Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
3. [naam gedaagde],
1..De procedure
- het verstekvonnis van 8 mei 2019, gewezen onder zaaknummer C/10/571690 / HA ZA 19-328, en de daarin genoemde processtukken;
- de verzetdagvaarding tevens eis in reconventie van 5 juni 2019 met producties 1 tot en met 21;
- de oproepingsbrief van 27 september 2019 voor de mondelinge behandeling;
- de conclusie van antwoord in reconventie met producties tevens akte wijziging (vermeerdering en vermindering)/specificering van eis, met producties 1 tot en met 33;
- de brief van 4 december 2019 van mr. Buikstra namens [naam gedaagde] c.s. met producties 22 tot en met 28;
- de brief van 16 december 2019 van mr. Mensinga namens GMF
- de brief van 28 december 2019 van mr. Buikstra namens [naam gedaagde] c.s. met productie 29 tot en met 31;
- de bij B-formulier van 17 december 2019 namens GMF ingezonden producties 34 en 35;
- de comparitie-aantekeningen van mr. Buikstra;
- het proces-verbaal van de comparitie van 19 december 2019;
- de akte (tevens akte wijziging van eis) van GMF met producties A tot en met W;
- de antwoordakte, tevens houdende akte uitlaten eiswijziging, van [naam gedaagde] c.s.;
- het proces-verbaal van de voortzetting van de comparitie van 31 augustus 2021.
2..De beoordeling
De kern van de zaak
.
in aanmerking nemende dat (...) Opdrachtgever behoefte heeft aan ondersteuning op commercieel gebied”) en de handtekeningenpagina (“
Opdrachtnemer Ox Group B.V.”) bij de conceptovereenkomst van 28 juni 2018 (productie 1 bij verzetdagvaarding) blijkt dat (alleen) door Ox consultancywerkzaamheden verricht zouden worden. Hoewel dit concept uiteindelijk niet door partijen is getekend en door GMF wordt betwist, heeft de conceptovereenkomst GMF wel bereikt en heeft GMF daaruit kunnen afleiden dat [naam gedaagde] de intentie had om de consultancywerkzaamheden namens Ox te verrichten. De conceptovereenkomst noemt POD niet en uit de inhoud blijkt ook niet dat enig ander dan Ox de beoogde ondersteuning op commercieel gebied zou gaan bieden. Een tweede aanwijzing dat alleen Ox verantwoordelijk was voor de consultancywerkzaamheden is gelegen in de facturen voor de consultancywerkzaamheden. Deze zijn steeds door Ox verstuurd (productie 10 bij dagvaarding). Ten slotte heeft [naam gedaagde], anders dan GMF betoogt, in zijn correspondentie met GMF door laten schemeren dat hij bij de uitvoering van de consultancywerkzaamheden handelde namens Ox. In een e-mail van 16 augustus 2018 (productie 4 bij dagvaarding) schrijft [naam gedaagde] namelijk aan de bestuurder van GMF, [naam]:
Het bedrag van € 42.649,66 ziet op creditnota GMF-25CR voor de appels. Daarmee was het dispuut over de appels afgerond”. [naam gedaagde] c.s. heeft erkend dat de creditnota op de appels zag en niet tegengesproken dat daarmee het hele geschil ter zake van deze leveringen was geschikt.
om oud zeer weg te poetsen door de verkoop van de citroenen”. POD was daarom verplicht de schikking na te komen. Het feit dat GMF na de schikking nog een aanvullend bedrag vroeg, doet daar niet aan af. Het overeengekomen schikkingsbedrag van € 42.649,66 was namelijk in elk geval verschuldigd. De rechtbank zal de vordering voor de appels daarom toewijzen tot € 42.649,66.
116.312,50
9 oktober 2018 leveringen zijn gericht, namelijk: € 59.992,00.
€ 17.677,00+ (€ 3.214,00 x 5,5 punten)
(7 maanden x € 9.075,00) aan Ox betalen op grond van nakoming.
€ 7.743,00+ (€ 2.491 x 3 punten)