ECLI:NL:RBROT:2022:11494

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 november 2022
Publicatiedatum
2 januari 2023
Zaaknummer
FT EA 22/765 en FT EA 22/766
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een dwangakkoord in het kader van een schuldregeling voor een 100% arbeidsongeschikte verzoeker

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 november 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot het toewijzen van een dwangakkoord. De verzoeker, die 100% arbeidsongeschikt is, heeft op 31 augustus 2022 een verzoek ingediend om een schuldregeling aan te bieden aan zijn schuldeisers, waaronder Ferratum Netherlands B.V. en Regenboog Apotheek. De verzoeker heeft een schuldregeling aangeboden die voorziet in een betaling van 7,14% aan zijn concurrente schuldeisers, die in totaal € 21.984,45 van hem te vorderen hebben. De mondelinge behandeling van het verzoek vond plaats op 31 oktober 2022, waarbij de weigerende schuldeisers niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oproep aan Ferratum correct is gedaan, ondanks dat de oproepbrieven retour kwamen.

De rechtbank heeft de belangen van de verzoeker en de schuldeisers tegen elkaar afgewogen. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van Ferratum en Regenboog Apotheek een gering aandeel vormen in de totale schuldenlast en dat een ruime meerderheid van de schuldeisers met de aangeboden regeling akkoord is gegaan. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat het voorstel goed gedocumenteerd is en dat de verzoeker niet in staat is om meer te bieden. De rechtbank concludeerde dat de belangen van de verzoeker, die zijn schuldenproblematiek wil oplossen, zwaarder wegen dan die van de schuldeisers die hebben geweigerd in te stemmen met de regeling.

De rechtbank heeft daarom het verzoek om Ferratum en Regenboog Apotheek te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen. Tevens zijn Ferratum en Regenboog Apotheek veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers, en heeft het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
rekestnummer: [nummer01] en [nummer02]
uitspraakdatum: 18 november 2022
in de zaak van:
[verzoeker01],
wonende te [adres01]
[postcode01] [plaats01] ,
verzoeker.

1..De procedure

Verzoeker heeft op 31 augustus 2022, tezamen met een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, een verzoek ingevolge artikel 287a, eerste lid, Faillissementswet ingediend om een tweetal schuldeisers, te weten:
  • Ferratum Netherlands B.V. (hierna: Ferratum);
  • Regenboog apotheek;
die weigeren mee te werken aan een door verzoeker aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.
De mondelinge behandeling van het verzoek was bepaald op 17 oktober 2022. Op verzoek van verzoeker van 13 oktober 2022 is de behandeling verplaatst.
Schuldhulpverlening heeft op 28 oktober 2022 aanvullende stukken aan de rechtbank doen toekomen.
Ter zitting van 31 oktober 2022 zijn verschenen en gehoord:
  • verzoeker;
  • mw. [naam01] , werkzaam bij Sociale Dienst Drechtsteden (hierna: schuldhulpverlening);
  • mevrouw M. Kocak, werkzaam bij GNG Bewindvoeringen (hierna: beschermingsbewindvoerder).
De weigerende schuldeisers zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
De oproepbrieven aan Ferratum zijn weliswaar retour gekomen, maar de rechtbank stelt vast dat Ferratum is opgeroepen op het bekende adres en het bekende e-mailadres (waarmee eerder ook gecommuniceerd is) en dat tevens geen ander adres van Ferratum bekend is (gemaakt). Gelet op het voorgaande acht de rechtbank voldoende aannemelijk dat de brief aan Ferratum wel op correcte wijze is aangeboden.
De bewindvoerder heeft op 1 november 2022 aanvullende stukken aan de rechtbank doen toekomen.
De uitspraak is bij vervroeging bepaald op heden.

2..Het verzoek

Verzoeker heeft volgens het ingediende verzoekschrift zes concurrente schuldeisers. Deze schuldeisers hebben in totaal een bedrag van € 21.984,45 van verzoeker te vorderen.
Verzoeker heeft bij brief van 31 januari 2022 een schuldregeling aangeboden aan zijn schuldeisers, inhoudende een betaling van 7,14% aan de concurrente schuldeisers tegen finale kwijting.
Het aangeboden akkoord heeft de volgende inhoud en achtergrond. De aangeboden regeling is gebaseerd op de NVVK-norm. De afloscapaciteit van verzoeker is gebaseerd op ongewijzigde voortzetting van zijn WIA-uitkering. Verzoeker is voor 100% arbeidsongeschikt verklaard en er is sprake van een meer dan geringe kans op herstel. Verzoeker heeft ter onderbouwing hiervan het toekenningsbesluit van het UWV van
5 oktober 2010 overgelegd. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij in 2017 voor het laatst gekeurd is en dat de deskundige hem telefonisch had medegedeeld dat hij volledig afgekeurd is. Verzoeker heeft een brief van het UWV van 1 november 2018 overgelegd waarbij het UWV het toekenningsbesluit van 5 oktober 2010 nogmaals aan verzoeker heeft doen toekomen. Daarnaast heeft verzoeker verklaard dat hij binnenkort een afspraak heeft bij GGZ voor mogelijke ondersteuning bij onder andere zijn autisme, ADHD en PTSS. Volgens de aangeboden schuldregeling wordt het aangeboden percentage – door middel van een door schuldhulpverlening ter beschikking gesteld saneringskrediet – in één keer aan de schuldeisers uitgekeerd. Verzoeker heeft zich op het standpunt gesteld dat hij al het mogelijke heeft gedaan om het aangeboden percentage aan zijn schuldeisers aan te bieden. Verzoeker heeft sinds de aanmelding bij schuldhulpverlening geen nieuwe schulden of achterstanden meer laten ontstaan en zijn vaste lasten worden inmiddels door zijn beschermingsbewindvoerder voldaan.
Vier schuldeisers stemmen met de aangeboden schuldregeling in. Ferratum en Regenboog Apotheek stemmen hier niet mee in. Zij hebben een vordering van € 300,00 en € 829,75 op verzoeker, welke 1,4% en 3,8% van de totale schuldenlast belopen.

