Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 11 januari 2022, met producties;
- de mondelinge behandeling gehouden op 8 februari 2022.
2..De feiten
3..Het geschil
- [naam gedaagde] te veroordelen de woning binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, te ontruimen en te verlaten met alle zich daarin bevindende personen en/of zaken voor zover deze laatste niet het eigendom zijn van Vestia en door afgifte van de sleutels aan Vestia ter beschikking te stellen;
- [naam gedaagde] te veroordelen om aan Vestia te betalen een bedrag van € 532,59 per maand, vanaf 1 januari 2022 tot en met de maand waarin Vestia weer de beschikking over de woning heeft, een ingegane maand voor een volle gerekend en te vermeerderen met wettelijke rente tot de datum der algehele voldoening;
- [naam gedaagde] te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke kosten van € 462,50 te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding tot de datum der algehele voldoening;
- [naam gedaagde] te veroordelen in de kosten van het geding, waaronder begrepen het nasalaris indien [naam gedaagde] het vonnis niet vrijwillig naleeft.
4..De beoordeling
NJ2003/591 en HR 14 november 2003,
NJ2005/2). De vordering tot ontruiming ligt reeds daarom voor toewijzing gereed.
€ 1.016,00