ECLI:NL:RBROT:2022:1739

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 maart 2022
Publicatiedatum
10 maart 2022
Zaaknummer
C/10/625657 / FA RK 21-7045
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging verblijfplaats en voogdij van een minderjarige in het kader van jeugdbescherming

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 maart 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van de verblijfplaats en voogdij van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) om toestemming te verlenen voor de wijziging van het verblijf van [naam kind] naar een gezinshuis, en zelfstandige verzoeken van de grootouders van vaderszijde (vz) om de voogdij te beëindigen en hen als voogd aan te stellen. De rechtbank heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de grootouders vz zich zorgen maakten over de betrokkenheid van de GI en de keuze voor de nieuwe verblijfplaats. De rechtbank heeft vastgesteld dat [naam kind] al geruime tijd in een crisisopvang verblijft en dat er geen geschikte plek in de regio beschikbaar is. De rechtbank heeft de GI toestemming verleend voor de wijziging van het verblijf naar Mesazorg, ondanks de bezwaren van de grootouders vz. De rechtbank heeft ook de bijzondere curatoren herbenoemd voor de periode tot 1 oktober 2022. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, gezien de noodzaak om snel duidelijkheid te bieden aan [naam kind].

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/625657 / FA RK 21-7045
datum uitspraak: 3 maart 2022
beschikking op verzoeken tot wijziging voogdij, wijziging verblijfplaats en wijziging gecertificeerde instelling
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind] , geboren op [geboortedatum kind] 2010 te [geboorteplaats kind] ,

hierna te noemen [naam kind] .
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:

[naam opa] ,

hierna te noemen de opa van vaderszijde, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam oma] ,

hierna te noemen de oma van vaderszijde, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[curator 1] ,

hierna te noemen [curator 1] , kantoorhoudende te [plaatsnaam 1] ,

[curator 2] ,

hierna te noemen [curator 2] , kantoorhoudende te [plaatsnaam 2] .
De rechtbank merkt als informanten aan:

de Raad voor de Kinderbescherming,

hiera te noemen de Raad, gevestigd te Rotterdam,

[naam 1] ,

hierna te noemen de pleegzorgwerker, werkzaam bij Enver Pleegzorg.
De oma en opa van vaderszijde (vz) worden hierna ook wel samen de grootouders vz genoemd.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- de beschikking van de kinderrechter van 23 december 2021 en de daaraan ten grondslag liggende stukken;
- het e-mailbericht met bijlagen van de GI van 31 januari 2022;
- het e-mailbericht van de GI van 15 februari 2022;
- het e-mailbericht van de advocaat van de grootouders vz, mr. R.H.P. Feiner, van 21 februari 2022;
- het e-mailbericht van de GI van 22 februari 2022;
- het e-mailbericht namens de grootouders van vz en de [naam familie] van 22 februari 2022.
Op 17 februari 2022 heeft de rechtbank de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld. Gehoord zijn:
- de oma vz, bijgestaan door haar advocaat mr. R.H.P. Feiner,
- [curator 1] ,
- [curator 2] ,
- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI, [naam 2] , die telefonisch is
gehoord, en [naam 3] , die ter zitting aanwezig was,
- een vertegenwoordigster van de Raad, [naam 4] ,
- de pleegzorgwerker.
Opgeroepen en niet verschenen is de opa vz.
[naam kind] is in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken. Hij heeft hiervan geen gebruik gemaakt.
Aangezien de oma vz de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Marokkaans-Arabische taal, heeft de rechtbank het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van een tolk in de Marokkaans-Arabische taal. De tolk heeft, alvorens zijn taak aan te vangen, op de bij wet voorgeschreven wijze, de belofte afgelegd dat hij zijn taak naar zijn geweten zal vervullen.

