ECLI:NL:RBROT:2022:1344

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
24 februari 2022
Zaaknummer
10/750277-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorbereiden van de invoer van cocaïne in Nederland

In de strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij de megazaak Caos, heeft de rechtbank Rotterdam op 23 februari 2022 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van het samen met anderen voorbereiden van de invoer van 1.727 kilogram cocaïne in Nederland. Na een uitgebreid onderzoek, dat onder andere bestond uit chatgesprekken, observaties en getuigenverklaringen, kwam de rechtbank tot de conclusie dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij daadwerkelijk cocaïne had ingevoerd. Wel werd bewezen geacht dat hij betrokken was bij de voorbereidingen voor de invoer van een hoeveelheid cocaïne. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de invoer, maar veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 18 maanden voor het voorbereiden van de invoer van cocaïne. De rechtbank weegt hierbij de ernst van het feit, de rol van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden mee. De officier van justitie had een gevangenisstraf van acht jaar geëist, maar de rechtbank vond een lagere straf passend. De voorlopige hechtenis van de verdachte werd opgeheven, omdat de gronden voor de voorlopige hechtenis niet meer aanwezig waren. De uitspraak is gedaan in het kader van de strijd tegen de georganiseerde drugshandel, die een ernstige bedreiging vormt voor de volksgezondheid.

Uitspraak

RechtbankROTTERDAM
Team 1
Parketnummer: 10/750277-19
Datum uitspraak: 23 februari 2022
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer in de strafzaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] , ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres verdachte] , [postcode verdachte] in [woonplaats verdachte] .
De advocaat van de verdachte is mr. H.G. Koopman, advocaat te Amsterdam. De officieren van justitie zijn mrs. N.J.P. Coenen en R.S. Dhoen (hierna gezamenlijk aangeduid als de officier van justitie).
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zittingen van 25 en
31 januari 2022 en 2 en 7 februari 2022. Het onderzoek is gesloten op de zitting van 9 februari 2022.

Kern van het vonnis

De verdachte wordt voor het samen met anderen voorbereiden van het invoeren van een partij cocaïne veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden.

Inhoudsopgave van dit vonnis

De verdachte wordt in de zaak Fuoco, onderdeel van de megazaak Caos, beschuldigd van het samen met anderen invoeren van 1.727 kilo cocaïne in Nederland of de
voorbereiding daarvan. De volledige tekst van de beschuldiging zoals deze door de officier van justitie is opgeschreven in de tenlastelegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit vonnis.
De rechtbank vindt niet bewezen dat de verdachte cocaïne heeft ingevoerd, zodat de verdachte daarvan wordt vrijgesproken. Wel vindt de rechtbank bewezen dat de verdachte de invoer van een hoeveelheid cocaïne heeft voorbereid. De argumenten die tot vrijspraak hebben geleid, de bewezenverklaring en de motivering daarvan zijn in hoofdstuk 2 van dit vonnis uiteengezet. Een overzicht van de bewijsmiddelen is in hoofdstuk 3 van dit vonnis opgenomen.
Het bewezenverklaarde feit is volgens de wet een verboden gedraging waar straf op staat. Welke verboden gedraging dat is, is omschreven in hoofdstuk 4 van dit vonnis. In dat hoofdstuk worden ook de strafbaarheid van het feit en de strafbaarheid van de verdachte besproken.
De rechtbank legt aan de verdachte een gevangenisstraf op van 18 maanden. Hoofdstuk 5 van dit vonnis vermeldt alle onderdelen van de straf en de motivering daarvan.
Hoofdstuk 6 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters en de griffiers.

Hoofdstuk 1: de beschuldiging in de tenlastelegging

1.
Feit 1: zaak Fuoco
Primair
hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2018 tot en met 3 augustus 2018 te Rotterdam althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in art. 1 lid 4 Opiumwet) ongeveer 1727 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 19 juli 2018 tot en met 3 augustus 2018 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 1727 kilogram, althans een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • een of meer anderen heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen, te doen plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of
  • zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen en/of
  • voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende/is verdachte en/of (een of meer van) verdachte's mededader(s),
  • contact(en) gelegd en/of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in (het) bronland(en) en/of
  • contact onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt en/of een of meer bespreking(en) en/of ontmoetingen gehad met zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne en/of
  • telefonisch en/of per sms en/of per chatbericht contact gehouden met één of meer (mede)dader(s).

