In deze zaak heeft de kinderrechter op 25 november 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 26 november 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een accommodatie voor jeugdhulpaanbieders eveneens verlengd tot dezelfde datum. De zaak is behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling NIDOS aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ontwikkeling van de minderjarigen nog steeds bedreigd wordt. De ouders zijn gevlucht uit een oorlogsgebied en hebben te maken gehad met ernstig huiselijk geweld. De moeder heeft een suïcidepoging gedaan en heeft aangegeven de zorg voor haar kinderen niet meer aan te kunnen. De minderjarigen zijn in een pleeggezin geplaatst, maar hebben daar ook te maken gehad met mishandeling. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de GI betrokken moet blijven om de ontwikkeling van de kinderen te waarborgen en dat de moeder de nodige hulpverlening moet ontvangen om de zorg voor haar kinderen op zich te kunnen nemen.
De kinderrechter heeft de beslissing genomen op basis van artikel 1:255 en artikel 1:265c van het Burgerlijk Wetboek, waarbij de belangen van de kinderen voorop staan. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.