In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 18 februari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een huurder van een pand in Schiedam, en het college van burgemeester en wethouders van Schiedam. Eiseres had een verzoek ingediend op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) om documenten openbaar te maken die betrekking hadden op de gebiedsontwikkeling A20 zone Schiedam. Het college heeft gedeeltelijk aan dit verzoek voldaan, maar eiseres was het niet eens met de gedeeltelijke weigering van openbaarmaking van bepaalde documenten. Eiseres heeft beroep ingesteld omdat het college niet tijdig op haar bezwaar had beslist. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd voor wat betreft de weigering van de openbaarmaking van documenten 21, 59 en 94. De rechtbank oordeelde dat de weigering van openbaarmaking op grond van de Wob niet terecht was, omdat verweerder onvoldoende had gemotiveerd waarom openbaarmaking zou leiden tot onevenredige benadeling van betrokkenen. De rechtbank heeft bepaald dat de documenten 21 en 59 gedeeltelijk openbaar gemaakt moeten worden, terwijl de rechtsgevolgen van de weigering van document 94 in stand blijven. Tevens is het college veroordeeld tot vergoeding van griffierecht en proceskosten aan eiseres.