Hoofdstuk 2: de beslissingen over het bewijs

Bewezenverklaring
De rechtbank vindt wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde feit heeft begaan en vindt bewezen dat:
hij in de periode van 19 juli 2018 tot en met 3 augustus 2018 in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland brengen van een hoeveelheid cocaïne, voor te bereiden,
- zich of anderen gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen
nu verdachte of zijn mededaders het volgende heeft/hebben gedaan:
  • contacten gelegd of laten leggen met de leverancier(s) van verdovende middelen in het bronland en
  • contact onderhouden, informatie uitgewisseld, afspraken gemaakt en besprekingen en ontmoetingen gehad met hun mededaders met betrekking tot het invoeren van die cocaïne en
  • per chatbericht contact gehouden met mededaders.
Bewijsmotivering
De bewezenverklaring steunt op de in hoofdstuk 3 van dit vonnis opgenomen redengevende inhoud van de bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen vormen ook de basis voor de overwegingen die bij de bewezenverklaring zijn betrokken.
Overwegingen
Identificatie verdachte
Het bewijs in deze zaak bestaat deels uit chatgesprekken. De verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat hij niet de persoon is die onder de naam ‘ [chatnaam verdachte] ’ deelneemt aan deze chatgesprekken.
In het strafdossier zijn processen-verbaal [1] van identificatie opgenomen. In deze processen-verbaal wordt de link gelegd tussen de verdachten in het onderzoek Caos en hun chatidentiteiten. Om tot die link te komen, heeft de politie geobserveerde ontmoetingen tussen de diverse verdachten gekoppeld aan chatgesprekken tussen dezelfde verdachten. Anders gezegd: de verdachten maken onderling afspraken via de chat en verschijnen dan vervolgens ook op die afspraken. Dit betreft een zeer sterke aanwijzing dat de gemaakte identificatie juist is. Zeker omdat sommige van de medeverdachten [2] niet ontkennen te hebben deelgenomen aan de chats en/of de ontmoetingen. In het op de verdachte toegesneden proces-verbaal van identificatie worden (ook) andere overeenkomsten tussen de inhoud van de chatgesprekken en eigenschappen en/of omstandigheden die kleven aan de verdachte gekoppeld. Dit ondersteunt de identificatie. Ten slotte wordt de identificatie sterker doordat de medeverdachte [naam medeverdachte 1] de chatnaam [chatnaam verdachte] in zijn verhoor aan de verdachte heeft toegeschreven.
Conclusie
De verdachte is de persoon die in de chatgesprekken deelneemt onder de naam [chatnaam verdachte] .
Betrokkenheid bij de zaak Fuoco
De officier van justitie ziet de betrokkenheid van de verdachte bij het cocaïnetransport als het medeplegen van de invoer van cocaïne. De verdediging ziet dat anders en heeft vrijspraak bepleit van zowel de invoer als de voorbereiding daarvan.
De rechtbank duidt het handelen van de verdachte bij deze zaak als het medeplegen van voorbereidingshandelingen van de invoer van cocaïne. De betrokkenheid van de verdachte blijkt hoofdzakelijk uit chatgesprekken, observaties van ontmoetingen en afgeluisterde
(ovc-)gesprekken. Hieruit blijkt onmiskenbaar dat de verdachten bezig waren met het voorbereiden van een cocaïnetransport. Dat tussen de verdachte en andere betrokkenen ook sprake was van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking bij de invoer van de cocaïne is echter onvoldoende komen vast te staan. De verdachte is niet betrokken geweest bij de daadwerkelijke invoer van de cocaïne en zijn rol bij de voorbereidingen is van onvoldoende gewicht om hem als medepleger van de invoer aan te merken. De verdachte moet een onderdeel zijn geweest van een veel groter geheel, waarbij vele anderen (moeten) zijn betrokken. Concreet zicht op dat grotere geheel ontbreekt. Daar komt bij dat niet kan worden vastgesteld dat het opzet van de verdachte steeds was gericht op de concrete hoeveelheid cocaïne die is onderschept. In de (chat)gesprekken worden wel hoeveelheden genoemd, maar dit zijn andere hoeveelheden dan de hoeveelheid die is aangetroffen.
Conclusie
De verdachte wordt vrijgesproken van de invoer van cocaïne. Wel vindt de rechtbank bewezen dat de verdachte de invoer van (een deel van) die cocaïnepartij heeft voorbereid.
Hoofdstuk 3: de bewijsmiddelen in de zaak Fuoco [3]
