ECLI:NL:RBROT:2022:11561

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 november 2022
Publicatiedatum
5 januari 2023
Zaaknummer
C/10/647188 / FA RK 22-7784
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor betrokkene met multiproblematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 november 2022 een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, geboren in 1979, die lijdt aan een licht verstandelijke beperking, bipolaire I stoornis en cannabisgebruik. De officier van justitie had op 3 november 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2022 werd vastgesteld dat betrokkene 24-uurs begeleiding en structuur nodig heeft, omdat hij anders kan ontregelen. De rechtbank overwoog dat betrokkene medicijnen nodig heeft voor zijn psychische stoornis en dat zonder zorgmachtiging de kans groot is dat hij met deze medicatie stopt, wat zijn stabiliteit in gevaar zou brengen.

De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de uitspraak. De beschikking is mondeling gegeven door rechter S.L. Raphael en schriftelijk uitgewerkt op 5 december 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/647188 / FA RK 22-7784
Referentienummer: [nummer01]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 21 november 2022 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[betrokkene01],
geboren op [geboortedatum01] 1979, Landstuhl, Bondsrepubliek Duitsland,
hierna: betrokkene,
wonende te [woonplaats01] ,
thans verblijvende in Antes, locatie [locatie01] te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. W.H.J.W. de Brouwer te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 03 november 2022.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring opgesteld door [psychiater01] , psychiater, van 25 oktober 2022;
  • de niet-ingevulde zorgkaart van 4 oktober 2022;
  • het niet-ondertekende zorgplan van 29 september 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante strafvorderlijke - en justitiële gegevens van betrokkene;
  • het bericht dat er geen relevante politiegegevens van betrokkene zijn.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 november 2022. Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met zijn hiervoor genoemde advocaat;
  • [naam01] , verpleegkundig specialist in opleiding, verbonden aan Antes.
1.3.
De officier is niet tijdens de mondelinge behandeling verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene lijdt aan een licht verstandelijke beperking, bipolaire I stoornis en stoornis in gebruik cannabis. De verstandelijke beperking staat volgens de onafhankelijk psychiater momenteel op de voorgrond. Daar is aan toegevoegd dat betrokkene 24-uurs begeleiding en structuur nodig heeft en dat er om die reden nu nog een zorgmachtiging nodig is omdat betrokkene anders overvraagd wordt en ontregelt. Tijdens de mondelinge behandeling is uitvoerig gesproken met welke zorg betrokkene het meest gebaat is, te weten zorg in het kader van de Wvggz of de Wzd. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Betrokkene heeft medicijnen nodig in verband met zijn psychische stoornis en deze medicijnen zijn effectief. Zijn psychische stoornis is daarmee onder controle en niet langer op de voorgrond. Omdat betrokkene impulsief kan handelen, is de kans groot dat als er geen zorgmachtiging wordt afgegeven waarin staat dat betrokkene medicijnen moet nemen, betrokkene op enig moment met de medicijnen zal stoppen. Betrokkene zal dan, omdat hij dan ook niet langer verplicht kan worden in de instelling te blijven, naar alle waarschijnlijkheid uit beeld raken en afglijden. Dat is niet in zijn belang omdat het toestandsbeeld van betrokkene inmiddels stabiel is. Bovendien is een plek in een Wzd accommodatie, waar betrokkene het meest bij gebaat is, dan helemaal uit zicht. Een zorgmachtiging is om die reden noodzakelijk ter overbrugging naar een plek binnen een Wzd accommodatie. Daar ligt het perspectief voor betrokkene. In de huidige accommodatie is betrokkene niet op zijn plek, maar een Wzd accommodatie weigert betrokkene tot op heden op te nemen omdat er sprake is van multi problematiek. Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de verpleegkundig specialist die betrokkene veel één-op-één begeleiding biedt, dat als de licht verstandelijke beperking goed begeleid wordt, de psychische stoornis onder controle zal blijven.
2.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade, maatschappelijke teloorgang en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Betrokkene is diverse malen psychotisch ontregeld. Hij vertoont dan ontremd en impulsief gedrag zoals doen alsof hij over een balkon gaat springen, hij uit een doodswens en vertoont seksueel onaangepast gedrag richting een medewerker. Hij is niet in staat tot zelfzorg. Betrokkene is zeer kwetsbaar en erg beïnvloedbaar. Betrokkene is niet in staat om zelfstandig zijn vrijheden in te vullen, omdat hij dan overmatig cannabis gaat gebruiken, waardoor zijn gedrag onhoudbaar wordt. Er is dan risico op agressie naar anderen vanuit ontremming en prikkelbaarheid.
2.3.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene stabiel te houden, heeft betrokkene zorg nodig.
2.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Uit de stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene op momenten erg impulsief is, de vrijwilligheid van betrokkene sterk wisselend is en dat deze vrijwilligheid mede gebaseerd is op het feit dat er een geldende zorgmachtiging is. Om die redenen is verplichte zorg nodig.
2.5.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. De verpleegkundig specialist heeft verklaard dat de mogelijkheid om betrokkene verplicht te beperken in zijn bewegingsvrijheid en op te nemen noodzakelijk is, omdat betrokkene op momenten naar buiten wil om gedragsbeïnvloedende middelen (cannabis) te gebruiken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
  • het toedienen van medicatie;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedragsbeïnvloedende middelen
  • het controleren op de aanwezigheid van gedragsbeïnvloedende middelen;
  • het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten (inhoudende het accepteren en nakomen van behandelafspraken over zijn dagprogramma);
  • het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg, te weten het toedienen van vocht en voeding, het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, het insluiten en het uitoefenen van toezicht op betrokkene, worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet is gemotiveerd of de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.6.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Verder is de voorgestelde verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.7.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden met ingang van vandaag.

3.Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene01] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.5. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 november 2023.
Deze beschikking is op 21 november 2022 mondeling gegeven door mr. S.L. Raphael, rechter, in tegenwoordigheid van G. de Man, griffier, en op 5 december 2022 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.