De feiten

Bij beschikking van 20 september 2016 van deze rechtbank is het ouderlijk gezag van de ouders over [naam kind] beëindigd en is de GI belast met de voogdij over [naam kind] .
Bij beschikking van 29 september 2021 zijn het verzoek van de GI en de zelfstandige verzoeken van de grootouders vz aangehouden voor de duur van drie maanden. Ook zijn bij die beschikking [curator 1] en [curator 2] herbenoemd als bijzondere curatoren tot en met 23 december 2021.
Bij beschikking van 23 december 2021 zijn het verzoek van de GI en de zelfstandige verzoeken van de grootouders vz (wederom) aangehouden, tot 15 januari pro forma. Ook zijn bij die beschikking [curator 1] en [curator 2] herbenoemd als bijzondere curatoren voor de duur van vier maanden, te weten tot 23 april 2022.
[naam kind] verblijft op een crisisopvang van Enver.

De aangehouden verzoeken

De GI heeft verzocht, uitvoerbaar bij voorraad, toestemming te verlenen tot wijziging van het verblijf van [naam kind] naar een neutraal pleeggezin. De rechtbank begrijpt, gezien het verloop van de procedure, dat de GI uiteindelijk verzoekt toestemming te verlenen tot wijziging van het verblijf van [naam kind] naar een gezinshuis.
Ten aanzien van de zelfstandige verzoeken namens de grootouders vz:
Bij verweerschrift van 28 september 2021 is door en namens de grootouders vz verzocht, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
het verzoek tot toestemming wijziging verblijfplaats af te wijzen;
het verzoek aan te houden met benoeming van een bijzondere curator;
de voogdij van de GI te beëindigen;
ambtshalve te voorzien in de voogdij over [naam kind] .
Bij verweerschrift van 9 december 2021 is door en namens de grootouders vz verzocht, alvorens te beslissen ex artikel 1:336a, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) conform artikel 1:299a BW jo. artikel 1:328 sub a BW de Raad te gelasten nader onderzoek te doen naar de wenselijkheid van:
ontslag van voogdij en
benoeming van een andere voogdij-instelling of
benoeming van pleegouders (grootouders vz) tot voogd over [naam kind] .

Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het aangehouden verzoek en licht dit als volgt toe. Op dit moment verblijft [naam kind] - langer dan gebruikelijk - bij de crisisopvang van Enver. Het gaat goed met hem. Ondanks dat [naam kind] de grenzen opzoekt, laat hij zich wel aansturen door de begeleiding. Verder zit [naam kind] hier op school, ter overbrugging naar een vervolgplek. Inmiddels is er een plek beschikbaar voor [naam kind] bij Mesazorg in Zetten. Ook is hiervoor de financiering rond. Het is van belang dat [naam kind] zo spoedig mogelijk bij Mesazorg wordt geplaatst en dat er rust en duidelijkheid voor [naam kind] komt. Indien [naam kind] bij Mesazorg wordt geplaatst, dan zal mw. Kleinmoedig de betrokken voogdijwerker blijven.
Ten aanzien van de zelfstandige verzoeken van de grootouders vz:
De GI staat niet achter een wijziging van de voogdij of de voogdij-instelling.