  • onderdeel a: Verklaringen van de medeverdachten
  • onderdeel b: Chatberichten
  • onderdeel c: Observaties
a.
Verklaringen van de medeverdachten
1.
Brief van de verdachte [naam medeverdachte 2] [4]
Op 30 juli 2018 werd ik benaderd door [naam medeverdachte 1] ( [bijnaam medeverdachte 1] ) met de vraag of ik meer informatie kon opzoeken over het schip [naam schip] . Deze informatie stuurde ik vervolgens door naar [naam medeverdachte 1] .
Op 31 juli 2018 had ik een ontmoeting met [naam medeverdachte 1] . Hij vertelde dat er mensen uit Spanje waren gekomen en dat zij op zoek waren naar twee versleutelde telefoons. [naam medeverdachte 3] kon aan mij twee versleutelde telefoons (PGP) leveren. Ik vertelde aan [naam medeverdachte 1] dat ik twee telefoons kon leveren. Ik zei tegen [naam medeverdachte 1] dat ik de locatie en tijd zou duursturen om de versleutelde telefoons op te halen. Op 1 augustus 2018 had ik een ontmoeting met [naam medeverdachte 1] in Oud-Gastel. [naam medeverdachte 1] kwam met een vriend en met twee mannen uit Spanje.
2.
Politieverhoor van de verdachte [naam medeverdachte 1] [5]
[naam medeverdachte 4] zei dat er iets onderweg was. Hij vertelde mij dat er ongeveer 300 kilo cocaïne onderweg was. Hij vroeg mij te helpen met mensen te vinden om dat er uit te halen. Dit was in juli of augustus 2018.
[naam medeverdachte 4] vertelde mij dat er kerels uit Spanje zouden komen om te spreken over de 300 kilo. Ik heb ze op dinsdag gesproken in Den Haag, er was ook iemand bij die ik ken, hij spreekt ook Spaans, hij heet [voornaam verdachte] . De Spanjaarden vertelden daar dat er 400 kilo in de container zou zitten in koffers en dat ze op zoek waren naar dieven om de koffers uit de container te halen.
De dag erna was er een afspraak in Roosendaal of Bergen op Zoom ofzo. Daar ging ik heen met [voornaam verdachte] . Ik bedoel daarmee [naam verdachte] . De Spanjaarden hadden daar een afspraak. Zij vroegen mij om te vertalen tijdens die afspraak in Roosendaal. Ik ben daar naartoe gegaan met [voornaam verdachte] en daar hebben we met de twee Spanjaarden en nog twee mensen aan tafel gezeten. [voornaam verdachte] spreekt beter Nederlands dan ik dus hij heeft vooral vertaald. Ik hoorde de Spanjaard, de vriend van [naam medeverdachte 4] , opeens zeggen dat het om 650 kilo ging en dat het verstopt zat in pallets.
Ik heb met [voornaam verdachte] , [bijnaam medeverdachte 2] en de Spanjaarden een ontmoeting gehad op de woensdagavond erna in Delft omdat ze mij maar bleven vragen om te helpen.
[voornaam verdachte] heeft een afspraak met ze gemaakt voor de volgende dag.
De volgende dag heb ik weer een afspraak gehad met de Spanjaarden en [voornaam verdachte] . Zij vroegen mij weer of ik niemand had om te helpen en boden 50% aan.
[voornaam verdachte] is wel verder gegaan met ze.
Ik werd via BlackBerry gevraagd om te komen naar een snackbar in Rotterdam, ik weet niet meer wie mij daar naar toe vroeg. Ik was daar met [voornaam verdachte] en de twee Spanjaarden. Ze vroegen mij of ik geld had om aan hen te lenen om de vrachtwagenchauffeur te betalen.
Enkele dagen later vroeg [chatnaam verdachte] mij of ik aan [naam medeverdachte 4] kon vragen of het de partij van
1700 kilo was die de politie had onderschept die in het nieuws was.
Ik heb [chatnaam verdachte] en [naam medeverdachte 4] met elkaar in contact gebracht, maar [chatnaam verdachte] vroeg mij elke keer om het contact te zoeken. Ze gebruikten mij als een soort brug om de vragen te kunnen stellen.
BlackBerry-chats [6]
3.
Chats [7]
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 6] ’ is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 5] .
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 2] nw ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 2] .
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 1] .
Verzonden berichten
Op 19 juli 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 6] en [bijnaam medeverdachte 2]
[bijnaam medeverdachte 6] : nog een 350, MSc, naar belg, onw
[bijnaam medeverdachte 2] : achter de deur
[bijnaam medeverdachte 2] : ik heb 1 man, hij staat daar sterk in antw, ik ga voor je vragen, vraag of die bij 1742 komt
[bijnaam medeverdachte 6] : K ken je die naam van die bus geven
[bijnaam medeverdachte 6] : Msc. Vaishnavi
[bijnaam medeverdachte 6] : Al onw
