Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde 1], mede in haar hoedanigheid van ouder die de ouderlijke macht uitoefent (uitoefende) en optreedt (optrad) als wettelijk vertegenwoordiger van [gedaagde 3] ,
[gedaagde 2], mede in zijn hoedanigheid van ouder die de ouderlijke macht uitoefent (uitoefende) en optreedt (optrad) als wettelijk vertegenwoordiger van [gedaagde 3] ,
1..De procedure
- het tussenvonnis van 31 maart 2021, waarbij [eiseres] in de gelegenheid is gesteld om [gedaagde 3] in dit geding op te roepen;
- het exploit van 16 april 2021, waarbij [gedaagde 3] in het geding is opgeroepen.
Tevens wil ik u hierdoor verzoeken om al hetgeen namens gedaagden 1 en 2 (de ouders) tot op heden reeds is gesteld in de procedure (bij conclusie van antwoord en dupliek almede ter comparitie van partijen) ter betwisting van de vordering van eiseres als hier woordelijk herhaald en ingelast te beschouwen namens mevrouw [gedaagde 2] . Dit geldt ook voor het reeds gedane bewijsaanbod.
2..De feiten
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [rb.: [naam benadeelde] , ouder van [eiseres] ] te betalen
€ 2.000,-(hoofdsom,
zegge:tweeduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 maart 2016 tot aan de dag van de algehele voldoening; (...);"
3..De vordering
4..De beoordeling
5..De beslissing
woensdag 23 maart 2022voor uitlating door [gedaagde 3] en de ouders of zij (tegen)bewijs willen leveren door het overleggen van bewijsstukken, door het horen van getuigen en/of door een ander bewijsmiddel,
mei tot en met juli 2022direct moet opgeven, waarna dag en uur van het getuigenverhoor zullen worden bepaald,