ECLI:NL:RBROT:2022:11676

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 december 2022
Publicatiedatum
10 januari 2023
Zaaknummer
9856880 \ CV EXPL 22-1812eindvonnis
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtelijke inbreuk door uploaden van het Liedboek op Scribd.com

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 december 2022 uitspraak gedaan in een auteursrechtelijke kwestie. De eiser, vertegenwoordigd door mr. D. Griffiths, heeft gesteld dat de gedaagde, verbonden aan de Bond van Nederlandse Predikanten, zonder toestemming het Liedboek op de website Scribd.com heeft geüpload. De eiser heeft bewijs geleverd dat de gedaagde op 21 april 2017 het boek heeft geüpload, wat in strijd is met de Auteurswet. De gedaagde heeft betwist dat hij de uploader was en heeft aangevoerd dat hij slachtoffer is van een hack. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de gedaagde waarschijnlijk onbewust het Liedboek heeft geüpload, en dat er geen bewijs is dat de upload het gevolg was van een hack. De schadevergoeding is gematigd tot € 1.500,-, omdat de kantonrechter van oordeel is dat volledige schadevergoeding onaanvaardbare gevolgen zou hebben. Daarnaast zijn de proceskosten vastgesteld op € 6.381,75, waarbij de gedaagde is veroordeeld tot betaling aan de eiser.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 9856880 \ CV EXPL 22-1812
datum uitspraak: 29 december 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
eiser,
gemachtigde: mr. D. Griffiths,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats02] ,
gedaagde,
gemachtigde: [gemachtigde01] van de Bond van Nederlandse Predikanten.
De partijen worden hierna ‘ [eiser01] ’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De verdere procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit de volgende processtukken:
  • het tussenvonnis van 6 oktober 2022;
  • de akte overlegging deskundigenrapport van [eiser01] , met producties;
  • de antwoordakte gedaagde deel I en II van [gedaagde01] , met producties.

2.De verdere beoordeling

2.1.
[eiser01] stelt zich op het standpunt dat [gedaagde01] op 21 april 2017 het boek genaamd
[naam liedboek01](hierna: het Liedboek) heeft geüpload op de website Scribd.com en hierdoor zonder de toestemming van [eiser01] vier liederen van [eiser01] openbaar heeft gemaakt die in het Liedboek zijn opgenomen, wat in strijd is met de Auteurswet. In het tussenvonnis van 6 oktober 2022 is overwogen dat [gedaagde01] voldoende gemotiveerd heeft betwist dat hij degene is geweest die het Liedboek op 21 april 2017 op Scribd.com heeft geüpload. [eiser01] is daarom in het tussenvonnis in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren van feiten en/of omstandigheden waaruit volgt dat [gedaagde01] op 21 april 2017 het Liedboek heeft geüpload op de website Scribd.com.
2.2.
[eiser01] heeft bij zijn akte van 3 november 2022 een rapport overgelegd van de heer [naam01] , werkzaam bij Secundity als IT-beveiligingsexpert en ethisch hacker (hierna: [naam01] ). In dit rapport gaat [naam01] in op de onderzoeksvragen hoe aannemelijk het is dat [gedaagde01] zelf het Liedboek naar Scribd.com heeft geüpload en hoe aannemelijk het is dat niet [gedaagde01] zelf, maar iemand anders uit naam van [gedaagde01] het bestand heeft geupload. [naam01] komt in zijn rapport tot de volgende samenvatting en conclusie:
“(…)
4. Samenvatting en conclusie
1. Scribd is een legitieme Amerikaanse website waar gebruikers bestanden kunnen uploaden (onder andere) om andere bestanden weer te kunnen downloaden.
2. [gedaagde01] heeft onvoldoende kunnen bewijzen waarom een hack van zijn gegevens geleid heeft tot het feit dat met zijn wachtwoord een document wat op zijn computer stond bij Scribd is beland. Dit scenario is erg onwaarschijnlijk.
3. [naam bestand01] is inderdaad gehackt zoals [gedaagde01] stelt, maar, uit niets van de aangeleverde bewijsstukken van [gedaagde01] blijkt dat [gedaagde01] zelf óók daadwerkelijk persoonlijk is gehackt.
