ECLI:NL:RBROT:2022:11560

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 november 2022
Publicatiedatum
5 januari 2023
Zaaknummer
C/10/647879 / FA RK 22-8153
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wvggz

Op 21 november 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de wijziging van een zorgmachtiging, zoals bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot wijziging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, op verzoek van de zorgverantwoordelijke, met betrekking tot een betrokkene die in Antes verblijft. De oorspronkelijke zorgmachtiging voorzag in opname, maar de zorgmachtiging vermeldde niet in welke specifieke accommodatie de opname diende plaats te vinden. De zorgverantwoordelijke stelde dat een overplaatsing noodzakelijk was, maar de rechtbank oordeelde dat hiervoor geen wijziging van de zorgmachtiging nodig was.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de zorgverantwoordelijke op basis van artikel 8:11 van de Wvggz tijdelijke verplichte zorg kan verlenen, maar dat dit niet van toepassing was in deze situatie. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op 21 november 2022 gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren, maar de officier van justitie niet. De rechtbank concludeerde dat de geldende zorgmachtiging voldoende was en dat de zorgverleners zelf moesten beslissen over de noodzaak van een overplaatsing. De rechtbank wees het verzoek af, met de mogelijkheid voor de betrokkene om een klacht in te dienen bij de klachtencommissie over de beslissing van de zorgaanbieder.

De beschikking werd mondeling gegeven door rechter mr. S.L. Raphael en is op 5 december 2022 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/647879 / FA RK 22-8153
Referentienummer: [nummer01]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 21 november 2022 betreffende een wijziging van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 8:12 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1991, [geboorteplaats01] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats01] ,
thans verblijvende in Antes, locatie [locatie01] te Rotterdam,
advocaat mr. V.K.S. Deetman te Dordrecht.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 16 november 2022.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de aanvullende medische verklaring van 24 oktober 2022;
  • het niet-ondertekende zorgplan van 26 oktober 2022;
  • de aanvraag tot wijziging van de zorgmachtiging van de zorgverantwoordelijke van 19 oktober 2022;
  • het advies bij de aanvraag van de geneesheer-directeur van 24 oktober 2022;
  • de stukken behorend bij de aanvraag zorgmachtiging waarvan wijziging wordt verzocht.
1.2.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de rechtbank contact opgenomen met de officier met de vraag op welke extra vormen van verplichte zorg het verzoekschrift ziet, waar de geldende machtiging nog niet in voorziet. In reactie daarop heeft de officier op 21 november 2022 telefonisch verklaard dat zij het verzoekschrift hebben ingediend op verzoek van Antes en mondelinge behandeling daarvan gewenst is.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 november 2022. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam01] , en [naam02] , beiden ambulant behandelaar en verbonden aan Antes.
1.4.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
De zorgverantwoordelijke kan op grond van artikel 8:11 van de Wvggz beslissen tot het verlenen van verplichte zorg waar de crisismaatregel, de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of de zorgmachtiging niet in voorziet, voor zover dit tijdelijk ter afwending van een noodsituatie noodzakelijk is. De duur van deze tijdelijke verplichte zorg is op basis van artikel 8:12 van de Wvggz beperkt tot een periode van maximaal drie dagen. Indien de zorgverantwoordelijke van oordeel is dat deze tijdelijke verplichte zorg na een periode van drie dagen moet worden voortgezet, kan hij daartoe uitsluitend beslissen indien een door de zorgverantwoordelijke gemotiveerde aanvraag tot wijziging van de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel of zorgmachtiging door de geneesheer-directeur, vergezeld van zijn advies daarover, bij de officier van justitie is ingediend.
2.2.
Ten aanzien van betrokkene is op 18 juli 2022 een zorgmachtiging afgegeven welke machtiging geldt tot en met 18 januari 2023. Daarbij is bepaald dat bij wijze van verplichte zorg onder andere de volgende maatregel kan worden getroffen:
- het opnemen in een accommodatie.
2.2.
Uit de aanvraag van de zorgverantwoordelijke, blijkt dat opname van tijdelijke duur in kliniek Duurzaam Verblijf van GGZ Drenthe in Beilen noodzakelijk is. Uit de aanvullende medische verklaring blijkt dat betrokkene niet overgeplaatst wil worden. De geneesheer-directeur geeft in haar advies aan dat dit verzoek tot wijziging van de geldende zorgmachtiging is aangevraagd, omdat het een ingrijpende gebeurtenis is voor betrokkene en een dergelijke overplaatsing (in een andere zaak) tot een klacht heeft geleid. Tevens merkt de geneesheer-directeur op dat deze wijziging geen noodsituatie betreft. De rechtbank wijst het verzoek af. De geldende zorgmachtiging voorziet in opname in een accommodatie als betrokkene dat niet wil. In de zorgmachtiging staat niet, hetgeen ook niet gebruikelijk is, in welke accommodatie opname dient plaats te vinden. Het is aan de betrokken zorgverleners om te beslissen of betrokkene al dan niet dient te worden overgeplaatst ter afwending dan wel voorkoming van ernstig nadeel. Betrokkene kan op grond van artikel 10:3 van de Wvggz een klacht bij de klachtencommissie indienen over een dergelijke beslissing van de zorgaanbieder. Dat klachtrecht kan betrokkene niet worden ontnomen door in deze zaak wijziging van de zorgmachtiging te vragen.

3.Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 21 november 2022 mondeling gegeven door mr. S.L. Raphael, rechter, in tegenwoordigheid van G. de Man, griffier, en op 5 december 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.