Het standpunt van de grootouders vz

Door en namens de grootouders vz is ter zitting verweer gevoerd tegen het aangehouden verzoek van de GI. De grootouders vz maken zich ernstige zorgen. Zij vinden dat zij onvoldoende worden betrokken bij het proces om een passende vervolgplek voor [naam kind] te vinden. Zo hebben de grootouders een Islamitisch gezinshuis, dat zich dichter in de buurt van de grootouders vz bevindt, aangedragen als mogelijk passende vervolgplek voor [naam kind] . Door de GI is echter aangegeven dat een kennismakingsgesprek met het gezinshuis niet van de grond is gekomen en dat het gezinshuis niet passend is voor [naam kind] . De grootouders vz geloven dit niet. Daarbij speelt het gebrek aan vertrouwen vanuit de grootouders vz richting de GI, veroorzaakt door gebeurtenissen in het verleden, een rol. Daarnaast is onduidelijk of Mesazorg een stabiele plek kan bieden voor [naam kind] . Mesazorg staat onder verscherpt toezicht van de Inspectie. Indien er bij drie van de vijf locaties geen sprake is van voldoende verbetering op korte termijn, dan zal de inspectie ingrijpen. De Villa, waar [naam kind] zou gaan wonen, valt hier niet onder, maar de reden daarvoor is dat de inspectie daar niet fysiek is geweest. Daarnaast is een van de zorgpunten het snelle verloop daar van geregistreerde gedragsdeskundigen. Er bestaan ernstige risico’s voor de cliënten. Voor de grootouders vz is het van belang dat [naam kind] niet veelvuldig van plek zal wisselen. Sinds december 2021 verblijft [naam kind] op een crisisopvang. Ondanks dat het lang op zich heeft laten wachten, zit [naam kind] nu op school. Daarnaast is er geen sprake van wegloopgedrag bij [naam kind] . De grootouders vz staan niet achter een buitenregionale plaatsing van [naam kind] . Zij vragen zich af hoe systeemtherapie bij een buitenregionale plaatsing van [naam kind] kan worden vorm gegeven. Daarnaast ontbreekt perspectief op contact(herstel) tussen de grootouders vz en [naam kind] . De grootouders vz willen graag dat [naam kind] in de regio wordt geplaatst, zodat ook systeemtherapie kan worden ingezet. De grootouders vz willen bovenal het beste voor [naam kind] .
Ten aanzien van de zelfstandige verzoeken van de grootouders vz:
De grootouders denken niet dat de betrokken voogd beter in staat is de (opvoed)verantwoordelijkheid te dragen voor [naam kind] dan de grootouders vz zelf. Zij maken zich ernstige zorgen over wat dit betekent voor de ontwikkeling van [naam kind] . Het lijkt alsof de voogdij-instelling niet leerbaar is, ondanks de beste intenties van en het verzetten van veel werk door de jeugdbeschermers. Hoewel de grootouders vz hebben aangegeven graag hulpverlening te willen, is het de voogdij-instelling het afgelopen jaar niet gelukt om dit in te zetten. Dit wordt nu ten onrechte de grootouders vz verweten. De grootouders vz hebben geen vertrouwen in de voogdij-instelling. De voogdij-instelling is niet in staat om [naam kind] te bieden wat hij nodig heeft. Om die reden verzoeken de grootouders vz wijziging van de voogdij. De grootouders vz peristeren bij hun verzoek om eerst bij gewijzde te beslissen op dit (zelfstandige) verzoek, voordat wordt besloten op het verzoek van de grootouders vz tot het inzetten van hun blokkaderecht. Desgevraagd heeft de advocaat van de grootouders vz het vijfde lid van artikel 1:299a BW zo geïnterpreteerd dat eerst beslist dient te worden op het verzoek tot wijziging van de voogdij en dat daarna de beslissing over het blokkaderecht van de grootouders vz genomen kan worden. Een andere uitleg van het wetsartikel zou onverenigbaar zijn met het systeem van de wet.