4. Uit het uitgevoerde onderzoek blijkt dat er geen daadwerkelijke documenten zijn gelekt bij de hack bij [naam bestand01] . Ook is geen profielfoto van [gedaagde01] gelekt in het [naam bestand01] datalek. Er zijn alleen namen, emailadressen, versleutelde wachtwoorden en bestandsnamen van documenten gelekt. Het betoog van [gedaagde01] klopt daarmee niet dat het Liedboek via de hack bij [naam bestand01] bij Scribd is beland.
5. De hack op [naam bestand01] werd in 2020 bekend, terwijl het Liedboek al drie jaar eerder (in 2017) werd geüpload naar Scribd. Het is onwaarschijnlijk dat een dergelijk groot lek pas drie jaar later bekend/gepubliceerd wordt.
6. Het is zéér onwaarschijnlijk dat een hacker een naam, e-mailadres en wachtwoord uit een datalek gebruikt om een nieuw account op iemands anders naam op een andere website (zoals Scribd) te configureren, en daarnaast moeite doet om de profielfoto van één individueel persoon op te zoeken en deze ook op Scribd te configureren. Het motief hiervoor ontbreekt volledig. Hackers willen juist niet dat andere mensen in door hun aangemaakte accounts kunnen inloggen. Over een dergelijk voorgeval waarin namen, e-mailadressen en wachtwoorden van slachtoffers opnieuw geconfigureerd worden op nieuwe accounts, heeft [naam01] in zijn hele carrière (24 jaar) nog nooit gehoord.
4.1
Conclusie
Het onderzoek heeft een duidelijke, en heldere conclusie opgeleverd, namelijk: Het is zéér waarschijnlijk en zéér aannemelijk dat [gedaagde01] in 2017 waarschijnlijk onbewust zelf het Liedboek heeft geüpload naar Scribd. [gedaagde01] heeft hiervoor zelf ook (wederom onbewust) het bewijs aan [eiser01] voor aangedragen, namelijk:
1. [gedaagde01] gaf toe dat hij zelf het liedboek op zijn computer had staan.
2. [gedaagde01] kon inloggen met zijn e-mailadres en wachtwoord op het Scribd-account wat het Liedboek in 2017 heeft gepubliceerd. Hierdoor kon [gedaagde01] na melding van [eiser01] het Liedboek zelfstandig direct weer verwijderen van Scribd.
Het lijkt er sterk op dat [gedaagde01] het voorval van het uploaden van het Liedboek is vergeten. De Scribd website wordt vaak ook maar vluchtig gebruikt om een enkel document te bekijken. Het lijkt erop dat [gedaagde01] in 2017 vluchtig het Liedboek heeft geüpload om maar een ander bestand te kunnen downloaden. Er niet van uitgaande dat dit ooit een rechtszaak zou kunnen opleveren. Deze transactie is waarschijnlijk in vogelvlucht uitgevoerd, waarna de site ook nooit meer bezocht is, en daardoor heeft [gedaagde01] hier zelf ook geen actieve herinnering meer aan.
Het is echter zéér onwaarschijnlijk, en dat kan met klem worden benadrukt, dat een hacker in naam van [gedaagde01] , zonder enig motief, en ook nog eens met het e-mailadres, wachtwoord en profielfoto van [gedaagde01] , een document dat op [gedaagde01] computer stond, en dat niet op een andere wijze beschikbaar was op het openbare web én daarbij te linken was aan [gedaagde01] , naar Scribd heeft geüpload.
(…)”
2.3.
Volgens [gedaagde01] is met het rapport van [naam01] onvoldoende de door hem ingenomen standpunten weerlegd. De reactie van [gedaagde01] komt erop neer dat hij wel persoonlijk gehackt is, dat er wel documenten buit zijn gemaakt bij de hack van [naam bestand01] , dat zijn profielfoto ook meegegaan kan zijn met de hack van [naam bestand01] , dat hij niet gezegd heeft dat een hacker één voor één accounts heeft overgeplaatst, maar dat een en ander bij bulkproces heeft kunnen plaatsvinden, dat het motief om dergelijke hoeveelheden data, mailadressen en accounts te verkopen grof geld verdienen is en dat met het rapport niet is onderbouwd dat [gedaagde01] de uploader is.
2.4.
Het is aan de kantonrechter om het door [eiser01] aangedragen bewijs te waarderen. Dit betekent dat er een redelijke mate van zekerheid moet zijn dat [gedaagde01] het Liedboek heeft geüpload op Scripd.com om dit bewezen te achten. Het is dus niet zo dat de te bewijzen feiten onomstotelijk vast moeten komen te staan.
