In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 november 2022 een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, geboren in 1979, die lijdt aan een licht verstandelijke beperking, bipolaire I stoornis en cannabisgebruik. De officier van justitie had op 3 november 2022 een verzoekschrift ingediend, waarin werd verzocht om een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 21 november 2022 werd vastgesteld dat betrokkene 24-uurs begeleiding en structuur nodig heeft, omdat hij anders kan ontregelen. De rechtbank overwoog dat betrokkene medicijnen nodig heeft voor zijn psychische stoornis en dat zonder zorgmachtiging de kans groot is dat hij met deze medicatie stopt, wat zijn stabiliteit in gevaar zou brengen.
De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, met ingang van de datum van de uitspraak. De beschikking is mondeling gegeven door rechter S.L. Raphael en schriftelijk uitgewerkt op 5 december 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.