Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het procesverloop
- de dagvaarding met producties;
- de mondelinge behandeling van 4 februari 2022 en de daarbij door de advocaat van [gedaagde] overgelegde pleitnotities en producties.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een kort geding waarin [eiser] verzet heeft aangetekend tegen een eerder verstekvonnis. Dit verstekvonnis was gewezen in een kort geding dat door [gedaagde] was aangespannen, waarbij [eiser] niet aanwezig was. De kern van het geschil betreft de executie van het verstekvonnis, dat [eiser] verbiedt om zijn medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning die hij samen met [gedaagde] heeft gekocht. De relatie tussen partijen is in augustus 2021 beëindigd, waarna [gedaagde] de woning wilde verkopen. [eiser] stelt dat hij geen toegang had tot de woning op het moment van betekening van de dagvaarding, omdat [gedaagde] het slot had vervangen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er voldoende twijfel bestaat over de rechtsgeldigheid van de betekening van de dagvaarding en dat de belangen van [eiser] zwaarder wegen dan die van [gedaagde]. Daarom is de executie van het verstekvonnis geschorst tot de uitspraak op het verzet. De voorzieningenrechter heeft beide partijen geadviseerd om te overleggen over mogelijke problemen met de bank, aangezien zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de hypotheek.