2.5.
Vast staat dat [gedaagde01] het Liedboek digitaal in zijn bezit had in 2013, dat het liedboek op Scripd.com op 21 april 2017 is geüpload door “ [gedaagde01] ” en dat [gedaagde01] het Liedboek op Scripd.com heeft kunnen verwijderen via een account dat gelinkt was aan zijn e-mailadres. Volgens [gedaagde01] had hij het Liedboek opgeslagen in de cloud van [naam bestand01] , heeft er een groot datalek plaatsgevonden bij [naam bestand01] en zijn de documenten die hij in de cloud van [naam bestand01] had opgeslagen verkocht en later op Scripd.com geplaatst, al dan niet bij een bulkproces. Gelet op deze betwisting is in het tussenvonnis [eiser01] in de gelegenheid gesteld om te bewijzen dat [gedaagde01] het liedboek op Scripd.com heeft geüpload.
2.6.
[eiser01] heeft met het door hem overgelegde rapport van [naam01] voldoende onderbouwd dat deze betwisting van [gedaagde01] geen stand houdt. Ten eerste blijkt uit het rapport van [naam01] (die een ervaren IT-beveiligingsexpert en ethisch hacker is, wat door [gedaagde01] niet is betwist) dat er geen documenten betrokken zijn geweest in de hack van [naam bestand01] , maar alleen metadata (zoals e-mailadressen, wachtwoorden en bestandsnamen). Het Liedboek kan derhalve niet bij de hack zijn gestolen uit de cloud van [gedaagde01] bij [naam bestand01] . Daarnaast blijkt uit het rapport van [naam01] dat de hack in oktober 2020 is ontdekt en is het volgens [naam01] onwaarschijnlijk dat de hack al in 2017 of eerder heeft plaatsgevonden, omdat hackers data meestal vrij kort nadat zij een bedrijf gehackt hebben, lekken.
2.7.
[gedaagde01] betwist dat er bij de hack bij [naam bestand01] alleen metadata zijn gestolen; volgens hem zijn er ook documenten gestolen. Uit het internetartikel waar [gedaagde01] in dit verband naar verwijst, blijkt echter niet dat er documenten zijn gestolen, want hierin wordt ‘slechts’ gesproken over e-mailadressen, namen en wachtwoorden. Dat in het internetartikel vervolgens staat dat “
1TB of documents” bij een veiling zijn aangeboden voor 80.000 dollar lijkt niet te slaan op de gegevens die bij [naam bestand01] zijn gestolen, omdat er staat dat de “
user records got auctioned together with 1TB of documents”. De documenten waar hier over gesproken wordt, kunnen derhalve heel andere documenten zijn geweest dan de gegevens die van [naam bestand01] zijn gestolen. Het internetartikel weerspreekt het standpunt van [naam01] derhalve niet. Gelet hierop heeft [gedaagde01] zijn stelling dat er wel documenten zijn gestolen bij de hack bij [naam bestand01] onvoldoende onderbouwd. [gedaagde01] betwist verder dat de hack pas in 2020 heeft plaatsgevonden. Omdat echter niet is komen vast te staan dat er documenten van [gedaagde01] bij de hack zijn gestolen, is het niet meer relevant om vast te stellen wanneer de hack heeft plaatsgevonden.
2.8.
[naam01] heeft in zijn rapport tevens het volgende toegelicht. Het is volgens [naam01] zeer waarschijnlijk en zeer aannemelijk dat [gedaagde01] zelf in 2017 (waarschijnlijk onbewust) het Liedboek heeft geüpload op Scripd.com (en dit is vergeten). [naam01] heeft in dit kader toegelicht dat Scripd.com een grote en bekende Amerikaanse website is waar heel veel (soorten) documenten op staan. Om toegang te krijgen tot een bestand op die website moet men een betaald abonnement afsluiten of zelf een document uploaden. Om een document in zijn geheel te kunnen inzien, zal op de website ingelogd moeten worden. Als iemand nog geen account heeft, kan volgens [naam01] eenvoudig met een Google- of Facebook-account worden ingelogd. Het Scripd-account van [gedaagde01] bevat dezelfde profielfoto als zijn e-mailaccount, zodat [gedaagde01] met zijn Gmail-account moet hebben ingelogd en documenten hebben geüpload om toegang te krijgen tot andere documenten. Volgens [naam01] komt dit vaker voor, omdat hij een groot aantal vertrouwelijke documenten van Nederlanders heeft gevonden op Scripd.com. Deze Nederlanders hebben waarschijnlijk onbewust een pdf-bestand op hun computer geselecteerd om een ander pdfbestand op Scripd.com te kunnen downloaden. Het is volgens [naam01] zeer onwaarschijnlijk dat een hacker een naam, e-mailadres en wachtwoord uit een database gebruikt om een nieuw account op iemands anders naam op een andere website te maken en daarnaast de moeite neemt om iemands profielfoto op te zoeken en deze ook op Scripd.com te configureren. Dat de documentnaam gemodificeerd is, heeft volgens [naam01] te maken met het overzetten van het document naar digitale tekens.
