ECLI:NL:RBROT:2022:1633

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 februari 2022
Publicatiedatum
7 maart 2022
Zaaknummer
596375 HA ZA 20-462
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid leverancier voor salmonella in gepekelde varkenspoten

In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, hebben Hartjes Vlees B.V. en Orangetop B.V. een vordering ingesteld tegen Nauwxs B.V. naar aanleiding van de vaststelling van salmonella in gepekelde varkenspoten die door Nauwxs waren geleverd. De varkenspoten werden door Orangetop verkocht aan Hap, die ze op zijn beurt doorverkocht aan een koper in Liberia. Na de verkoop heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) salmonella vastgesteld in het vlees van Nauwxs, wat leidde tot de vernietiging van de varkenspoten door de Liberiaanse autoriteiten. Hartjes en Orangetop vorderen schadevergoeding van Nauwxs, die de non-conformiteit van de geleverde varkenspoten betwist.

De rechtbank heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat er een redelijke verdenking bestond dat de geleverde varkenspoten besmet waren met salmonella, en dat Nauwxs tekort is geschoten in zijn verplichtingen als leverancier. De rechtbank heeft partijen verzocht zich uit te laten over de hoogte van de schade en de vraag of de varkenspoten ondanks de verdenking van besmetting konden worden doorverkocht. De zaak is verwezen naar een volgende zitting voor verdere behandeling.

De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van leveranciers in de levensmiddelenindustrie en de noodzaak om producten uit de handel te halen bij een redelijke verdenking van gezondheidsrisico's. De rechtbank heeft ook aangegeven dat het gebruikelijk is om te onderzoeken of vlees dat besmet is met salmonella veilig kan worden verkocht, afhankelijk van de bereidingswijze en de kennis van de leverancier over de verdere verwerking van het product.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer: 596375 HA ZA 20-462
vonnis van 16 februari 2022,
in de zaak van:
de besloten vennootschap
Hartjes Vlees B.V.,
gevestigd te Oss,
de besloten vennootschap
Orangetop B.V.,
gevestigd te Oss,
eisers,
advocaat: mr. R.G.F. Lammers.
tegen
de besloten vennootschap
Nauwxs B.V.,
gevestigd te Epe,
gedaagde,
advocaat: mr. drs. K.J. Defares.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Hartjes’, ‘Orangetop’ en ‘Nauwxs’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
de dagvaarding met bijlagen;
de vrijwaringsvordering van Nauwxs;
het antwoord op de vrijwaringsvordering van Hartjes en Orangetop;
het tussenvonnis waarin de vrijwaringsvordering is toegewezen;
de conclusie van antwoord van Nauwxs met bijlagen.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 april 2022. De datum voor de uitspraak van dit vonnis is bepaald op vandaag.

2..Het geschil

2.1
Hartjes en Orangetop hebben varkensvlees, waaronder varkenspoten gekocht van Nauwxs. Orangetop heeft de varkenspoten vervolgens als gepekelde varkenspoten verkocht aan Hap. Hap heeft daarna de varkenspoten weer doorverkocht naar een koper in Liberia. Na verkoop aan de Liberiaanse koper heeft de NVWA salmonella vastgesteld in varkensvlees van Nauwxs. De Liberiaanse autoriteiten hebben na onderzoek gemeld dat zij ook bij de door Hap geleverde varkenspoten salmonella hebben aangetroffen. Zij hebben vervolgens gemeld dat de varkenspoten zijn vernietigd.
2.2
Hap vordert in de hoofdzaak schadevergoeding van Hartjes en Orangetop. Hartjes en Orangetop vorderen dat Nauwxs bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld om aan hen te betalen al datgene waartoe Hartjes en Orangetop in de hoofdzaak worden veroordeeld om aan Hap te betalen, met veroordeling van Nauwxs in de proceskosten.
2.3
Nauwxs is het niet eens met de vordering van Hartjes en Orangetop. Zij betwisten dat de geleverde varkenspoten non-conform waren.