Het standpunt van de bijzondere curatoren

[curator 1] brengt ter zitting naar voren dat niet opnieuw met [naam kind] gesproken is. Als kinderen onder druk staan en weer hun verhaal moeten doen, of het nu waar is of niet, dan kunnen zij verharden in hun standpunten; dat is niet wenselijk. Het verhaal van [naam kind] is duidelijk: hij zit vreselijk klem tussen alle volwassenen om hem heen. De grootouders vz en de moeder blijven naar elkaar wijzen. Hulpverlening komt mede daardoor onvoldoende van de grond. Het is van belang dat [naam kind] op een neutrale plek wordt geplaatst, waar hij aan zichzelf en het herstellen van de familierelaties kan werken. Er is geen geschikte vervolgplek voor [naam kind] beschikbaar in de regio. Mesazorg bevindt zich in een groene omgeving en [naam kind] vindt dat fijn. Ook is dit te bereiken met het openbaar vervoer.
[curator 2] geeft ter zitting aan dat het belang van [naam kind] voorop moet staan. [naam kind] heeft eerst bij een crisispleeggezin verbleven en hij verblijft nu sinds twee maanden op de crisisopvang. Ondanks dat het hier goed gaat met hem, is deze crisisplek niet de juiste plek voor [naam kind] . Hij moet zo spoedig mogelijk door naar een passende en stabiele vervolgplek. In de afgelopen periode is uitgebreid gezocht naar zo’n vervolgplek voor [naam kind] in de regio, maar die is niet beschikbaar gebleken. Met de GI is [curator 2] het eens dat er op dit moment een geschikte vervolgplek beschikbaar is voor [naam kind] bij Mesazorg en dat deze plek met beide handen moet worden aangepakt. Er moet dan ook zo spoedig mogelijk toestemming worden gegeven voor wijziging van het verblijf van [naam kind] . [naam kind] heeft lang genoeg in onzekerheid verkeerd. Tot slot is Nederland klein en kunnen de grootouders vz en/of de moeder op bezoek bij [naam kind] . Zij dienen hier dan zelf ook moeite voor te doen. Mocht dit echter niet lukken, dan dient dit gefaciliteerd te worden.
Ten aanzien van de zelfstandige verzoeken van de grootouders vz:
[curator 2] voert ter zitting aan dat hij niet inziet wat een wijziging van een voogdij-instelling bijdraagt aan het belang van [naam kind] , integendeel. De advocaat van de grootouders vz heeft ter zitting aangegeven dat de betrokken jeugdbeschermers hun uiterste best doen en dat zij moeite doen om de grootouders vz in het proces te betrekken. Desgevraagd ziet het vijfde lid van artikel 1:299a BW slechts op pleegouders die op dat moment de zorg en opvoeding over een minderjarige dragen. Dit is niet het geval bij de grootouders vz; [naam kind] woont al meerdere maanden niet meer bij hen.

De mening van de Raad

De Raad sluit zich aan bij het standpunt van de GI en de bijzondere curatoren. Het belangrijkste is dat [naam kind] hulp krijgt en dat er een passende plek voor hem is waar hij kan verblijven. Gebleken is dat er geen passende plek voor [naam kind] in de regio beschikbaar is. Het is van belang dat [naam kind] zo spoedig mogelijk naar een vervolgplek gaat. [naam kind] wil zelf ook graag naar Mesazorg. Op dit moment levert de situatie alleen maar meer schade op voor [naam kind] .

De mening van de pleegzorgwerker

De pleegzorgwerker heeft ter zitting aangegeven dat [naam kind] niet meer is weggelopen en hiertoe ook niet de neiging heeft gehad, sinds dat hij op een neutrale plek zit. De pleegzorgwerker maakt hieruit op dat [naam kind] zich veilig genoeg voelt op de plek waar hij nu zit. [naam kind] geeft dit ook aan over een plek bij Mesazorg. Voor het systeemherstel is het ook van belang dat [naam kind] zich op een neutrale plek bevindt, waar hij niet in een loyaliteitsconflict verkeert. Verder blijft Enver Pleegzorg betrokken bij de grootouders vz voor de zus van [naam kind] . Op die manier wordt ook zicht gehouden op (het tot stand komen en in stand blijven van) het contact tussen de grootouders vz en [naam kind] . Ook met betrekking tot een bezoekregeling zal overleg tussen Enver Pleegzorg en de GI in stand blijven. Tot slot benadrukt de pleegzorgwerker dat de grootmoeder vz altijd bereid is geweest om overleg te voeren met de moeder van [naam kind] .