2.9.
Volgens [gedaagde01] is het vreemd dat hij meerdere documenten zou hebben geüpload als één document voldoende zou zijn om een ander document te (kunnen) downloaden. Nergens blijkt echter uit dat [gedaagde01] maar één document heeft willen bekijken op Scripd.com. Het is immers ook mogelijk dat [gedaagde01] meerdere documenten wilde bekijken, zodat hij in ruil daarvoor ook meerdere documenten moest uploaden.
2.10.
De kantonrechter is van oordeel dat gelet op al het voorgaande met voldoende zekerheid kan worden vastgesteld dat [gedaagde01] het Liedboek heeft geüpload op Scripd.com. [gedaagde01] had het Liedboek immers in 2013 digitaal in zijn bezit, het Liedboek is op 21 april 2017 geüpload op Scripd.com door “ [gedaagde01] ”, [gedaagde01] heeft het Liedboek op Scripd.com kunnen verwijderen via een account dat gelinkt was aan zijn e-mailadres en waarvan zijn profielfoto dezelfde is als die van zijn Gmailaccount. Daarnaast houdt de betwisting van [gedaagde01] dat het document na een hack van [naam bestand01] op Scripd.com is geüpload geen stand meer gelet op het rapport van [naam01] en heeft [naam01] voldoende toegelicht waarom het waarschijnlijk is dat [gedaagde01] onbewust zelf het Liedboek op Scripd.com heeft geüpload. Dit alles bij elkaar genomen maakt dat er voldoende mate van zekerheid is dat [gedaagde01] het Liedboek heeft geüpload op Scripd.com, zodat [eiser01] in de bewijslevering is geslaagd. Dat betekent dat [gedaagde01] zonder toestemming van [eiser01] vier liederen van [eiser01] openbaar heeft gemaakt, wat in strijd is met de Auteurswet. [eiser01] heeft daarom recht op vergoeding van de door hem geleden schade.
Schade
2.11.
[eiser01] heeft voldoende feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan kan worden aangenomen dat hij als gevolg van de geconstateerde inbreuk schade heeft geleden. [eiser01] genereert immers inkomsten met het componeren en schrijven van liederen en verbindt aan het gebruik van zijn werken licentietarieven. Door het onrechtmatig openbaar maken is [eiser01] licentie-inkomsten misgelopen. Dit is door [gedaagde01] niet, dan wel onvoldoende bestreden.
2.12.
De schade is niet exact vast te stellen, omdat het onduidelijk is hoeveel licentie-inkomsten [eiser01] is misgelopen doordat het Liedboek op Scripd.com is geplaatst. De schade zal daarom moeten worden begroot op een wijze die het meest in overeenstemming is met de aard van de geleden schade.
2.13.
[eiser01] heeft zijn schade als volgt begroot. [eiser01] baseert zijn schade op de gemiste inkomsten uit het niet sluiten van één licentie per lied voor elk kalenderjaar dat het lied op Scripd.com heeft gestaan. Volgens [eiser01] zijn de licentietarieven voor de liederen 336, 822 en 998 € 300,- per lied per kalenderjaar voor de jaren 2017 tot en met 2021, zodat zijn schade € 4.500,- (= € 300,- x 3 liederen x 5 jaren) bedraagt. Het licentietarief voor lied 638 bedroeg volgens [eiser01] € 300,- per kalenderjaar voor de periode 2017-2019 en € 160,- per kalenderjaar voor de periode 2020 en 2021, zodat zijn schade voor lied 638 € 1.220,- (= € 300 x 3 jaar + € 160,- x 2 jaar) bedraagt. Omdat het lied 822 verminkt is moet volgens [eiser01] het schadebedrag voor dat lied met 25% worden verhoogd, zodat er voor het lied 822 een bedrag van € 375,- bijkomt. Bij elkaar bedraagt de schade € 6.095,- en dit bedrag moet volgens [eiser01] worden verhoogd met 25% vanwege de ongevraagde en onrechtmatige openbaarmaking, zodat [eiser01] uitkomt op een schadebedrag van € 7.618,75.