Op 21 juli 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [bijnaam medeverdachte 2]
: Amigo kan je vragen of die wel zeker in Rotterdam komt. Want ik volg die bus nu en hij gaat rechtstreeks naar Rotterdam, misschien daarna naar Antwerpen maar ik kan het niet zien.
Opmerking verbalisant: [bijnaam medeverdachte 2] stuurt een screenshot van het vaarschema van het motorschip “ [naam schip] ” met als bestemming Rotterdam.
[bijnaam medeverdachte 2] : Kan je ook gelijk vragen voor die Maersk want ik heb mensen die kunnen pakken in Antwerpen
[bijnaam medeverdachte 1] : Welke is deze amigo?
[bijnaam medeverdachte 2] : deze is van MSC achter deur
[bijnaam medeverdachte 2] : Vraag aan die mensen of ze willen doen Maersk dan ga ik maandag met die mensen praten want ze zeggen dat ze kunnen doen
Op 30 juli 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [bijnaam medeverdachte 2]
[bijnaam medeverdachte 1] : Amigo je kan kijken wanner aankomst die bus??
[bijnaam medeverdachte 2] : hij is morgen in rdam
Op 1 augustus 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [chatnaam verdachte]
[bijnaam medeverdachte 1] : Viejo, schrijf naar die man van de afspraak van gisteren, kijken of we snel kunnen regelen
[chatnaam verdachte] : Ik ben onderweg, waar zien we elkaar?
[bijnaam medeverdachte 1] : Weet het niet, ik moet naar die mannen van gisteren en naar die monito (jongen/blanke) om het te regelen
Op 1 augustus 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [bijnaam medeverdachte 2]
[bijnaam medeverdachte 1] : Amigo en deze bus is nu daar, praat aub met jouw mensen en regelen snel (…) Ok amigo maar deze bus is nu naast, daarom wij moeten snel actie
[bijnaam medeverdachte 2] : om 5 uur moeten we daar zijn in Roosendaal (…) Subway?
Op 2 augustus 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [chatnaam verdachte]
: zien we elkaar om te praten
[bijnaam medeverdachte 1] : is goed. (…) Zij komen al hierheen, naar de Mac van gisteravond
4.
Chats [8]
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 1] .
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 7] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 7]
Verzonden berichten
Op 3 augustus 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [chatnaam verdachte]
: praat met hem, volgens hem (derde) heeft hij ( [bijnaam medeverdachte 2] ) de locatie van dat
Op 4 augustus 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [chatnaam verdachte]
: kijken of ze ons informatie geven. Over de kar, of die ziek is.
[chatnaam verdachte] : Hoe kunnen ze bevelen geven dat het vrijgegeven is als dat niet zo is
Op 7 augustus 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [bijnaam medeverdachte 7]
: Heeft uw vriend van de vrachtwagen niets gezegd? Is er geen probleem?
[bijnaam medeverdachte 1] : Ze zijn hier verontwaardigd en verrast want ze hadden een hoeveelheid gezegd en het was een andere.
[bijnaam medeverdachte 7] : Is dat al ziek geworden?
[bijnaam medeverdachte 7] : Parcero (vriend) heeft me net geschreven dat de eigenaren het al gepakt hebben
[bijnaam medeverdachte 1] : https://www.crimesite.nl/1700-kilo-cocaine-in-antwerpengepakt/
(…)
[bijnaam medeverdachte 1] : Je weet wel waar ik het over heb!!!!
(…)
[bijnaam medeverdachte 1] : Waar is datgene wat van hun is???
[bijnaam medeverdachte 7] : Hallo, vertel
[bijnaam medeverdachte 1] : Of dat eruit is gehaald, zij willen hun deel
[bijnaam medeverdachte 1] : Ze zijn hier woest omdat dat eruit is gehaald en ze hebben hen gebruikt
(…)
[bijnaam medeverdachte 7] : Het probleem nu is dat dat niet ziek is geworden en nog een probleem omdat dat eruit is gehaald
[bijnaam medeverdachte 1] : Dat heeft vandaag de chauffeur opgehaald en er zat niets in en het was een andere slot.
[bijnaam medeverdachte 7] : Dan liegen ze tegen me want dat was daar, en het is zeker dat het gevallen is.
[bijnaam medeverdachte 7] : Hoe kan het zijn dat die chauffeur er vandaag op af is gegaan als die kist gisteren al weg is gegaan? Kunt u me dat uitleggen?
[bijnaam medeverdachte 7] : U moet het nummer van het meisje intoetsen en dan zie je dat het gisteren al is bewogen
[bijnaam medeverdachte 1] : Dus als die “ [bijnaam medeverdachte 8] ’ via een andere kant is gegaan of heeft geprobeerd dat eruit te halen, want die kist is door die mensen eruit gehaald, dat bevestigen ze hier.