3..Het verweer

In de contacten met schuldhulpverlening heeft Regenboog Apotheek te kennen gegeven het aangeboden bedrag te laag te vinden. Regenboog Apotheek zal enkel akkoord gaan met een voorstel van minimaal 50%.
Regenboog Apotheek en Ferratum hebben geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun standpunten ter zitting toe te lichten.
Uit een e-mail van 10 september 2021 van Ferratum, blijkt niet dat Ferratum inhoudelijk verweer wenst te voeren.

4..De beoordeling

Uitgangspunt is dat het iedere schuldeiser in beginsel vrij staat om te verlangen dat 100% van zijn vordering, vermeerderd met rente, wordt voldaan. Nu de aangeboden regeling voorziet in een lagere uitkering dan de volledige vordering, staat het belang van Ferratum en Regenboog Apotheek bij hun weigering vast.
De rechtbank ziet zich gesteld voor het beantwoorden van de vraag of Ferratum en Regenboog Apotheek in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling hebben kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat zij hebben bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van verzoeker of de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de vorderingen van Ferratum en Regenboog Apotheek een gering aandeel vormen in de totale schuldenlast van respectievelijk 1,4% en 3,8%.
Een ruime meerderheid van de schuldeisers, namelijk vier van de zes schuldeisers, is met de aangeboden regeling akkoord gegaan.
De rechtbank stelt ook vast dat het voorstel is getoetst door een deskundige en onafhankelijke partij, te weten de Sociale Dienst Drechtsteden. Voorts is het voorstel naar het oordeel van de rechtbank goed en controleerbaar gedocumenteerd.
De rechtbank is van oordeel dat het voorstel het uiterste is waartoe verzoeker in staat moet worden geacht. Uit het verzoekschrift en het verhandelde ter zitting is gebleken dat verzoeker niet beschikt over betaald werk. Verzoeker is op 5 oktober 2010 voor 80 tot 100% arbeidsongeschikt verklaard. Verzoeker heeft ter zitting verklaard dat hij in 2017 een laatste keuring heeft gehad en dat de deskundige telefonisch had medegedeeld dat hij geen uitnodiging meer krijgt omdat hij volledig is afgekeurd. Verzoeker heeft verklaard dat hij een afspraak heeft bij de GGZ voor behandeling van zijn autisme, ADHD en PTSS. Voldoende aannemelijk is geworden dat de klachten die aan de UWV-beslissingen over zijn arbeidsongeschiktheid ten grondslag liggen onverminderd voortduren en dat hij in de komende jaren geen inkomen zal kunnen verwerven dat hoger is dan zijn huidige inkomen. Voorts is voldoende aannemelijk geworden dat verzoeker niet over vermogen beschikt.
Naar verwachting zal de uitwerking van het voorstel een gunstiger resultaat hebben voor de schuldeisers dan in de situatie dat de schuldsaneringsregeling op verzoeker van toepassing zou zijn, zoals subsidiair verzocht. Immers, de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling zal aanzienlijke kosten met zich brengen, bestaande uit salaris voor de bewindvoerder en griffierecht, die in mindering komen op hetgeen verzoeker zou kunnen afdragen in de schuldsaneringsregeling. Dat betekent dat toepassing van de schuldsaneringsregeling de schuldeisers minder zou opleveren dan bij het akkoord wordt aangeboden. Daar komt nog bij dat een eventuele bate voor de schuldeisers pas aan het einde van de schuldsaneringsregeling wordt uitgekeerd, terwijl de aangeboden regeling erin voorziet dat het aangeboden bedrag ineens en op korte termijn betaalbaar wordt gesteld.
Op grond van het voorgaande komt de rechtbank dan ook tot het oordeel dat de belangen van verzoeker die vanuit een stabiele situatie zijn schuldenproblematiek wil oplossen en van de overige schuldeisers die hebben ingestemd met het aanbod, zwaarder wegen dan die van Ferratum en Regenboog Apotheek, die geweigerd hebben in te stemmen.
Het verzoek om Ferratum en Regenboog Apotheek te bevelen in te stemmen met de schuldregeling wordt daarom toegewezen.
Ferratum en Regenboog Apotheek zullen als de in het ongelijk gestelde partijen worden veroordeeld in de kosten van de procedure. Nu voor het onderhavige verzoekschrift geen griffierecht verschuldigd is en verzoeker niet is bijgestaan door een advocaat, worden de kosten begroot op nihil.
De rechtbank stelt vast dat er thans een gedwongen schuldregeling is afgekondigd, die in de plaats komt van de vrijwillige instemming van de schuldeisers. Hieruit volgt dat verzoeker zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden en dat hij niet verkeert in de toestand dat hij heeft opgehouden te betalen zodat het subsidiaire verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal worden afgewezen.

5..De beslissing

De rechtbank:
- beveelt Ferratum en Regenboog Apotheek om in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling;
- veroordeelt Ferratum en Regenboog Apotheek in de kosten van deze procedure, aan de zijde van verzoeker begroot op nihil;
- bepaalt dat dit vonnis in de plaats treedt van de vrijwillige instemming;
- wijst het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling af;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.G.E. Prenger, rechter, en in aanwezigheid van
mr. N.A. Masrom, griffier, in het openbaar uitgesproken op 18 november 2022. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.