2.14.
[gedaagde01] vindt het rekenen van € 160,- tot € 300,- per lied buiten proporties, omdat kerkelijke gemeenten voor het gebruik van het (gehele) Liedboek voor liturgieboekjes en beamers in kerkdiensten een licentie afsluiten bij Liedboek B.V. van gemiddeld € 200,- tot € 300,-. Dan kunnen 1300 liederen gebruikt worden.
2.15.
[gedaagde01] betwist aldus niet de manier waarop [eiser01] zijn schade heeft begroot, te weten: aan de hand van de door hem gehanteerde licentievergoedingen. Daarom zal de kantonrechter deze manier van schadebegroting tot uitgangspunt nemen. [eiser01] heeft aansluiting gezocht bij zijn licentietarieven voor het plaatsen van bladmuziek/poëzie op het internet. [gedaagde01] heeft onvoldoende onderbouwd dat [eiser01] bij een ander licentietarief had moeten aansluiten. Hij heeft weliswaar verwezen naar de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 28 december 2016 (ECLI:NL:RBMNE:2016:6956), maar in die zaak ging het om een andere situatie, namelijk: het plaatsen van een lied van [eiser01] in een kerkblad en de plaatsing van de pdf-versie van dat kerkblad op de website van de kerkgemeente.
2.16.
Volgens [gedaagde01] zijn de licentietarieven die [eiser01] hanteert buitenproportioneel. [eiser01] heeft ter onderbouwing van zijn tarieven een factuur en betaalbewijs overgelegd waaruit blijkt dat de kerkenraad van de [naam kerkelijke gemeente] € 300,- heeft betaald voor een jaarlicentie 2016 en hij heeft een e-mailbericht overgelegd van [naam bedrijf] waaruit blijkt dat [naam bedrijf] € 300,- exclusief btw vraagt voor eenmalige reproductie van een lied uit het Liedboek op een website. Ook heeft [eiser01] ter zitting toegelicht dat hij jaarlijks twee of drie licenties voor het internet verkoopt, meestal aan kerkgenootschappen. De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde01] gelet hierop nader had moeten onderbouwen waarom de licentietarieven buitenproportioneel zijn. De enkele verwijzing naar de licentietarieven voor het Liedboek is daartoe onvoldoende, omdat die licentietarieven niet zien op de plaatsing van een lied op het internet, wat een veel groter bereik heeft dan liturgieboekjes of beamers in een kerk.
2.17.
[eiser01] heeft ten aanzien van lied 822 een extra schadevergoeding gevorderd van 25%, omdat het lied in het Liedboek in verminkte vorm is opgenomen. De verminking bestaat eruit dat een interpunctie is toegevoegd en hoofdletters zijn gebruikt, waardoor volgens [eiser01] het ritme van het lied niet meer klopt. [gedaagde01] heeft dus niet de juiste versie op Scripd.com geplaatst, waardoor nadeel aan de goede naam van [eiser01] is toegebracht, aldus [eiser01] . Ten aanzien van dit punt is de kantonrechter van oordeel dat, hoewel door [gedaagde01] de verminkte versie openbaar is gemaakt, dit niet aan [gedaagde01] is toe te rekenen: [gedaagde01] is niet degene die lied 822 heeft verminkt. Er is daarom geen reden om hiervoor een extra schadevergoeding toe te kennen. De kantonrechter ziet evenmin aanleiding tot verhoging van de verschuldigde licentievergoeding met 25% vanwege de ongevraagde en onrechtmatige openbaarmaking van de liederen. De daardoor geleden vermogensschade is reeds verdisconteerd in de verschuldigde licentievergoeding en [eiser01] heeft niet onderbouwd dat hij daarnaast nog ander nadeel heeft geleden dat voor vergoeding in aanmerking komt.
2.18.