[bijnaam medeverdachte 1] : Dat er iets inzat en dat de zegel verwisseld is.
[bijnaam medeverdachte 7] : Ik trek mijn conclusies, dat is ziek geworden
[bijnaam medeverdachte 7] : Want als dat ziek is en de mensen gaan informeren, dan wel, wordt je opgepakt
[bijnaam medeverdachte 1] : informeer welke zegel het was
Op 9 augustus 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [bijnaam medeverdachte 7]
[bijnaam medeverdachte 1] : Broer, er is hier een groot probleem, want ze zeggen dat dat niet gevallen is, maar dat ze het ergens anders eruit hebben gehaald. Ze moeten weten wat het logo was van het eten
[bijnaam medeverdachte 7] : Geef bijna geen antwoord, hij zegt dat hij ziek is
[bijnaam medeverdachte 1] : Nou, hier zeggen ze iets anders, dat die ‘ [bijnaam medeverdachte 8] ’ het eruit heeft gehaald, zijn naam is [naam medeverdachte 8] , want hij heeft extra % aangeboden aan die het eruit gingen halen
[bijnaam medeverdachte 1] : Daarom moeten zijn het merk van het eten weten, want het lijkt erop dat er een op straat is
5.
Chats [9]
De gebruiker van de bijnaam ‘ [bijnaam medeverdachte 1] ’, is geïdentificeerd als: [naam medeverdachte 1] .
Verzonden berichten
Op 9 augustus 2018 tussen [bijnaam medeverdachte 1] en [chatnaam verdachte]
: Ve, vraag welke zegel dat binnen had
[chatnaam verdachte] : Ze moeten ons alleen zeggen welk zegel aan de binnenkant alstublieft
[bijnaam medeverdachte 1] : Welke zegel? Bedoel je logo?
[bijnaam medeverdachte 1] : Die man zegt dat er iemand beneden in de gevangenis is. Dat dat gevallen is
Observaties
6.
Onderzoek van de politie [10]
Op 31 juli 2018 is gezien dat [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 9] en [naam verdachte] met elkaar op een terras zaten bij De Donner Company in Den Haag.
7.
Onderzoek van de politie [11]
Op 1 augustus 2018 is gezien dat [naam medeverdachte 2] , [naam medeverdachte 1] , [naam verdachte] , [naam medeverdachte 3] , NN1 en NN2 aan een tafel zaten in de Delifrance in Oud Gastel. Bij de parkeerplaats stond een auto met kenteken [kentekennummer 1] .
8.
Onderzoek van de politie [12]
Op 2 augustus 2018 is gezien dat [naam verdachte] met [naam medeverdachte 1] , [naam medeverdachte 10] en [naam medeverdachte 11] aan een tafel zat bij de McDonald’s in Delft. Zij verlieten de McDonald’s. Later op de avond kwam [naam verdachte] nogmaals naar de betreffende McDonald’s met [naam medeverdachte 10] en [naam medeverdachte 11] . [naam verdachte] maakte contact met [naam medeverdachte 5] en twee andere personen. [naam verdachte] , [naam medeverdachte 5] en de vier andere personen gingen met elkaar in gesprek. [naam medeverdachte 5] ging weg. Vervolgens reden [naam verdachte] , [naam medeverdachte 10] , [naam medeverdachte 11] , NN1 en NN3 met de auto naar het bedrijventerrein [adres] in Berkel en Rodenrijs (hierna: de loods). Er stond een witte vrachtwagentrekker voor de loods. [naam verdachte] en de anderen liepen meerdere rondjes om de trekker en er werd verschillende keren gebukt aan de rechterzijde van de trekker. [naam medeverdachte 5] stopte kort bij de loods, waarna hij weer wegreed. Ik zag dat de trekker voorzien was van kenteken [kentekennummer 2] . [naam medeverdachte 1] kwam ook naar de loods. De Scania [kentekennummer 2] reed weg bij de loods. [naam medeverdachte 1] reed als bestuurder van de Clio [kentekennummer 3] weg bij de loods. [naam verdachte] reed als bestuurder van de A3, [kentekennummer 4] weg bij de loods. Tussen 00:20 uur en 02:58 uur hebben de 5-serie, [kentekennummer 5] , en A3, [kentekennummer 4] , constant achter elkaar aangereden in dezelfde samensteling.
9.
Onderzoek van de Douane [13]
Container [containernummer] is vervoerd door het schip [naam schip] en afkomstig uit Ecuador. Op 3 augustus 2018 is geprobeerd om de container [containernummer] op te halen bij terminal 1700 DP World door een trekker met kenteken [kentekennummer 2] . De container was niet bekend bij deze terminal. Gebleken is dat de container [containernummer] op MPET Terminal 1742 stond. De verzegeling is gecontroleerd. Het nummer op de verzegeling is niet conform het nummer op de B/L met nummer [nummer] . In de container zijn 75 dozen met elk 20 pakketten aangetroffen. In die dozen/pakketten zijn geen bananen aangetroffen, maar wit poeder.

