In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 16 december 2022 een beschikking gegeven over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 11 januari 2023, maar de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West heeft verzocht om een verdere verlenging van een jaar. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader, de moeder en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren. De vader, die de Nederlandse taal niet goed machtig is, werd bijgestaan door een tolk in de Armeense taal.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [voornaam minderjarige01]. De ouders zijn in een complexe echtscheidingssituatie verwikkeld, wat leidt tot verstoorde communicatie en geen contact tussen de vader en de minderjarige. De GI heeft aangegeven dat [voornaam minderjarige01] kampt met depressieve gevoelens en dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling te verlengen om haar belangen te waarborgen. De moeder steunt het verzoek van de GI, terwijl de vader, ondanks zijn zorgen, ook instemt met de verlenging.
De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de ouders onvoldoende in staat zijn om de ontwikkelingsbedreiging zelfstandig weg te nemen en dat de GI betrokken moet blijven om de hulpverlening voort te zetten. De ondertoezichtstelling is verlengd tot 11 januari 2024, met de verklaring dat deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad is. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat er weinig vooruitgang is in de communicatie tussen de ouders en dat de vader moet nadenken over zijn gedrag in deze situatie.