Gelet op al het voorgaande zou [gedaagde01] in beginsel veroordeeld kunnen worden om ter zake van schadevergoeding een bedrag van € 5.700,- (te weten: € 4.500,- + € 1.220,- zoals omschreven in rechtsoverweging 2.13) te betalen aan [eiser01] . Dit betreft het schadebedrag, berekend over een periode van vijf jaren. Gelet op de omstandigheden dat (ook volgens de door [eiser01] ingeschakelde deskundige) [gedaagde01] hoogstwaarschijnlijk onbewust tot het uploaden van de liederen is overgegaan, een en ander min of meer toevallig pas vijf jaar later is ontdekt en [gedaagde01] vrijwel direct nadat [eiser01] hem op de uploads heeft gewezen, deze van het internet heeft verwijderd, is de kantonrechter van oordeel dat toekenning van volledige schadevergoeding in de gegeven omstandigheden tot kennelijk onaanvaardbare gevolgen zou leiden als bedoeld in artikel 6:109 BW. Hier komt nog bij dat het Liedboek door de gemodificeerde documentnaam voor derden nagenoeg niet en in elk geval niet gemakkelijk kon worden gevonden. De kantonrechter zal de wettelijke verplichting tot schadevergoeding daarom matigen tot het bedrag dat verschuldigd zou zijn over één jaar (het jaar 2017), wat neerkomt op een bedrag van € 1.500,-. Laatstgenoemd bedrag zal dus worden toegewezen. De hierover gevorderde wettelijke rente is eveneens toewijsbaar.
Proceskosten
2.19.
[eiser01] maakt aanspraak op betaling van de door hem gemaakte proceskosten ex artikel 1019h Rv. [eiser01] heeft specificaties overgelegd van zijn advocaat ten bedrage van in totaal € 14.398,25 inclusief btw, bestaande uit € 14.013,62 aan advocaatkosten, € 244,- aan griffierecht en € 140,63 aan dagvaardingskosten. Tevens heeft [eiser01] de factuur overgelegd van [naam01] ten bedrage van € 3.194,40 inclusief btw. [gedaagde01] vindt het bedrag aan proceskosten niet in verhouding staan met de hoofdsom, omdat de proceskosten de hoofdsom ruimschoots overschrijden.
2.20.
Voor zaken betreffende de intellectuele eigendom, zoals het auteursrecht, bestaat een bijzondere wettelijke regeling voor vergoeding van de kosten, neergelegd in artikel 1019h Rv. Op grond van dat artikel wordt de in het ongelijk gestelde partij desgevorderd veroordeeld in redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet.
2.21.
De kantonrechter is van oordeel dat [eiser01] de procedure terecht is gestart, omdat [gedaagde01] niet wilde betalen. Het stond [eiser01] vrij om een advocaat in te schakelen. De opgevoerde kosten zijn ook in lijn met het binnen de rechtspraak vastgestelde indicatietarief van € 20.000,- voor een IE-bodemzaak (de Indicatietarieven in IE-zaken zijn te vinden op rechtspraak.nl). Dat de proceskosten hoger zijn dan het toegewezen bedrag aan hoofdsom is geen reden om [gedaagde01] niet in de daadwerkelijke proceskosten te veroordelen. De kantonrechter houdt echter wel rekening met het gegeven dat slechts 20 % van de vordering van [eiser01] wordt toegewezen. De billijkheid verzet zich er daarom tegen dat de volledige advocaatkosten worden toegewezen. Tot de redelijke advocaatkosten van de procedure behoort in dit geval niet dat deel van de gemaakte advocaatkosten dat moet worden toegerekend aan het afgewezen deel van de vordering. De kosten die [eiser01] heeft gemaakt voor het rapport van [naam01] zijn naar het oordeel van de kantonrechter redelijke en evenredige gerechtskosten, zodat [gedaagde01] tevens veroordeeld wordt om dit bedrag van € 3.194,40 aan [eiser01] te betalen. De totale proceskosten komen daarmee uit op € 6.381,75, zijnde € 2.802,72 aan werkelijke advocaatkosten (20% van € 14.013,62), € 3.194,40 aan kosten rapport [naam01] , € 140,63 aan deurwaarderskosten inclusief btw en € 244,- aan griffierecht,
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.22.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiser01] te betalen € 1.500,-, te vermeerderen met de wettelijke rente op grond van artikel 6:119 BW vanaf 24 juli 2021 tot aan de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de kant van [eiser01] tot vandaag vastgesteld op € 6.381,75;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en in het openbaar uitgesproken.
31688