Hoofdstuk 4: de verboden gedraging en de strafbaarheid

De kwalificatie
Het bewezen feit is in de wet een verboden gedraging en levert het volgende strafbare feit op:
Feit 1 subsidiair:
medeplegen van, om een feit, bedoeld in het vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden, zich en een ander gelegenheid en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen.
De strafbaarheid van het feit en van de verdachte
Het feit en de verdachte zijn strafbaar.

Hoofdstuk 5: de onderbouwing van de straf

Het feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte is samen met anderen betrokken geweest bij het voorbereiden van een cocaïnetransport. Op basis van de tussen de verdachten gevoerde chats gaat de rechtbank ervan uit dat deze voorbereidingen gericht waren op de invoer van in totaal zo’n 350 kilo cocaïne. De rol van de verdachte bestond vooral uit het communiceren met de medeverdachten over het cocaïnetransport.
Vanuit Zuid-Amerika worden grote hoeveelheden cocaïne Nederland ingevoerd. Het op de markt brengen van harddrugs vormt een ernstige bedreiging van de volksgezondheid. Daarnaast wordt met de handel in cocaïne veel geld verdiend en deze handel gaat gepaard met vele vormen van criminaliteit. Ter bestrijding van harddrugsverslaving en ter voorkoming en bestrijding van illegale harddrugshandel wordt de (voorbereiding van de) invoer van cocaïne streng bestraft.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van acht jaar geëist. Deze strafeis is gebaseerd op betrokkenheid van de verdachte bij de invoer van 1.727 kilo cocaïne. De officier van justitie heeft de verdachte daarbij getypeerd als een onmisbare schakel tussen partijen die met iedereen in de keten in contact stond en daarmee een belangrijke tussenpersoon was.
Beoordeling
Het treffen van voorbereidingshandelingen gericht op de invoer van cocaïne in Nederland is een ernstig strafbaar feit waarbij een gevangenisstraf van aanzienlijke duur passend en geboden is. Bij het bepalen van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank niet alleen naar de ernst van het feit gekeken, maar ook gelet op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. Daarnaast heeft zij de volgende drie punten meegewogen:
de bewezenverklaring;
de persoonlijke omstandigheden van de verdachte;
de overschrijding van de redelijke termijn.
1.
De bewezenverklaring
De rechtbank komt tot een andere bewezenverklaring dan de officier van justitie. De verdachte wordt vrijgesproken van de invoer van cocaïne en wordt veroordeeld voor de voorbereiding daarvan. De rechtbank acht daarbij aannemelijk dat de voorbereiding was gericht op de invoer van 350 kilo cocaïne en niet op 1.727 kilo cocaïne, waarvan de officier van justitie bij het bepalen van de strafeis is uitgegaan. Ook duidt de rechtbank de rol van de verdachte anders dan de officier van justitie en ziet deze rol als relatief beperkt en ondersteunend van aard.
2.
De persoonlijke omstandigheden en de houding van de verdachte
Uit het strafblad van 3 december 2021 blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
De rechtbank heeft ook acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals die op de zitting naar voren zijn gebracht.
3.
De overschrijding van de redelijke termijn
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn, waarbinnen een strafzaak dient te zijn afgerond, is overschreden en compenseert dit door strafvermindering.
