ECLI:NL:RBROT:2022:11443

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 juli 2022
Publicatiedatum
29 december 2022
Zaaknummer
9779910 / VZ VERZ 22-3888
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om transitievergoeding en proceskostenveroordeling in arbeidszaak

In deze zaak heeft de kantonrechter te Rotterdam op 1 juli 2022 uitspraak gedaan in een verzoekschriftprocedure tussen [verzoeker01] en Maas & Kleiberg Subsidieadvies B.V. [verzoeker01] had een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd bij Maas & Kleiberg en verzocht om een transitievergoeding van € 774,76 bruto, na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst per 31 december 2021. Maas & Kleiberg heeft geen verweer gevoerd en is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Maas & Kleiberg rechtsgeldig was opgeroepen en dat zij op de hoogte was van het verzoek. De gemachtigde van [verzoeker01] heeft later aangegeven dat de transitievergoeding inclusief wettelijke rente inmiddels door Maas & Kleiberg was voldaan, waardoor het verzoek om de transitievergoeding werd afgewezen. Echter, [verzoeker01] handhaafde zijn verzoek tot proceskostenveroordeling, aangezien hij kosten had gemaakt die bijna gelijk waren aan de verzochte transitievergoeding. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Maas & Kleiberg als de in het ongelijk gestelde partij moet worden aangemerkt en heeft de proceskosten aan de zijde van [verzoeker01] vastgesteld op € 812,27. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. E.I. Mentink.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Zaaknummer: 9779910 / VZ VERZ 22-3888
Uitspraak: 1 juli 2022
Beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van:
[verzoeker01]
wonende te [woonplaats01] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. B.K. Hummen en mr. E. Tuka, te Amsterdam,
tegen
Maas & Kleiberg Subsidieadvies B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
verweerster,
die niet is verschenen.
Partijen zullen hierna ‘ [verzoeker01] ’ en ‘Maas & Kleiberg’ worden genoemd

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, te griffie binnengekomen op 30 maart 2022, met producties 1 tot en met 4;
  • het e-mailbericht van 13 juni 2022 van [verzoeker01] ;
  • het proces-verbaal van de op 14 juni 2022 gehouden mondelinge behandeling;
  • het deurwaardersexploot van 20 juni 2022 waarbij Maas & Kleiberg is opgeroepen voor de mondelinge behandeling op 28 juni 2022 om 9:00 uur.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 juni 2022. Van die mondelinge behandeling is een proces-verbaal opgemaakt, waarbij [verzoeker01] in de gelegenheid is gesteld Maas & Kleiberg bij deurwaardersexploot op te roepen tegen de mondelinge behandeling van 28 juni 2022. De mondelinge behandeling heeft vervolgens op genoemde datum plaatsgevonden. Daarbij is niemand verschenen.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van deze beschikking bepaald op vandaag.

2..De feiten

2.1.
[verzoeker01] is op 1 januari 2021 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd voor de duur van twaalf maanden in dienst getreden bij Maas & Kleiberg in de functie van Business Developer, tegen een salaris van € 2.700,00 bruto per maand (excl. 8% vakantietoeslag en een bonusregeling van 5% van de gerealiseerde WBSO-omzet) op basis van een 40-urige werkweek.
2.2.
Bij e-mail van 25 november 2021 heeft Maas & Kleiberg aan [verzoeker01] medegedeeld dat de arbeidsovereenkomst van [verzoeker01] niet zal worden verlengd en per 31 december 2021 zal eindigen.
2.3.
Bij e-mail van 18 februari 2022 heeft (de gemachtigde van) [verzoeker01] Maas & Kleiberg verzocht om binnen vijf dagen de transitievergoeding te voldoen onder verstrekking van een deugdelijke salarisspecificatie. Nog diezelfde dag heeft Maas & Kleiberg – kort gezegd – als volgt gereageerd:
“Wij betwisten iedere vordering die er is en wijzen deze op voorhand af”.

3..Het verzoek

3.1.
[verzoeker01] verzoekt Maas & Kleiberg te veroordelen tot betaling aan [verzoeker01] van een transitievergoeding van € 774,76 bruto, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 februari 2022 tot aan de dag van algehele voldoening, met veroordeling van Maas & Kleiberg in de proceskosten.
3.2.
[verzoeker01] heeft daarbij naar voren gebracht dat hij recht heeft op een transitievergoeding ex artikel 7:673 lid 1 BW, nu de arbeidsovereenkomst van rechtswege op initiatief van Maas & Kleiberg is geëindigd en geen sprake is van een situatie zoals bedoeld in lid 7 van die bepaling. De hoogte van de transitievergoeding bedraagt € 774,76 bruto.

4..Het verweer

Maas & Kleiberg heeft geen verweer gevoerd; zij heeft geen verweerschrift ingediend en is niet verschenen bij de mondelinge behandeling.

5..De beoordeling

5.1.
De kantonrechter stelt vast dat Maas & Kleiberg niet alleen bij brief van de griffier voor de mondelinge behandeling is opgeroepen, maar door [verzoeker01] ook bij deurwaardersexploot. De kantonrechter heeft geconstateerd dat het exploot rechtsgeldig is betekend. Dit betekent dat Maas & Kleiberg op de hoogte moet worden geacht van het onderhavige verzoek en de zittingsdatum. Maas & Kleiberg heeft geen bericht van verhindering toegestuurd. Indien Maas & Kleiberg meer tijd nodig had gehad om verweer te voeren tegen het verzoek en om daarvoor eventueel een gemachtigde in te schakelen, had het op haar weg gelegen om de kantonrechter om uitstel te verzoeken. Nu Maas & Kleiberg dat niet heeft gedaan, wordt ervan uitgegaan dat zij geen verweer wenst te voeren.
5.2.
Bij e-mail van 13 juni 2022 heeft de gemachtigde van [verzoeker01] laten weten dat de verzochte transitievergoeding inclusief de wettelijke rente na indiening van het verzoekschrift alsnog door Maas & Kleiberg is voldaan. Dit verzoek zal dan ook worden afgewezen. Omdat [verzoeker01] inmiddels proceskosten heeft gemaakt die bijna net zo hoog zijn als de verzochte transitievergoeding, handhaaft [verzoeker01] zijn verzoek met betrekking tot de proceskostenveroordeling.
5.3.
Bij gebreke van verweer daartegen, moet in rechte worden uitgegaan van de juistheid van de stellingen van [verzoeker01] . Dit betekent dat er in rechte van wordt uitgegaan dat [verzoeker01] Maas & Kleiberg aanvankelijk op goede gronden in rechte heeft betrokken en zij als de in het ongelijk gestelde partij moet worden aangemerkt. De proceskosten aan de zijde van [verzoeker01] komen daarom voor rekening van Maas & Kleiberg. Deze kosten worden begroot op een bedrag van in totaal € 812,27 (€ 100,27 aan explootkosten, € 214,00 aan griffierecht en € 498,00 aan salaris voor de gemachtigde van [verzoeker01] ).

6..De beslissing

De kantonrechter:
6.1.
wijst de verzochte transitievergoeding (incl. rente) af;
6.2.
veroordeelt Maas & Kleiberg in de proceskosten, aan de kant van [verzoeker01] vastgesteld op € 812,27.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.I. Mentink, kantonrechter, en heden in het openbaar uitgesproken.