ECLI:NL:RBROT:2022:1530

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 februari 2022
Publicatiedatum
2 maart 2022
Zaaknummer
C/10/632251 / JE RK 22-157
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van verslavingsproblematiek

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 februari 2022 een beschikking gegeven over de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 19 januari 2022 een verzoek ingediend tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een zorgaccommodatie voor de duur van zes maanden. Dit verzoek is gedaan omdat [naam kind] kampt met ernstige verslavingsproblematiek en de thuissituatie onhoudbaar is geworden. De moeder van [naam kind] is overbelast en kan de zorg voor haar dochter niet meer dragen, vooral gezien de zorg voor twee andere jonge kinderen.

Tijdens de mondelinge behandeling, die met gesloten deuren heeft plaatsgevonden, zijn zowel [naam kind] als de moeder en een vertegenwoordigster van de GI verschenen. Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet goed beheerst, was er een beëdigde tolk aanwezig. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de uithuisplaatsing noodzakelijk is voor de verzorging en opvoeding van [naam kind], zoals bedoeld in artikel 1:265b, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft geconstateerd dat er al lange tijd ernstige zorgen zijn over de verslavingsproblematiek van [naam kind], die sinds november 2020 harddrugs, softdrugs en alcohol gebruikt.

De kinderrechter heeft besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlenen, met ingang van 7 februari 2022 tot 31 juli 2022, en heeft de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het meer of anders verzochte is afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. De beschikking is schriftelijk vastgesteld op 16 februari 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/632251 / JE RK 22-157
Datum uitspraak: 7 februari 2022

Beschikking van de kinderrechter over een machtiging tot uithuisplaatsing

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2004 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind].
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats moeder].

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
19 januari 2022, ingekomen bij de griffie op 20 januari 2022.
Op 7 februari 2022 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [naam kind], die na afloop van de zitting (en voordat mondeling uitspraak is
gedaan) apart is gehoord;
- de moeder;
- een vertegenwoordigster van de GI, [naam 1].
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de taal Papiamento, heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van een telefonische tolk, [naam 2], tolk in de taal Papiamento. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijft in een verslavingskliniek van Youz.
Bij beschikking van 31 juli 2019 is [naam kind] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna verlengd, voor het laatst tot 31 juli 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een zorgaanbieder voor de duur van zes maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [naam kind] kampt met verslavingsproblematiek. Het is van belang dat zij in een afkickkliniek verblijft om haar verslaving onder controle te krijgen. De moeder is overbelast. Het perspectief van [naam kind] ligt mogelijk niet meer bij de moeder. De komende periode zal gekeken worden of zij kan doorstromen naar een kamertrainingscentrum.

Het standpunt van de moeder

De moeder is het eens met het verzoek.

De mening van [naam kind]

heeft aan de kinderrechter verteld dat zij nu bijna drie weken in de kliniek van Youz verblijft. [naam kind] heeft momenteel geen contact met de moeder. Als [naam kind] klaar is met de behandeling bij Youz wil zij ergens begeleid gaan wonen.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de uithuisplaatsing van [naam kind] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding als bedoeld in artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek.
Er zijn al een lange tijd ernstige zorgen over de verslavingsproblematiek van [naam kind]. Sinds november 2020 gebruikt [naam kind] harddrugs (XTC), softdrugs (wiet, lachgas) en/of alcohol. Zij is sterk vermagerd en is somber. De ambulante behandeling van Youz is het afgelopen jaar niet van de grond gekomen. Op 16 januari 2022 is de thuissituatie geëscaleerd. [naam kind] en de moeder hebben ruzie gekregen, waarbij [naam kind] onder invloed van alcohol was en er verbaal en fysiek agressief geweld is gebruikt. De moeder is een alleenstaande moeder en heeft ook de zorg voor twee jonge kinderen. De moeder is overbelast geraakt en kan [naam kind] niet meer in huis hebben. Op 19 januari 2022 heeft [naam kind] zich vrijwillig laten opnemen in een verslavingskliniek van Youz. Het is in het belang van [naam kind] dat zij de behandeling bij Youz voortzet en positief afrondt. Vervolgens dient gekeken te worden wat de beste vervolgplek voor [naam kind] is, waarbij rekening moet worden gehouden met haar belangen en wensen. Op dit moment wil zij niet terug naar huis toe. Aangezien [naam kind] dit jaar achttien jaar wordt, is het belangrijk dat zij op een plek terecht komt waar zij met hulp en ondersteuning kan toewerken naar zelfstandigheid. De kinderrechter zal een machtiging tot uithuisplaatsing verlenen voor de duur van de ondertoezichtstelling en het overig verzochte afwijzen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind] in een accommodatie van een zorgaanbieder, met ingang van 7 februari 2022 tot 31 juli 2022;
verklaart de beslissing tot uithuisplaatsing uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 februari 2022 door mr. A. Verweij, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 16 februari 2022.
De griffier is buiten staat de beschikking te tekenen.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.