2021, terwijl SISR al bij e-mailbericht van 4 maart 2021 aan COMSV-R heeft laten weten dat de nieuw te creëren kluisruimte voor COMSV-R is bestemd. Terecht heeft SISR in haar antwoordakte gesteld dat uit het feit dat zij besloten heeft de verbouwingskosten van circa € 6.000,- voor eigen rekening te nemen kan worden afgeleid dat het een algemene ruimte is. Zou de verbouwing zijn uitgevoerd om COMSV-R een exclusief recht van gebruik te verlenen op die wapenkamer, dan zou het voor de hand hebben gelegen dat de verbouwingskosten waren doorberekend aan COMSV-R, dan wel dat de door COMSV-R verschuldigde huurprijs zou zijn verhoogd. Noch het een, noch het ander is echter gebeurd.
4.7.
Op grond van vorenstaande overwegingen is de kantonrechter voorshands van oordeel dat COMSV-R het exclusieve gebruiksrecht op wapenkamer 7A onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt om op dat punt voorlopige voorzieningen te treffen, in afwachting van de uitkomst van een eventuele bodemprocedure.
4.8.
Nu er niet in rechte van uitgegaan kan worden dat COMSV-R een exclusief gebruiksrecht op wapenkamer 7A heeft, kunnen de vorderingen onder I, II en IV niet worden toegewezen. De rest van de wapenkamer staat immers ter vrije beschikking van SISR. Daarbij dient wel opgemerkt te worden dat SISR bij het gebruik van die ruimte, bijvoorbeeld door het plaatsen van (extra) kluizen, rekening dient te houden met de belangen van COMSV-R.
4.9.
Ook de vordering om SISR te verbieden de bewakingscamera’s te verwijderen (vordering onder III), zal worden afgewezen. Daarbij acht de kantonrechter van belang dat SISR er belang bij heeft dat er geen beeldmateriaal door derden wordt gemaakt. Zij hoort zich immers te houden aan de AVG-regelgeving. Bovendien valt niet in te zien waarom COMSV-R door middel van bewakingscamera’s toezicht dient te houden op de wapenkluizen. Zij had tijdens haar gebruik van wapenkamer 7B ook niet de beschikking over bewakingscamera’s. Als COMSV-R spullen laat liggen in een ruimte die niet exclusief voor haar bestemd is, dan komt dat voor haar eigen rekening en risico.
proceskosten
4.10.
COMSV-R wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van SISR tot vandaag vast op € 747,00 aan salaris voor de gemachtigde. De proceskostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, zoals SISR heeft gevorderd.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
wijst de vorderingen van COMSV-R af;
5.2.
veroordeelt COMSV-R in de proceskosten, aan de kant van SISR tot vandaag vastgesteld op € 747,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.3.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
37555