Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 4 december 2014, met bijlagen;
- het verstekvonnis van deze rechtbank van 23 januari 2015 met zaaknummer 3724671 \ CV EXPL 14-61021;
- de verzetdagvaarding van 29 april 2022, met bijlagen;
- de conclusie van antwoord in oppositie, met bijlagen;
- de conclusie van repliek in oppositie.
2..Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 210,42 met rente;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
e-mail heeft ontvangen. Ook de inleidende dagvaarding alsmede het exploot van betekening hebben [gedaagde01] nooit bereikt.
3..De beoordeling
11 augustus 2022 een laatste uitstel verleend om uiterlijk op de rolzitting van 8 september 2022 te reageren. Beide partijen zijn daarover door de griffier geïnformeerd bij rolbericht van 12 augustus 2022. Ziggo heeft vervolgens op genoemde rolzitting van 8 september 2022 van antwoord in oppositie geconcludeerd, zodat er geen enkele aanleiding is om dat processtuk van Ziggo buiten beschouwing te laten.
4..De beslissing
23 januari 205 gewezen door de kantonrechter te Rotterdam (zaaknummer 3724671 CV EXPL 14-61021);