De beoordeling

Na de mondelinge behandeling ingekomen stukken
Na de mondelinge behandeling van 17 februari 2022 zijn bij de rechtbank nog diverse stukken ingediend, onder toezending aan alle belanghebbenden. Alhoewel dit niet expliciet is verzocht, zou - gezien ook het grote belang van de onderhavige verzoeken - uit deze stukken kunnen worden opgemaakt dat de grootouders vz hiermee bedoelen een verzoek tot heropening van de behandeling te doen (ECLI:NL:HR:2013:BZ1058). Gezien het in deze stukken aangevoerde ziet de rechtbank daartoe geen aanleiding en zal de rechtbank in het hierna volgende ook rekening houden met dat wat in die stukken (waarvan alle belanghebbenden hebben kunnen kennis nemen) is aangevoerd.
Voorgeschiedenis
[naam kind] (en zijn oudere zus) worden al jarenlang in het gezin van de grootouders vz verzorgd en opgevoed. De afgelopen jaren is er veel onrust geweest rond de verzorging en opvoeding van [naam kind] . Hij heeft een gebrekkige gewetensontwikkeling en er is bij hem sprake van forse hechtingsproblematiek. Volgens de bijzondere curatoren is [naam kind] een intelligente, maar ook kwetsbare en beschadigde jongen. De afgelopen jaren is [naam kind] meerdere keren bij de grootouders vz weggelopen; soms was hij dan enige tijd vermist. In september 2021 is [naam kind] opnieuw weggelopen bij de grootouders vz, omdat hij naar zijn zeggen daar mishandeld werd. De grootouders vz ontkennen dit ten stelligste. Sinds september 2021 heeft [naam kind] in een pleeggezin en bij de crisisopvang verbleven. De grootouders vz hebben voor dit verblijf buiten hun gezin geen toestemming gegeven. Zij vinden het in het belang van [naam kind] dat hij zo snel mogelijk naar hen (en zijn oudere zus) terugkeert, met inzet van passende hulp.
De grootouders vz vinden al lange tijd dat de GI haar taak als voogdes niet goed uitvoert; om die reden verzoeken zij de rechtbank (onder meer) om de Raad onderzoek te laten doen naar de wenselijkheid hen met de voogdij over [naam kind] te belasten.
Juridisch kader
Op grond van artikel 1:299a BW, eerste lid, kan degene die met instemming van de voogd een minderjarige in zijn gezin - anders dan uit hoofde van een ondertoezichtstelling of een plaatsing onder voorlopige voogdij - ten minste een jaar heeft verzorgd en opgevoed, de kinderrechter verzoeken hem tot voogd te benoemen. De kinderrechter willigt het verzoek slechts in, - kort gezegd - indien hij dit in het belang van de minderjarige acht (vierde lid).
Op grond van artikel 1:336a BW, eerste lid, kan de voogd, indien de minderjarige door anderen dan zijn voogd, als behorende tot het gezin met instemming van de voogd ten minste een jaar is verzorgd en opgevoed, niet dan met toestemming van degenen die de verzorging en opvoeding op zich hebben genomen, wijziging in het verblijf van de minderjarige brengen. Omdat de grootouders vz niet instemmen met wijziging van het verblijf van [naam kind] , heeft de GI op grond van het tweede lid van artikel 1:336a BW vervangende toestemming van de rechtbank gevraagd. Overeenkomstig dit tweede lid wordt dit verzoek van de GI slechts ingewilligd indien de rechtbank dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk oordeelt.
Visie bijzondere curatorenDe bijzondere curatoren hebben (opnieuw) met alle betrokkenen, ook met [naam kind] , gesproken. In hun verslag van 1 december 2021 stellen zij dat de bij [naam kind] (al lange tijd) betrokken professionals van mening zijn dat de grootouders vz onvoldoende tools hebben voor de begeleiding van [naam kind] met zijn kindeigen problematiek. [naam kind] zit al zeer lange tijd in een fors loyaliteitsconflict tussen de familie van vader en moeder. Daarnaast is er nog steeds een verdenking van fysieke mishandeling van [naam kind] in het gezin van de grootouders vz. De professionals adviseren [naam kind] te plaatsen op een neutrale plek. Uit de (uitgebreide) stukken en dat wat op de diverse zittingen is besproken, is gebleken dat de bijzondere curatoren, de GI en de Raad deze conclusies gemotiveerd onderschrijven.
