In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot het toewijzen van een dwangakkoord. De verzoeker, die 100% arbeidsongeschikt is, heeft op 31 augustus 2022 een verzoek ingediend om een schuldregeling aan te bieden aan zijn schuldeisers, waaronder Ferratum Netherlands B.V. en Regenboog Apotheek. De verzoeker heeft een schuldregeling aangeboden die voorziet in een betaling van 7,14% aan zijn concurrente schuldeisers, die in totaal € 21.984,45 van hem te vorderen hebben. De mondelinge behandeling van het verzoek vond plaats op 31 oktober 2022, waarbij de weigerende schuldeisers niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproep aan Ferratum correct is gedaan, ondanks dat de oproepbrieven retour kwamen.
De rechtbank heeft de belangen van de verzoeker en de schuldeisers tegen elkaar afgewogen. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van Ferratum en Regenboog Apotheek een gering aandeel vormen in de totale schuldenlast en dat een ruime meerderheid van de schuldeisers met de aangeboden regeling akkoord is gegaan. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het voorstel goed gedocumenteerd is en dat de verzoeker niet in staat is om meer te bieden. De rechtbank concludeerde dat de belangen van de verzoeker, die zijn schuldenproblematiek wil oplossen, zwaarder wegen dan die van de schuldeisers die hebben geweigerd in te stemmen met de regeling.
De rechtbank heeft daarom het verzoek om Ferratum en Regenboog Apotheek te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen. Tevens zijn Ferratum en Regenboog Apotheek veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers, en heeft het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.