ECLI:NL:RBROT:2022:12283

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 maart 2022
Publicatiedatum
8 januari 2024
Zaaknummer
10-334369-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring mishandeling ex-partner en vernieling met vrijheidsbeperkende maatregel

Op 15 maart 2022 heeft de politierechter in Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling van zijn ex-partner en vernieling van haar woning. De feiten vonden plaats op 13 december 2021, waarbij de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk de ruit van de woning van het slachtoffer heeft vernield. De rechter heeft vastgesteld dat er sprake was van voorwaardelijk opzet op de vernieling.

De rechter heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 60 uren, met de mogelijkheid van 30 dagen vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd. Daarnaast is er een vrijheidsbeperkende maatregel opgelegd, bestaande uit een locatie- en contactverbod voor de duur van 24 maanden. Dit houdt in dat de veroordeelde zich gedurende deze periode niet mag bevinden in de nabijheid van het adres van het slachtoffer en geen contact mag opnemen met haar.

De rechter heeft ook bepaald dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor elke overtreding van de opgelegde maatregel, met een maximale duur van 6 maanden. De maatregel is dadelijk uitvoerbaar, omdat er ernstige redenen zijn om aan te nemen dat de veroordeelde opnieuw een strafbaar feit zal plegen of zich belastend zal gedragen jegens het slachtoffer. De uitspraak benadrukt de ernst van de situatie en de noodzaak van bescherming van het slachtoffer.

Uitspraak

JS
aantekening mondeling vonnis
RECHTBANKRotterdam
LocatieRotterdam
Parketnummer: 10-334369-21
Volgnummer: 3
Uitspraak van de politierechter, mr. D. van Dooren, van dinsdag 15 maart 2022, in de zaak tegen verdachte
[verdachte01],
geboren op [geboortedatum01] te [geboorteplaats01] adres [adres01]
Verstek KWALIFICATIE:
T.a.v. feit 1: mishandeling
T.a.v. feit 2: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen

GEPLEEGD:

T.a.v. feit 1, feit 2: 13 december 2021

TOEGEPASTE ARTIKELEN:

9, 22c, 22d, 38v, 38w, 57, 63, 300, 350 Wetboek van Strafrecht

BESLISSING:

T.a.v. feit 1, feit 2:
Een taakstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende hechtenis, waarbij reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan.
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt
1) 15 mrt 2022 N
Vrijheidsstraf gaat in op met aftrek sedert
en eindigt
De (rest.) verv. vrijheidsstraf bedraagt dagen hecht/arr.
gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek 58 uren te verrichten taakstraf resteert.
Beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 29 dagen.
T.a.v. feit 1, feit 2:
Een vrijheidsbeperkende maatregel voor de duur van 24 maanden, bestaande uit een locatie- en contactverbod.
Dit locatieverbod houdt in dat de veroordeelde zich gedurende 24 maanden na heden niet zal bevinden in-/op-/rond [adres02].
Dit contactverbod houdt in dat veroordeelde gedurende 24 maanden op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [naam01] (geboren op [geboortedatum02]).
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 1 week voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een totale duur van ten hoogste van 6 maanden.
Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens [naam01], beveelt de rechter, gelet op artikel artikel 38v Wetboek van Strafrecht, dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
De politierechter,