De verdere beoordelingAlle betrokkenen hebben zich de afgelopen maanden zeer ingezet om een passende plek voor [naam kind] te vinden, bij voorkeur binnen de regio. Deze lange zoektocht heeft erin geresulteerd dat de bijzondere curatoren, de GI en de Raad van mening zijn dat [naam kind] nu het beste zo snel mogelijk vanuit de crisisopvang in het gezinshuis+ van Mesazorg kan gaan wonen; dat dit gezinshuis ver buiten de regio ligt, is te betreuren, maar alle andere onderzochte opties zijn om verschillende, door de GI voldoende onderbouwde redenen niet mogelijk gebleken.
De grootouders vz erkennen dat er door alle betrokkenen veel inzet is getoond, maar zij vinden het zeer teleurstellend dat nu alleen het ver buiten de regio gelegen gezinshuis+ van Mesazorg als optie overblijft. Volgens de grootouders vz zou dan het Islamitisch gezinshuis El Noor een betere optie zijn. Nu dit volgens de GI ook is afgevallen, vinden de grootouders vz het in het belang van [naam kind] dat hij zo snel mogelijk bij hen terugkeert. Zij geven daarom geen toestemming op basis van artikel 1:336a BW en ze handhaven hun zelfstandige verzoeken.
De rechtbank is op grond van al het vorenstaande van oordeel dat het in het belang van [naam kind] noodzakelijk is dat er een wijziging komt in zijn verblijf. Gezien de zeer lange voorgeschiedenis is het in zijn belang noodzakelijk dat hij langdurig op een neutrale plek zal verblijven waar hij de zorg en behandeling zal krijgen die hij nodig heeft en van waaruit hij contacten kan onderhouden met iedereen die voor hem belangrijk is. De rechtbank is van oordeel dat alle betrokkenen voldoende actie hebben ondernomen om een dergelijke plek te vinden. [curator 1] , de GI en gezinshuis El Noor zijn van mening dat dit gezinshuis [naam kind] geen passende plek kan bieden. De rechtbank is, ook dit in overweging nemend, van oordeel dat een passende plek voor [naam kind] , gezien zijn forse en langdurige kindeigen problematiek, zwaarder moet wegen dan de afstand tussen hem en zijn netwerk.
De grootouders vz hebben nog gesteld dat het gezinshuis+ van Mesazorg niet de vereiste zorg zou kunnen bieden. De rechtbank is van oordeel dat de GI deze stelling voldoende onderbouwd heeft weersproken. De GI heeft onderzoek gedaan naar Mesazorg en heeft daartoe ook contact opgenomen met de Inspectie. De GI heeft de bevestiging gekregen dat Mesazorg aan de wettelijke vereisten voldoet. Ook de Raad heeft nader onderzoek gedaan. De bijzondere curatoren en de Raad ondersteunen de visie van de GI dat (mede naar aanleiding van dit nadere onderzoek en na intern overleg hierover) het gezinshuis+ van Mesazorg [naam kind] de noodzakelijke zorg kan bieden.
In de stukken die na de mondelinge behandeling zijn ontvangen, wordt gesteld dat [naam kind] opnieuw zou hebben aangegeven wel bij zijn grootouders vz te willen wonen. De GI heeft hierop gemotiveerd gereageerd. Genoemde nieuwe stukken werpen geen nieuw licht op de situatie. Het is onderdeel van de problematiek van [naam kind] dat hij gevoelsmatig heen en weer wordt geslingerd tussen de mensen van wie hij houdt. Enkel op een neutrale plek kan hij tot rust komen, zijn behandeling ondergaan en onbelast contact onderhouden met de personen die belangrijk voor hem zijn.