3..De beoordeling

In de hoofdzaak is Orangetop tegenover Hap aansprakelijk voor geleden schade
3.1
In de hoofdzaak wordt vandaag ook een vonnis gewezen. In dat vonnis wordt geoordeeld dat er geen overeenkomst gold tussen Hap en Hartjes. Hartjes zal zich bijgevolg rekenschap dienen te geven van haar belang bij onderhavige vordering. Er wordt verder in de hoofdzaak geoordeeld dat Orangetop aansprakelijk is voor de door Hap geleden schade omdat zij tegenover Hap is tekortgekomen omdat ten aanzien van de geleverde gepekelde varkenspoten een redelijke verdenking bestond dat zij besmet waren met salmonella. Partijen dienen zich verder nog uit te laten over de hoogte van de schade.
Hartjes en Orangetop mochten verwachten dat de varkenspoten geschikt waren om door te verkopen
3.2
De vraag of de varkenspoten aan de overeenkomst voldeden moet worden beantwoord aan de hand van wat Hartjes en Orangetop als kopers mochten verwachten. [1] Hartjes en Orangetop hebben niet gesteld dat zij met betrekking tot salmonella expliciete afspraken hebben gemaakt. Aangenomen moet echter worden dat Nauwxs ervan op de hoogte was dat Hartjes dan wel Orangetop de varkenspoten zou doorverkopen. Dat brengt mee dat de varkenspoten daarvoor in beginsel geschikt dienden te zijn.
3.3
Als de varkenspoten vanwege een redelijke verdenking van besmetting met salmonella niet geschikt waren om te worden doorverkocht, is Nauwxs dan ook tekortgekomen in een op haar rustende verplichting. Uit de verplichting van een levensmiddelenbedrijf om vlees ten aanzien waarvan een redelijke verdenking bestaat dat het schadelijk is voor de volksgezondheid uit de handel te halen [2] , volgt al dat dergelijk vlees niet meer gewoon kan worden doorverkocht. De verplichting om het vlees uit de handel te halen zou immers ook op de koper komen te rusten en de koper zou het risico dragen dat het vlees uit de handel wordt gehaald en wordt vernietigd.
Ten aanzien van de geleverde varkenspoten bestond een redelijke verdenking van besmetting met salmonella
3.4
Tussen partijen is niet in geschil dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit eind 2018 heeft vastgesteld dat bij Nauwxs salmonella is geconstateerd in varkensvlees. Dit maakt dat de ten aanzien van de Nauwxs geleverde partij varkenspoten er een redelijke verdenking is ontstaan dat deze tevens besmet zijn met salmonella. Deze verdenking wordt bovendien bevestigd door het onderzoek van de Liberiaanse autoriteiten.
Onduidelijk is nog of de geleverde varkenspoten geschikt waren om door te verkopen
3.5
Partijen dienen zich nog uit te laten over de vraag of de geleverde varkenspoten ondanks de redelijke verdenking van besmetting met salmonella konden worden doorverkocht. Daarbij is van belang dat het in deze zaak – anders dan in de hoofdzaak – gaat om onbewerkt varkensvlees en niet duidelijk is of Nauwxs ervan op de hoogte was wat Orangetop de varkenspoten zou pekelen en doorverkopen. Als Nauwxs daarvan niet op de hoogte was zal minder snel sprake zijn van non-conformiteit. Feit van algemene bekendheid is immers dat vlees dat besmet is met salmonella niettemin veilig kan worden gegeten en ook mag worden verkocht als het voldoende is verhit. Het mag in rauwe vorm echter niet aan consumenten worden verkocht, ook niet als het is bedoeld om te verhitten. Hartjes en Orangetop mochten daarom niet zonder meer verwachten dat het vlees salmonella vrij zou zijn als Nauwxs niet wist wat er verder mee zou gebeuren en het niet ongebruikelijk is dat varkenspoten eerst worden verhit voordat zij aan consumenten worden verkocht. Hartjes en Orangetop hebben echter niet gesteld waarop zij dit vertrouwen nog meer mochten baseren. Partijen dienen zich op dit punt dan ook nader uit te laten. Zij dienen zich daarbij in het bijzonder ook uit te laten over de vraag of het gebruikelijk is om varkenspoten onverhit aan consumenten te verkopen.

4..De beslissing

De rechtbank
:
verwijst de zaak naar de zitting van
woensdag 30 maart 2022zodat Hartjes en Orangetop zich kunnen uitlaten over het voorgaande.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
2839

Voetnoten

1.Zie artikel 7:17 lid 2 BW
2.Zie artikel 14 Verordening 178/2002 inzake Levensmiddelen