Conclusie
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden ziet de rechtbank aanleiding om een aanzienlijk lagere gevangenisstraf op te leggen dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank acht een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, passend en geboden en zal dit aan de verdachte opleggen.
Tenuitvoerlegging
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Opheffing van de voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis van de verdachte is geschorst tot aan de uitspraak. Dit betekent dat op de dag van de uitspraak de schorsing afloopt en de voorlopige hechtenis herleeft waardoor de verdachte weer voorlopig vast zou komen te zitten. De rechtbank is van oordeel dat de gronden, die tot het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte hebben geleid, nu niet meer aanwezig zijn. De 12-jaarsgrond is, mede gelet op de bewezenverklaring, vervallen. Ook de recidivegrond is niet meer aan de orde, omdat de rechtbank vindt dat er op dit moment geen reëel gevaar voor herhaling is. De voorlopige hechtenis zal daarom worden opgeheven.
De wettelijke voorschriften
Bij de strafoplegging is gelet op artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet.

Hoofdstuk 6: de beslissingen in het kort en ondertekening

De rechtbank:
verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het in hoofdstuk 4 vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 18 (achttien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.H. Janssen, voorzitter,
en mrs. S.E.C. Debets en R.H. Kroon, rechters,
in tegenwoordigheid van mrs. J. Soeteman en V.C. Wennekes, griffiers,
en uitgesproken op de openbare zitting van deze rechtbank op 23 februari 2022.

Voetnoten

1.Onderzoek van politie, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal] , onderzoek CAOS/ [dossiernummer] , pagina’s 35 t/m 37; Onderzoek van politie, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal] , onderzoek CAOS/ [dossiernummer] , pagina’s 50 t/m 51 en 52 t/m 56 en onderzoek van politie, proces-verbaalnummer [nummer proces-verbaal] , onderzoek CAOS/ [dossiernummer] , pagina’s 78 t/m 81 (algemeen dossier).
2.Verklaring medeverdachte [naam medeverdachte 1] van 21 november 2019 en andere geschriften, te weten schriftelijke verklaringen van medeverdachte [naam medeverdachte 2] , niet genummerd.
3.De paginanummers en de documentcode die in de voetnoten worden genoemd verwijzen naar schriftelijke stukken opgenomen in het zaaksdossier Fuoco.
4.Een ander geschrift, te weten een schriftelijke verklaring van verdachte [naam medeverdachte 2] , niet genummerd.
5.Documentcode [code document 1] , pagina’s 294 t/m 303.
6.In de weergave van de chats zijn ook opmerkingen van de politie opgenomen indien dit het geval is, is het betreffende proces-verbaal enerzijds een weergave van de chats en anderzijds een proces-verbaal van bevindingen van de politie.
7.Documentcode [code document 2] , pagina’s 1 t/m 9.
8.Documentcode [code document 3] , pagina’s 164 t/m 177.
9.Documentcode [code document 4] , pagina’s 178 t/m 182.
10.Documentcode [code document 5] , pagina’s 11 t/m 15.
11.Documentcode [code document 6] , pagina’s 20 t/m 27.
12.Documentcode [code document 7] , pagina’s 50 t/m 61.
13.Documentcode [code document 8] , pagina’s 90 t/m 94.