Dit alles leidt tot het oordeel dat het verzoek van de grootouders vz om (nader onderzoek te laten doen) om hen met de voogdij over [naam kind] te belasten, zal worden afgewezen omdat het niet in het belang van [naam kind] is. Gezien de voortdurende spanningen tussen de familieleden en het feit dat [naam kind] op een neutrale plek zal wonen, is het in zijn belang dat in de huidige situatie, met een neutrale voogdes, geen wijziging komt. Het verzoek van de GI tot wijziging van de verblijfplaats van [naam kind] zal worden toegewezen.
Artikel 1:299a BW jo artikel 1:336a BWIn het vijfde lid van artikel 1:299a BW is vermeld dat indien het bij het eerste lid van dat artikel bedoelde verzoek is gedaan, het tweede lid van artikel 1:336a BW buiten toepassing blijft, totdat op het verzoek bij gewijsde is beslist. Volgens de literatuur is de ratio hiervan dat een voogd op een verzoek op grond van art. 1:299a, eerste lid, BW mogelijk zal reageren met de wens wijziging in de verblijfplaats van de minderjarige te brengen en daartoe - bij het ontbreken van toestemming van de pleegouders - een verzoek tot vervangende toestemming aan de rechtbank zal richten. De rechtbank is van oordeel dat in de situatie van [naam kind] zijn belangen geschonden zouden worden, indien met de beslissing op het verzoek ex artikel 1:336a BW gewacht zou moeten worden totdat op het verzoek ex artikel 1:299a BW bij gewijsde is beslist. Op grond van artikel 3 van het verdrag inzake de rechten van het kind vormen bij alle beslissingen betreffende minderjarigen de belangen van die minderjarigen de eerste overweging. De rechtbank is van oordeel dat op dit moment een snelle en duidelijke beslissing over de verblijfplaats van [naam kind] noodzakelijk is in zijn belang. Het zou [naam kind] (verder) beschadigen indien een dergelijke beslissing niet genomen zou kunnen worden.
Uitvoerbaar verklaring bij voorraadTegen een beslissing op grond van artikel 1:336a BW staat geen andere voorziening open dan cassatie in het belang van de wet. Ondanks dit rechtsmiddelenverbod bestaat er de (zeer beperkte) mogelijkheid in bepaalde situaties toch hoger beroep en cassatie in te stellen. Omdat [naam kind] zeer lange tijd in onzekerheid heeft verkeerd en op verschillende plekken heeft verbleven, acht de rechtbank het in zijn belang dat de beslissing op basis van artikel 1:336a BW buiten elke twijfel direct uitvoerbaar is. Om die reden zal de rechtbank de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaren.
Verzoek wijziging GIDe grootouders vz hebben nog verzocht de GI te vervangen door een andere gecertificeerde instelling. De rechtbank zal dit verzoek afwijzen. De voogdij-werkers die op dit moment betrokken zijn bij [naam kind] , hebben zich zeer ingezet om een passende plek voor hem te vinden. Zij zijn goed op de hoogte van de situatie van [naam kind] , waardoor het in zijn belang wordt geacht dat deze voogdij-werkers hun werk kunnen voortzetten.
Herbenoeming bijzondere curatorenGelet op de zeer lange voorgeschiedenis van [naam kind] , de zorgen van de grootouders vz en het feit dat de bijzondere curatoren al lange tijd betrokken zijn, acht de kinderrechter het noodzakelijk dat zij onder meer nog een ruime periode hebben om de situatie van [naam kind] te volgen en om, indien nodig, uitleg te geven aan de familie van [naam kind] over dat wat vanuit opvoedkundig oogpunt belangrijk is voor hem. Om die reden zal de rechtbank op grond van artikel 1:250 BW mw. [curator 1] en [curator 2] als bijzondere curatoren (her)benoemen voor de periode tot 1 oktober 2022.
De beslissing
De rechtbank:
verleent de GI toestemming tot wijziging van het verblijf van [naam kind] ;
herbenoemt mw. [curator 1] en [curator 2] tot bijzondere curatoren voor de periode tot 1 oktober 2022;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af de verzoeken van de grootouders vz, voor zover hierop niet eerder is beslist.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. van der Linden als griffier en in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.