Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 december 2022 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [woonplaats], eiser,
Inleiding
Totstandkoming van het besluit
Beoordeling door de rechtbank
De enkele omstandigheden dat eiser uit de woning komt en kort plaatsneemt in een auto, zijn daarvoor onvoldoende. Er zijn immers geen waarnemingen gedaan die erop duiden dat eiser zich in de auto ophield om drugs over te dragen. Dat later drugs zijn aangetroffen in de auto en dat de ‘(schep) klant’ en diens vriendin verklaren dat zij deze zojuist bij eiser hebben gekocht, maakt dit oordeel niet anders. Deze bevindingen zijn immers achteraf gedaan. Daarbij neemt de rechtbank ook in aanmerking dat het gaat om één incident en dat uit de stukken niet blijkt dat eiser zich eerder schuldig heeft gemaakt aan het overdragen van drugs in auto’s van klanten en de waarnemingen daarom passen binnen een bij de politie bekend gedragspatroon van eiser. Evenmin blijkt dat de melding die in de bestuurlijke rapportage is genoemd en die mede aanleiding was voor de observaties, inhoudt dat eiser in auto’s drugs overdraagt.
Ook blijkt dit ‘kennelijke doel’ niet uit de waarneming dat eiser naar een woning van een bij de politie bekende drugsgebruiker rijdt en deze kort bezoekt. Dat de bewoner later verklaart dat hij drugs bij eiser heeft gekocht, maakt dit niet anders. Drugshandel in een woning valt immers niet onder artikel 2:74 van de APV. En het gebruik van de openbare weg om naar een woning te rijden, ook als dat gebeurt met het kennelijke doel om daar drugs te verhandelen, leidt niet tot de overlast op de openbare weg die artikel 2:74 van de APV beoogt tegen te gaan (vergelijk de uitspraak van deze rechtbank van 28 februari 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:1386).