In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 januari 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Eiseres kreeg een boete van € 5.000,- opgelegd wegens twee overtredingen van de Wet dieren, specifiek voor het aanbieden van een voedselproducerend dier ter slacht dat een farmacologisch actieve stof bevatte, meloxicam, in een hoeveelheid die de maximum residu limiet overschreed. Eiseres had het dier slechts kort onder zich gehad en was afhankelijk van de informatie van de veehouder, maar had geen specifieke informatie over het dier opgevraagd. De rechtbank oordeelde dat eiseres niet voldeed aan de voorschriften en dat de boete terecht was opgelegd. Eiseres voerde aan dat zij als vervoerder geen verantwoordelijkheid droeg voor de informatie op het VKI-formulier, maar de rechtbank oordeelde dat zij, door het niet opvragen van relevante informatie, een risico had genomen. De rechtbank concludeerde dat de boete van € 2.500,- niet onevenredig was, maar verlaagde deze tot € 2.375,- vanwege een overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. Eiseres kreeg ook het betaalde griffierecht vergoed en verweerder werd veroordeeld in de proceskosten van eiseres.